Europese melkprijzen zijn met 13% gedaald tot gemiddeld € 32,44 per 100kg in mei 2018 ten opzichte van december 2017. Toch bleven de cashmarges voor melkveehouders in de meeste regio’s positief, ondanks de licht gestegen voerprijzen. De gestegen prijzen voor de basiszuivelproducten bieden ruimte voor hogere melkprijzen gedurende het derde kwartaal van 2018.
Boterprijs bereikt een nieuwe piek
Sinds april is de EU boterprijs gestegen met bijna € 1.040 (21,4%) tot € 5.886 per ton in de tweede week van juni, om vervolgens te dalen tot € 5.814 per ton in derde week van juni. De Europese botervoorraden zijn laag en de beschikbaarheid van melkvet is beperkt. Door de hogere verdiensten van kaas en wei ten opzichte van boter en magere melkpoeder wordt melkvet vooral gebruikt voor de productie van kaas. Hierdoor blijft er relatief weinig melkvet beschikbaar voor de productie van boter.
Prijzen eiwitrijke producten stijgen, maar blijven op een laag niveau
Begin april noteerde de EU prijs voor magere melkpoeder € 1.320 per ton, het laagste prijsniveau sinds 2007. Ondersteund door de lage beschikbaarheid is de prijs van verse magere melkpoederprijs sindsdien met circa € 220 (16,6%) gestegen tot € 1.540 per ton. Toch ligt deze prijs nog onder het mondiale prijsniveau (€ 190 per ton) en aanzienlijk lager dan dezelfde periode vorig jaar (€ 463 per ton) door de druk van de Europese interventievoorraden.
EU prijs Goudse kaas blijft stabiel
Ten opzichte van de andere basiszuivelproducten is de EU prijs voor Goudse kaas stabiel gebleven en met € 60 (2,0%) gestegen tot € 3.000 per ton.
Europese interventievoorraden
Interventievoorraden komen in beweging
Tijdens de tenders in april (24.066 ton), mei (41.958 ton) en juni (23.532 ton) is in totaal 89.556 ton aan magere melkpoeder uit de Europese interventievoorraad verkocht. Gedurende deze periode is de minimale, door de Europese Commissie, geaccepteerde prijs opgelopen van € 1.050 tot € 1.195 per ton. Met een totaal van 65.789 ton (73,5%) was het merendeel van de geaccepteerde biedingen afkomstig uit België (27.579 ton), Duitsland (21.400 ton) en Polen (16.810 ton). Hierdoor omvat de huidige Europese interventievoorraad ruim 275.000 ton aan magere melkpoeder. Voor de volgende tender op 17 juli is 121.315 ton beschikbaar voor verkoop.
Groei wereldwijde melkproductie vlakt af
Door krimpende marges, als gevolg van lagere melkprijzen en oplopende voerprijzen, en tegenvallende weersomstandigheden is de groei van gezamenlijke melkproductie in de voornaamste exportregio’s beperkt gebleven. Voor het tweede kwartaal van 2018 wordt een groei van slechts 0,5% verwacht ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder.
Groei melkproductie blijft vooralsnog beperkt
Ondanks het vooruitzicht op hogere melkprijzen verwacht de Rabobank dat de groei van de melkproductie in de voornaamste exportregio’s beperkt zal blijven in de tweede helft van 2018. Door stijgende voerkosten zullen hogere melkprijzen niet in alle regio’s vertaald worden in betere marges.
Land | Verwachting t.o.v. dezelfde periode vorig jaar | Periode | Opmerking |
Verenigde Staten | +1,0% & 1,5% | 2H 2018 & 1H 2019 | |
Nieuw-Zeeland | +2,0% | Seizoen 2018/2019 (jun-mei) | |
Australië | +2,3% | Seizoen 2018/2019 (jul-jun) | |
Brazilië | -9,0% & -6,0% | Q2 2018 & Q3 2018 | Stakingen vrachtwagenchauffeurs |
Argentinië | +4,0% & -1,0% | Q2 2018 & 2H 2018 | Positieve marges, inflatie & droogte zorgen voor hogere (voer)kosten |
China | +2,2% & 1,6% | 2018 & 1H 2019 | |
India | +4,5% | Seizoen 2018/2019 (april-maart) |
EU: weersomstandigheden spelbreker voor groei melkproductie
Weersomstandigheden waren een spelbreker voor de groei van de EU melkproductie. Door onder andere een koudefront kwam het groei- en weideseizoen moeizaam op gang. Hierdoor lag de melkproductie gedurende maart en april slechts 0,7% hoger dan vorig jaar. In Frankrijk (-0,1%), het Verenigd Koninkrijk (-1,0%) en Ierland (-3,4%) was gedurende deze twee maanden zelfs sprake van een daling van de melkproductie. Door de relatief lage referentiemaanden en behoud van positieve marges kwam de EU melkproductie over de eerste vier maanden van 2018 2,0% hoger uit dan dezelfde periode vorig jaar.
EU zuivelproductie & export
Melkvet is gedurende het eerste kwartaal van 2018 vooral gebruikt voor de productie van kaas (+1,8%). De productie van boter en magere melkpoeder is met 1,3% en 7,0% gestegen. Echter, de basis voor zowel de boter als magere melkpoeder productie blijft laag. Ten opzichte van 2016 liggen zowel de boter (-4,9%) als de magere melkpoeder (-3,5%) productie nog steeds op een lager niveau.
EU Zuivelproductie kwartaal 1 2018 | Verschil t.o.v. zelfde periode vorig jaar |
Kaas | +1,8% |
Boter | +1,3% |
Magere melkpoeder | +7,0% |
Volle melkpoeder | -4,2% |
Zuivelexport groeit verder
Na een jaar met dubbele groeicijfers noteerde export van magere melkpoeder een plus van 7,8% gedurende de eerste vier maanden van 2018. Door de beperkte beschikbaarheid van verse melkpoeder en hogere referentiemaanden zal de groei van magere melkpoeder export naar verwachting verder afvlakken in de tweede helft van 2018. Ondanks een groei van 1,3% blijft de basis voor boter export laag door de beperkte Europese botervoorraden. De kaasexport noteerde een groei van 0,1%.
EU Zuivelexport januari-april 2018 | Verschil t.o.v. zelfde periode vorig jaar |
Kaas | +0,1% |
Boter | +1,3% |
Magere melkpoeder | +7,8% |
Volle melkpoeder | -9,5% |
Wei-poeder | +5,9% |