In een koppel melkkoeien is via mestonderzoek van vaarzen longworm gediagnosticeerd. Besmettingen met longworm worden opgelopen in de weide. Met name vanaf medio augustus worden besmettingen gediagnosticeerd. Zo meldt de Gezondheidsdienst voor Dieren.
De klinische klachten op het bedrijf waren hoesten, vermageren en melkproductiedaling (de gemiddelde productie was gezakt van 30 naar 26 liter). Zoals vaker het geval is, betrof het hoestklachten van de gehele koppel (jonge en oudere koeien) en is de infectie op dit bedrijf veroorzaakt doordat de vaarzen, die de eerste twee jaar opgestald zijn geweest, na het afkalven met de melkkoeien naar buiten zijn gegaan.
Deze gevoelige dieren pikten een longworminfectie op, maakten een paar cycli door en hebben voor een massale besmetting van de weide gezorgd, die niet alleen andere gevoelige dieren heeft besmet, maar ook eerder besmette dieren (oudere melkkoeien). Bij deze laatstgenoemde groep kunnen gelijke klachten (hoesten en productiedaling) optreden, die veroorzaakt worden door een overreactie van het immuunapparaat. Dit wordt ook wel het ’herinfectiesyndroom’ genoemd.
Herinfectie kan meerdere jaren achtereen bij dezelfde koppels dieren klachten geven. Omdat de cyclus in deze dieren vaak niet volledig wordt doorlopen, zijn geen volwassen wormen aanwezig, waardoor in het laboratorium de besmetting niet wordt aangetoond. Het advies is om bloed of mest van runderen te onderzoeken die voor het eerst in aanraking zijn gekomen met longworm en hoesten. Bij een hoestende koppel melkkoeien is tankmelkonderzoek op longwormafweerstoffen vanaf augustus zinvol.
Bron: Gezondheidsdienst voor Dieren