De fosfaatproductie van de Nederlandse veehouderij moet worden gereduceerd. Er kan een grote efficiëntieslag worden gemaakt door melkkoeien te voeren naar fosforbehoefte. De fosforbehoefte hangt sterk samen met het fosforgehalte in de melk. Omdat er op dit moment geen goede en goedkope methode is voor het bepalen van fosfor in melk, wordt aan veel koeien meer fosfor gevoerd dan strikt noodzakelijk is.
Het onderzoek van Ibrahim Jibrila, onder begeleiding van prof. Henk Bovenhuis bij de leerstoelgroep Fokkerij & Genetica van Wageningen University & Research, laat zien dat fosfor in de melk nauwkeurig kan worden bepaald op basis van infrarood analyses. Dit maakt het mogelijk om de fosforgift en de fosforbehoefte van de melkkoe op elkaar af te stemmen. Op deze manier kan de melkveehouderij de fosfaatproductie op jaarbasis met miljoenen kg terugdringen.
De fosforbehoefte van een melkkoe wordt in belangrijke mate bepaald door de hoeveelheid fosfor die nodig is voor de melkproductie. Op dit moment wordt er vanuit gegaan dat het fosforgehalte in de melk gelijk is voor alle koeien. In werkelijkheid bestaan er grote verschillen tussen individuele koeien; op lactatiebasis kunnen deze verschillen oplopen tot 3 kg fosfor. Omdat veehouders op dit moment niet weten wat het werkelijke fosforgehalte in de melk is, kunnen ze de fosforgift niet afstemmen op de behoefte van de individuele koe. Om gezondheidsproblemen ten gevolge van een fosfortekort te voorkomen wordt de fosforgift afgestemd op koeien met de hoogste fosforbehoefte. In de praktijk zien we dat koeien daarom worden gevoerd op 130-150% van hun fosforbehoefte. Daardoor is de fosfaatproductie (uitscheiding in mest) veel hoger dan bij het voeren naar werkelijke behoefte. Hier kan dus een enorme efficiëntieslag worden gemaakt.
Infraroodmetingen praktisch eenvoudig toepasbaar
Verlagen van de fosforgift zonder dat er gezondheidsproblemen optreden en daarmee verkleinen van de fosfaatproductie, is alleen mogelijk wanneer het fosforgehalte van de melk bekend is. Onderzoek bij de leerstoelgroep Fokkerij en Genetica laat zien dat fosfor in melk goed kan worden bepaald door middel van infraroodmetingen. De ontwikkelde methode kan 84% van de verschillen in werkelijk het fosforgehalte verklaren. Infrarood analyses worden al jaren gebruikt voor de routinematige bepaling van het vet-, eiwit- en lactosegehalte in de melk. Het onderzoek laat zien dat dezelfde analyses ook kunnen worden gebruikt voor de bepaling van het fosforgehalte in de melk. Dit maakt de praktische toepassing van fosforbepalingen relatief eenvoudig. Hierdoor zal een veehouder veel beter in staat zijn om de fosfaatgift van individuele koeien af te stemmen op hun behoefte. Dit kan leiden tot een besparing van 3.6 kg fosfaat per melkkoe op lactatiebasis en een 17% efficiëntere benutting van fosfaat. De methode kan ook worden gebruikt voor de bepaling van het fosforgehalte in tankmelk en daarmee tot een nauwkeurigere inschatting van de bedrijfsspecifieke excretie van fosfaat.