In april dit jaar introduceert CRV de nieuwe fokwaarde Veerkracht. Deze fokwaarde laat zien hoe goed een koe genetisch gezien bestand is tegen verstoringen en hoe snel ze van verstoringen herstelt. Een meer veerkrachtige koe zal beter produceren door een regelmatiger productieverloop. Volgens CRV biedt de nieuwe fokwaarde, naast de al bestaande gezondheidskenmerken belangrijke extra informatie.
“Denk bij verstoringen aan ziektes, stressfactoren, slechte ruwvoerkwaliteit of weersomstandigheden. De ene koe kan hier beter mee omgaan dan de andere. Koeien die hier minder tegen kunnen, zullen minder functioneren, dus minder melk geven”, vertelt Niek Meijer van de Animal Evaluation Unit van de Coöperatie CRV.
Verschil in veerkracht betekent verschil in melkproductie
Meijer laat met behulp van grafiekjes het verschil in melkproductie zien tussen een veerkrachtige en een minder veerkrachtige koe. De eerste grafiek toont het lactatieverloop van een minder veerkrachtige koe. Deze heeft regelmatig een dip die lang aanhoudt. De volgende grafiek toont het lactatieverloop van een koe die veerkrachtiger is. Er komen minder productiedalingen voor, en de koe is sneller weer terug op niveau.
Grafiek 1: Lactatieverloop minder veerkrachtige koe
Grafiek 2: lactatieverloop veerkrachtige koe
Bron: CRV
Wanneer heeft een koe een goede veerkracht?
CRV meet de veerkracht op basis van een dataset met informatie over individuele melkbeurten van koeien vanaf grofweg 2010. Meijer schat in dat hier zo’n 7.000 bedrijven in zitten. Deze gegevens komen van bedrijven met automatische melksystemen en melkstallen met elektronische melkmeters. Op basis van de melkingen wordt per koe de melkgift per dag berekend en de optimale lactatiecurve. Dat laatste is de melkproductie die er zou zijn geweest als de koe nooit een verstorende factor was tegengekomen. Per dag is zo te zien of de koe meer of minder geeft dan de verwachte lactatiecurve.
Als er weinig verschil zit tussen daadwerkelijke productie en optimale productie, dan is er sprake van een goede veerkracht. Bij veel verschil heeft de koe een slechte veerkracht.
Kenmerken van Veerkracht: herstel en stabiliteit
Veerkracht kent twee kenmerken: Herstel en Stabiliteit. Herstel is de tijd die nodig is om te herstellen van een verstoring. Stabiliteit is het aantal keren productieverlies in de lactatie. “Als melkveehouder wil je een koe hebben die zo min mogelijk in de lactatie een productieverlies heeft. En als er sprake is van productieverlies, dan wil je dat die koe zo snel mogelijk herstelt”, verklaart Meijer. Qua erfelijkheidsgraad is Veerkracht vergelijkbaar met andere gezondheidskenmerken. Stabiliteit heeft een hogere erfelijkheidsgraad dan herstel.
Correlatie met overige gezondheidskenmerken
CRV keek naar het verband tussen Veerkracht en overige gezondheidskenmerken. Het blijkt dat er een positieve correlatie is. Zo is er voor Vruchtbaarheid een correlatie van acht procent met Herstel en 31 procent voor Stabiliteit. Voor Ketose is een correlatie van zestien procent voor Herstel en 49 procent voor Stabiliteit. De veronderstelling dat koeien met een spiertje meer goed tegen een stootje kunnen komt in dit verband ook uit. De correlatie tussen Conditiescore en Herstel is namelijk zeven procent en de correlatie tussen Conditiescore en Stabiliteit 43 procent.
Wat is de meerwaarde?
Als de correlatie met de bestaande gezondheidskenmerken zo hoog is, voegt dan een fokwaarde Veerkracht nog wel wat toe? “Zeker wel”, vertelt Meijer. “45 procent van de variatie valt nog niet te verklaren door de al bestaande gezondheidskenmerken. Dat is op zich logisch. Neem bijvoorbeeld warme zomers. Dat heeft niets met gezondheid van doen. Of reactie op rantsoenwisselingen of veranderingen in de stal. Daarnaast hebben we niet voor alle gezondheidsaandoeningen een fokwaarde. Als je fokt op veerkracht, ga je er op vooruit.”
Hoe zien we dit straks terug?
Veehouders en KI-organisaties krijgen wat betreft veerkracht bij de stieren drie nieuwe getallen te zien: de totaal fokwaarde Herstel, de totaal fokwaarde Stabiliteit en de index Veerkracht. “Voor Herstel en Stabiliteit praten we over een totaal fokwaarde omdat we een lactatie 1- kenmerk hebben, een lactatie 2 en een kenmerk voor lactatie 3 en volgende. Dit voegen we samen tot één totaal fokwaarde, waarbij we lactatie 1 zwaarder laten tellen dan lactatie 2 en 3”, legt Meijer uit.
De fokwaardes Herstel en Stabiliteit worden gebundeld in de index Veerkracht. Daarbij wordt drie keer zoveel waarde gehecht aan Stabiliteit, omdat de genetische correlaties met gezondheidskenmerken hoger zijn. Veehouders en stiereigenaren kunnen het beste focussen op de index Veerkracht, want dan heb je alles in één waarde gebundeld.
Net als de meeste andere kenmerken is Veerkracht een relatieve fokwaarde. Het gemiddelde is honderd en de spreiding is vier. Alles onder de honderd is minder veerkrachtig, alles boven de honderd is een veerkrachtige koe. Dus hoe hoger, hoe beter.
Rasverschillen voor veerkracht
Niet verrassend zijn de rasverschillen voor Veerkracht. Gebaseerd op zwartbontbasis komt Holstein net iets onder de 100 uit. Alle andere rassen komen beduidend hoger uit. Jersey scoort het beste, met een veerkrachtindex van 107.3. “Gezien het feit dat veel veehouders inkruisen met andere rassen om iets robuustere koeien te krijgen zijn deze resultaten niet verrassend”, vertelt Meijer.
Genetische trend kan verder oplopen
Meijer laat middels een grafiekje zien dat de genetische trend voor Herstel en Stabiliteit sinds 2005 licht positief is. “Op zich is dat niet verrassend door de positieve correlatie met gezondheidseigenschappen. Aan de andere kant is het weer verrassend als je kijkt naar de negatieve correlatie met melkgift. Nu we het kenmerk ook gaan publiceren en veehouders er op kunnen fokken, zou het zomaar kunnen dat het lijntje vanaf 2024 nog iets steiler omhoog gaat lopen.”
Grafiek 3: Genetische trend Veerkracht
Tekst: Gerben Hofman