Door een wereldwijde krappe melkaanvoer blijven de zuivelprijzen op hoog niveau. Globaal blijft de importbehoefte van China een grote onzekere factor. Ook de oorlog in Oekraïne heeft veel invloed. Dit zorgt voor hogere kosten in de gehele zuivelmarkt. Deze prijsstingingen zijn nog niet volledig doorvertaald naar de consument. Maar is er de komende kwartalen toch verandering te verwachten? Meer cijfers, trends en ontwikkelingen lees je in deze update.
Wereldwijd tekort aan melk houdt aan
De wereldwijde melkaanvoer in de 7 grootste exporterende regio’s is voor 3 aaneengesloten kwartalen gekrompen, van het derde kwartaal in 2021 tot en met het eerste kwartaal in 2022. Deze krimp is voor het eerst sinds 2016. Volgens de verwachting van Rabobank wordt daar een vierde kwartaal aan toegevoegd: het tweede kwartaal van 2022. Zo’n lange periode van krimp hebben we niet gezien sinds 2012-2013. De Rabobank verwacht dat de melkproductie in het tweede kwartaal van 2022 daalt met 1 procent vergeleken met vorig jaar, na een daling van 1,9 procent in het eerste kwartaal van dit jaar (zie figuur 1).
Voor nu verwacht de Rabobank dat zuivelprijzen op het ruim bovengemiddelde niveau blijven. Al zijn er wel een paar punten die de dynamiek in de markt kunnen veranderen. Goed om in de gaten te houden:Voorlopig zorgen de aanhoudende hoge olieprijzen voor recordhoge benzine- en dieselprijzen. Dit verhoogt de inflatiedruk en beperkt de koopkracht van veel consumenten. Olie-exporteurs profiteren daarvan, waardoor de vraag naar zuivelproducten in sommige delen van het Midden-Oosten, Afrika en Zuid-Amerika versterkt.De grote onzekere factor die de wereldwijde zuivelhandel bezighoudt, is de hoeveelheid die China in de tweede helft van dit jaar gaat importeren. De groei van de Chinese melkproductie, voorraadopbouw en nieuwe lockdowns zorgen voor een daling.
De dollar-index is op zijn sterkst sinds 2003. Komende kwartalen wordt een verdere verzwakking van de euro verwacht, aangezien de FED (Amerikaanse evenknie van ECB) de rente blijft verhogen. Dit zorgt voor hoge grondstofprijzen in veel regio’s.Komt er een nieuwe golf aan overheidssteun? Inflatie is niet populair bij kiezers, waardoor een groot aantal overheden zullen reageren op de recordhoge prijsstijgingen. Het Verenigd Koninkrijk (VK) is een van de eersten die in mei maatregelen heeft genomen om de gevolgen van de hoge energierekening voor consumenten te verlichten.In een regio als Zuid-Amerika zijn hoge inflatiecijfers niet ongewoon, waardoor salarissen al snel worden aangepast. Binnen de EU ligt dit anders en is er grote onzekerheid over de impact van de inflatie op het consumptiegedrag bij de consument.
In de meeste regio’s zijn de hogere melkprijzen geen garantie voor een hogere melkproductie. Melkveehouders worden wereldwijd geconfronteerd met hogere prijzen voor maïs, soja en kunstmest. In sommige regio’s komen daar nog uitdagende weersomstandigheden bij, in het bijzonder in Oceanië en Zuid-Amerika. Ook inflatiedruk in energie, diesel en lonen hebben directe impact op winstgevendheid. Dit gecombineerd heeft gevolgen voor de melkproductie. De vooruitzichten voor voerkosten blijven vooralsnog uitdagend.
“Met het oog op aanhoudende hoge voerkosten, hebben melkveebedrijven die hun voer zelf verbouwen een betere positie.”
