Als de temperatuur in en buiten de stal zakt, kunnen er problemen ontstaan bij de melkrobot met bevroren waterleidingen, camera’s en touwtjes. Bij extreme vorst kan er zelfs mest vastvriezen aan roostervloeren. En al die zaken zijn van invloed op het gedrag van de koeien, melkproductie, werkdruk en efficiëntie. Voorkomen is natuurlijk altijd beter dan genezen.
Wij zetten de tips voor je op een rijtje:
Melkrobot vorstvrij houden
- Om je robot vorstvrij te houden, is het belangrijk om de ruimte te verwarmen met een kachel of heater. Deze apparaten geven de eerste 24 uur na ingebruikname vaak een onaangename geur af, waardoor de koeien minder naar de robot komen. Een heater op diesel blijkt in de praktijk te kunnen leiden tot een daling van het aantal melkingen per koe met 0,2 tot 0,4. Dit wordt veroorzaakt door de aparte geur en het lawaai. Het beste alternatief is een gaskachel of infraroodkachel. Die maken geen geluid en stinken niet.
- Als de ruimte rondom de robot gevoelig is qua luchtstromen, denk dan goed na over een oplossing en benodigde materialen. Schaf het materiaal van tevoren aan.
- Ruw geworden of versleten touwtjes zijn altijd gevoeliger voor vorst. Controleer de touwtjes en vervang ze zo nodig.
- Gebruik je een zogenaamd verwarmingslint voor je watertoevoer? Controleer de werking ervan. Controleer ook je geïsoleerde waterleidingen.
- Bij extreme vorst kan de mest vastvriezen aan de stalvloer. Als je een mestrobot hebt, overweeg dan om het aantal rondjes te verhogen.
- Zorg voor een vorstvrije opslag van reinigingsmiddelen. Bij bevriezingsverschijnselen verandert de structuur van reinigingsmiddelen. Dit is een onomkeerbaar proces en heeft een negatieve invloed op het doseren en functioneren van het reinigingsmiddel in de robot. Controleer en kalibreer de juiste verhouding tussen water en reinigingsmiddelen.
Tips voor je koeien
- Een grote waterbak voor een kudde bevriest niet zo snel als een individuele bak voor gesepareerde of zieke koeien. Plaats bij wijze van voorzorgsmaatregel een extra ronde bak in de stal en besteed extra aandacht aan de waterbakken om bevriezing te voorkomen.
- In de ochtend is het loopgedrag naar de robot vaak het laagst, maar de vorst het hardnekkigst. Om bevriezing te voorkomen, kun je het voermoment naar de namiddag of avond verplaatsen zodat de koeien ’s ochtends volop voer ter beschikking hebben. Dit beïnvloedt het loopgedrag, waardoor je melkrobot minder snel stil staat in de ochtend.
- Houd rustende zieke koeien goed in de gaten, want hun lichaamstemperatuur zakt sneller.
- Schraal winterweer is een extra belasting voor de speenhuid. De speenhuid wordt sneller droog en ruw. Vuil kan zich dan makkelijker hechten aan de spenen, waardoor de kans op infecties groter wordt. Pas, indien nodig, het spray- of dipmiddel aan zodat de speenhuid in optimale conditie blijft.
Bron: Agrifirm