Frankrijk telde in 2021 58.720 gecertificeerde biologische landbouwbedrijven. Daarvan zijn er zo’n 2.300 gestopt. Het aantal loopt nog op door vertraagde registratie. Verwacht wordt dat het aantal zal oplopen tot zo’n 5 procent, aldus de Franse certificeringsinstanties. Het aantal stopzettingen in 2021 komt daarmee op het niveau van 2015, toen een recordaantal stopzettingen werden genoteerd.
Stopzetten bedrijven
In de varkenshouderij gaat het om 6 procent stopzettingen. Absolute koploper is de akkerbouw met een aandeel van 15 procent bij de stopzettingen. In een groot aantal gevallen (48 procent) is de reden voor stopzetting niet bekend. Heel wat bioboeren hebben hun bedrijf stopgezet omdat ze met pensioen gaan en geen opvolger hebben. In 16 procent van de gevallen kiezen landbouwers ervoor om terug over te schakelen naar gangbare productie vanwege te lage opbrengsten of omdat ze problemen met onkruid ervaren. Volgens de sectororganisatie van de biosector mag die terugkeer naar conventionele landbouw geen taboe zijn.
Economische redenen
Landbouworganisaties van hun kant signaleren steeds vaker dat er economische redenen zijn om te stoppen met biolandbouw. De afgelopen jaren nam de consumptie van biologische producten in Frankrijk steeds toe – in 2018 zelfs met 23 procent – maar nu lijkt de bereidheid van de consument om biologisch te kopen het maximum te hebben bereikt. In 2021 daalde de bio-consumptie voor het eerst met 3,1 procent. Frankrijk heeft een bioareaal van 2,54 miljoen hectare en staat het op de eerste plaats in Europa. Op het totale areaal van 27,8 miljoen hectare is 9,5 procent dus biologisch. In 2021 kwamen er wel 7.500 nieuwe Franse biolandbouwers bij.
Tekst: Franky De Letter & Erna van Butzelaar