In de Verenigde Staten (VS) is de start van het nieuwe seizoen geremd door extreem weer. Koele temperaturen in het noorden en midden zorgden voor een late start, terwijl hitte en droogte in het zuidwesten een negatieve impact hadden op koecomfort. Met het oog op aanhoudende hoge voerkosten, zijn melkveebedrijven die het grootste deel van hun voer zelf verbouwen beter gepositioneerd dan bedrijven die afhankelijker zijn van het aankopen van voer. Aflopende contracten vergroten deze kloof verder. Als rantsoenen worden geoptimaliseerd, mag de kostenbesparing niet ten koste gaan van de hoogwaardige productieniveaus.
In Nieuw-Zeeland zal de melkproductie voor het seizoen 2022/2023 worden bepaald door het weer. Rabobank verwacht voor het nieuwe seizoen een stijging van de melkproductie met 2 procent. Dit komt door de lage vergelijking van vorig jaar en beter weer tijdens de piek van het seizoen.
Melkproductie in de 27 EU-landen en VK liet in het eerste kwartaal van 2022 een jaar-op-jaar daling zien van 0,5 procent (zie figuur 2). Dit was weer het geval voor Duitsland, Frankrijk, het VK en Nederland. Deze 4 landen zijn samen goed voor ongeveer 53 procent van het EU-totaal qua melkaanvoer. Italië en Polen hadden beiden een kwartaal met redelijke groei. Al had Ierland een zwakke start van het nieuwe weideseizoen, wat wijst op een wat geremde groei. Nu de EU in de piek van het seizoen zit, verwacht de Rabobank dat de melkaanvoer in het tweede kwartaal met 0,3 procent terugloopt, vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Ook de eerste cijfers voor april en mei laten een dalend beeld zien voor Duitsland, Frankrijk, het VK en Nederland. Terwijl droogte wederom een punt van aandacht is voor meerdere landen in de EU.
Grondstoffenmarkt: voerprijzen blijven hoog met piek in tweede helft 2022
De prijsverwachting voor tarwe is recent naar boven bijgesteld door de erosie op de wereldwijde graanvoorraden. De kwaliteit van wintertarwe in de VS blijft (ver) achter in vergelijking met voorgaande jaren door een tekort aan neerslag. Zomertarwe in het noorden van de VS heeft juist last van natte omstandigheden en wordt laat gezaaid. Half mei zat 39 procent in de grond, tegenover 83 procent een jaar eerder.
De prijsverwachting voor maïs is licht naar beneden bijgesteld, maar ligt voorlopig nog steeds op een hoog niveau. We verwachten dat de maisexport vanuit Brazilië wat herstelt, maar niet voldoende om het verlies vanuit Oekraïne te vervangen. Zuid-Amerika heeft te maken met aanhoudende weersinvloeden van La Niña. In het noorden van de VS zijn koude, natte weersomstandigheden een zorg voor de maïsteelt. De prijsverwachting voor sojameel is licht naar beneden bijgesteld, maar ook hier geldt: voorlopig op hoog niveau. In de VS is er de afgelopen jaren steeds meer vraag vanuit de industrie voor sojaolie.
Oorlog Oekraïne zorgt voor hogere prijzen Europese basiszuivelproducten
Prijzen voor de basiszuivelproducten in Europa zijn fors gestegen, onder andere door de oorlog in Oekraïne (zie figuur 3 en 4). Rabobank verwacht voor het derde en vierde kwartaal nog steeds deze hogere prijzen. Dit ondanks de toegenomen onzekerheden en een verzachting van de wereldwijde en Europese spotprijzen voor zuivelproducten in de eerste helft van mei. Op basis van onder andere onderhandelingen over nieuwe retail contracten ziet de Rabobank kansen voor een sterke stijging van de Europese prijs voor Goudse kaas, in de tweede helft van dit jaar. Denk aan ongeveer €5.000 per ton. Spotprijzen liggen al langere tijd rond of zelfs boven dit niveau. Tegelijkertijd zullen lagere prijzen al snel worden opgevangen door een grotere vraag van kopers, de zogenoemde onafgedekte vraag. Hierdoor blijven prijzen in de nabije toekomst op een hoog niveau.
