“Tegen deze melkprijzen kan niemand produceren.” Zo reageert Kees Romijn, melkveehouder in Langerak en voorzitter van de vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland, op de aanhoudende zuivelcrisis in Europa. Nederlandse melkveehouders ontvangen momenteel ongeveer 25 eurocent per liter; acht tot tien cent onder kostprijs. Voor een modaal melkveebedrijf betekent dat per maand 6.000 tot 7.000 euro minder inkomsten.
Wat LTO betreft moet een mix van maatregelen een einde maken aan lage melkprijs: een nieuwe ronde van interventie door de Europese Commissie (1), beëindiging van de Europees-Russische boycot (2) en een betere verdeling van de marges in de keten (3). Want hoewel de zuivelmarkt eerste tekenen van herstel lijkt te vertonen, zijn de zorgen nog steeds groot, aldus Romijn.
Interventie door de Europese Unie, waarbij melkpoeder en boter bij een bepaalde prijs opgekocht worden en vervolgens in opslag worden genomen, is volgens LTO Nederland een goede maatregel om een bodem in de zuivelmarkt te leggen. Momenteel loopt de tweede Europese interventieronde, op een niveau van 21,5 euro per honderd liter melk, snel vol. LTO dringt nu aan op een derde ronde. ”Daarmee zou de Europese Unie verantwoordelijkheid nemen voor haar aandeel in de mondiale zuivelcrisis. Wat ons betreft is dat het juiste signaal”, aldus Romijn. Hij wijst verder op de prijs voor zuivel in het winkelschap. “Die is nauwelijks gezakt, ondanks de lage melkprijs voor onze veehouders. Dat betekent dat de marges zijn toegenomen. Een betere verdeling van die marges zou melkveehouders meer lucht verschaffen.”
Aankomende maandag en dinsdag zijn in Wageningen de voorzitters van Europese landbouworganisaties en -coöperaties, op uitnodiging van LTO Nederland. Eurocommissaris Phil Hogan (Landbouw en Plattelandsontwikkeling) is hierbij aanwezig. In Wageningen staat de zuivelcrisis hoog op de agenda. Ook van de partij in Wageningen: oud-landbouwminister Cees Veerman. Hij onderzoekt namens de Europese Commissie de mogelijkheden om de positie van boeren en tuinders in de keten te versterken.
Romijn ziet geen heil in een terugkeer van de Europese melkquotering. “In Nederland is de melkproductie weliswaar flink gestegen, maar in de hele EU bedraagt de productiestijging hooguit 1,5 procent. Andere belangrijke productiegebieden in de wereld zoals Nieuw-Zeeland, de VS en Australië laten zich echt niet leiden door Europese wetgeving op het gebied van melkproductie.”
Vrijwillige productiebeperking door Europese zuivelondernemingen is volgens Romijn ook geen reële oplossing. “FrieslandCampina heeft daar ervaring mee maar het is kostbare maatregel, die uiteindelijk betaald moet worden door melkveehouders. Vergeet niet, in Nederland wordt nog geen twee procent van de mondiale zuivel geproduceerd. De productie hier terugschroeven heeft geen effect.” Ook financiële compensaties voor melkveehouders uit het Europese crisisfonds wijst Romijn af. “Want dat zal leiden tot lagere directe betalingen in 2017. Per saldo schieten we daar niks mee op.”
Volgens Romijn hebben twee ontwikkelingen gezorgd voor de lage melkprijs van dit moment: de lage olieprijs (waardoor olie-exporterende landen minder zuivel kopen) en de aanhoudende Europees-Russische boycot (waardoor de Europese zuivelexport naar Rusland volledig is stilgevallen). “Die Russische markt moet zo snel mogelijk weer open. En nu de betrekkingen met Iran zijn genormaliseerd, moeten ook die grenzen snel open. In Iran liggen grote afzetmogelijkheden voor Nederlandse zuivel.”
Inmiddels ziet LTO de eerste tekenen van markt. Romijn: ”De olieprijs klimt weer. In Nieuw-Zeeland en Australië loopt de melkproductie terug. De vraag naar zuivel vanuit China lijkt weer wat aan te trekken. En de noteringen voor boter en melkpoeder stijgen weer voorzichtig. Ik hoop oprecht dat melkveehouders het ergste achter de rug hebben.”