De grote vraag is wat de impact van inflatie doet met de Europese vraag naar zuivelproducten. Beschikbare gegevens tot en met maart laten zien dat de volumes in het retailkanaal de Corona-premie kwijt zijn. Door de lockdowns konden consumenten namelijk een bepaalde periode niet anders dan voedsel in de supermarkt kopen, waardoor er meer volumes over de toonbank gingen bij supermarkten.
Ondertussen is de recente kosteninflatie als gevolg van de oorlog in Oekraïne over het algemeen nog niet volledig te zien in de consumentenprijzen. Het is de zuivelcategorie ‘boter en margarine’ die tot nu toe de kroon spant wat betreft prijsstijging in de supermarkt. Lees meer in onze Inflatiemonitor Nederland van juni 2022. De foodservice blijft profiteren van het in 2 jaar tijd opgebouwde spaargeld van consumenten. Historisch gezien wordt de zuivelconsumptie in de EU als prijsinelastisch gezien. Maar met het oog op de verwachte verdere inflatie neemt het risico dat consumenten overstappen op goedkopere alternatieven toe. Bijvoorbeeld van A-merken naar huismerken.
Ook piek in melkprijzen schuift op
Voor Nieuw-Zeeland verwacht Rabobank voor het seizoen 2021/2022 een melkprijs van NZD 9,00 per kilogram vet- en eiwit. Dit is omgerekend ongeveer € 49 per 100 kilogram melk. Dit ligt in lijn met Fonterra’s verwachting van NZD 8.25-9.75 per kilogram vet- en eiwit voor het gehele seizoen. Ongeveer € 45 tot € 53 per 100 kilogram melk. Lagere melkproductie, zowel in Nieuw-Zeeland als in andere exportregio’s, ondersteunen een winstgevende prognose van de melkprijs. Maar de lockdowns in China en uiteindelijke importbehoefte bepalen het lot van de Nieuw-Zeelandse melkveehouders.
De gemiddelde melkprijs in de 27 EU-landen is sinds januari gestegen met 6,5 procent tot € 44,51 per 100 kilogram melk in april. Dit gemiddelde zal de komende maanden nog verder stijgen. Dit komt omdat de aangekondigde uitbetaalde melkprijzen voor mei en juni € 55 per 100 kilogram naderen bij diverse grote zuivelverwerkers. Terwijl de spotmarkt zelfs al even € 57,50 per 100 kg melk heeft aangetikt. In welke mate zuivelverwerkers melkprijzen kunnen verhogen, verschilt en is afhankelijk van de product-markt combinatie. Een relatief grote exposure in lange termijn retail contracten, in het bijzonder het geval bij kaas en vloeibare melk, zorgen voor een vertraging van de reactie. De (vaak) toch al lage marges op private label vloeibare melk contracten zorgden ook voor frictie in de onderhandelingen met retailers.
Op basis van 20 EU-landen waar we de biologische melkprijs van weten, valt op te maken dat in het eerste kwartaal deze melkprijs gemiddeld met 2,8 procent (€ 1,35 per 100 kilogram melk) is gestegen. Deze steeg naar € 46,05 per 100 kilogram melk in maart. In deze periode daalden zelfs de biologische melkprijzen in Frankrijk, Spanje en Portugal. Deze vraaggestuurde markt is beduidend minder gevoelig voor de ontwikkeling van de wereldwijde melkprijzen, en wordt vooral bepaald door regionale omstandigheden van vraag- en aanbod.
Beperkt melkaanbod blijft zorgen voor dalende Europese zuivelexport
De export van de voornaamste Europese zuivelproducten daalde in het eerste kwartaal van 2022 over de gehele breedte. Dit komt door krapte in de melkaanvoer en omdat Europese prijzen over het algemeen een stuk hoger liggen dan prijzen wereldwijd. Van buiten de EU importeren is nog vrij lastig, aangezien voor de meeste zuivelproducten importtarieven gelden aan de grenzen van de EU. Ook voor het tweede en derde kwartaal verwacht de Rabobank een daling van de export. Met belangrijkste oorzaken een beperkt aanbod van melk, regionale prijsverschillen en hoge kosten voor logistiek.
De verslechterende macro-economische vooruitzichten in China worden verergerd door de (verlengde) lockdowns in een aantal Chinese regio’s. Rabobank schat dat steden die in april en mei volledig of gedeeltelijk in lockdown zaten, goed zijn voor 35 procent van het BBP in 2021. Zuivelverwerkers mogen verwachten dat de lockdowns hun tol zullen eisen voor de omzetgroei van het tweede kwartaal van dit jaar.
China’s binnenlandse melkproductie blijft sterk groeien. Het Nationaal Bureau voor Statistiek in China publiceerde groeicijfers van ruim 8 procent voor het eerste kwartaal van 2022, gedreven door uitbreiding van de veestapel en productietoenames. De gemiddelde Chinese melkprijs daalde sinds halverwege februari tot halverwege mei met 2 procent. Ook in China hebben de oplopende voerkosten effect, waardoor de winstgevendheid op melkveebedrijven onder druk komt te staan. Rabobank verwacht dat de importbehoefte van China in de tweede helft van 2022 daalt met 37 procent, door de groeiende binnenlandse voorraad en aanhoudende productiegroei.
Nederlandse melkproductie wederom gedaald
De melkproductie in Nederland daalde in het eerste kwartaal van 2022 met 2,3 procent vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Ook het tweede kwartaal startte met een negatieve groei. In april is 2,6 procent minder melk aangeleverd vergeleken met dezelfde maand een jaar eerder. Zoals eerder aangegeven zijn gunstige weersomstandigheden de belangrijkste voorwaarden voor een groei in melkproductie. Met de eerste tekenen van droogte en een beregeningsverbod in diverse regio’s, lijkt ook het tweede kwartaal van 2022 op een daling in melkproductie af te stevenen. De regen van de afgelopen weken heeft wel geholpen, maar volgens het KNMI is het neerslagtekort op moment van schrijven gelijk aan dat van de 5 procent droogste jaren. In delen van Zeeland, Limburg, het oosten van Noord-Brabant en het zuiden van Gelderland is het tekort momenteel het grootst.
Beperkte toename van liquiditeit bij melkveebedrijven
Analyses van Rabobank laten zien dat de toename van de liquiditeit bij melkveebedrijven niet zo hard stijgt als je zou mogen verwachten, gezien de actuele melkprijs. Hier zijn diverse redenen voor. Sommige ondernemers hadden nog wat in te halen vanuit afgelopen jaren, waarin de marges gemiddeld laag waren. Anderen hebben investeringen gedaan omdat het nu kan en soms ook noodzakelijk is. Daarnaast zijn op veel bedrijven de kosten gestegen, waardoor margegroei beperkter was. Maar met de huidige melkprijs zorgt het wel voor een verbetering van de financiële positie.
Een ontwikkeling die noodzakelijk is om mogelijke (toekomstige) tegenvallers op te vangen, bijvoorbeeld de stijgende rente. De melkveehouders zijn de afgelopen periode gewend geraakt aan een zeer laag renteniveau. De stijging van afgelopen maanden zorgt voor krappere rentabiliteitsprognoses. Ondanks dat het er nu op lijkt dat de sterkste stijging even achter de rug is, is de impact fors. Een relatief voordeel is dat meerdere melkproducerende regio’s hier mee te maken hebben, waardoor de stimulans om flink in productiecapaciteit uit te breiden ook gesmoord wordt.
Bron: Rabobank