Melkveebedrijven stonden eind april 2017 gemiddeld 5.600 euro in het rood op hun rekening-courant. Dat is een verbetering van 15.000 euro ten opzichte van de stand aan het eind van 2016, toen het saldo 20.600 euro negatief was.
De belangrijkste oorzaak van deze positieve kasstroom is de toegenomen melkprijs. Daarnaast ontvingen veel bedrijven nog toeslagrechten en werden nabetalingen uitbetaald. De fosfaatreductieregeling leidde tot extra inkomsten uit verkoop van vee. Ten opzichte van de rekening-courantpositie per eind april vorig jaar is een verbetering opgetreden van 4.500 euro.
Saldo op de lopende rekening stijgt
De ontwikkeling van de stand op de lopende rekening is een resultante van de bij- en afschrijvingen. Ook neveninkomsten en privéuitgaven zijn verwerkt. Aan het einde van de eerste vier maanden van 2017 had het gemiddelde melkveebedrijf een hoger saldo op de rekening-courant (lopende rekening) dan aan het eind van 2016. De onbalans tussen inkomsten en uitgaven was vooral groot tussen mei en november 2016. Dit leidde tot een dieptepunt van -27.000 euro in november 2016. Daarna is er een herstel ingetreden. In de eerste 4 maanden van 2017 werd er gemiddeld ongeveer 119.000 euro per bedrijf aan melkgeld bijgeschreven, terwijl dat in dezelfde periode van 2016 nog om 105.000 euro ging.
Bij helft van de bedrijven stijgt saldo met meer dan 2.500 euro
Tussen de melkveebedrijven bestaan grote verschillen in ontwikkeling van het saldo op de lopende rekening. Bij iets meer dan de helft van de bedrijven lag dat saldo per eind april 2017 meer dan 2.500 euro hoger dan op hetzelfde moment in 2016 en bij 35% meer dan 2.500 euro lager. Bij de resterende 14% bleef het verschil beperkt tot 2.500 euro hoger of lager.
1 op 3 bedrijven heeft rekening-courantsaldo van 0 tot 25.000 euro
Eind 2016 stond 20% van de melkveebedrijven meer dan 50.000 euro in het rood, eind maart 2017 nog maar 16%. Aan de meest positieve kant (hoger saldo dan 25.000 euro) nam het aandeel bedrijven toe van 13% naar bijna 20%. De klasse die loopt van 0 tot 25.000 euro is de klasse met de meeste bedrijven. In het eerste kwartaal valt daar ongeveer 37% van de bedrijven in. Dat aandeel is ongeveer even groot als aan het eind van het eerste kwartaal van 2016.
De veranderingen in aandelen van de bedrijven per klasse kunnen soms relatief klein zijn, maar dat wil niet zeggen dat de situatie per bedrijf niet sterk kan verschillen. Van de 20% bedrijven die aan het eind van het vierde kwartaal 2016 lager dan -50.000 euro scoorden, bleven de meeste bedrijven (76%) in die klasse, maar er stroomden ook bedrijven door naar een positief saldo. De groep die aan het eind van het eerste kwartaal 2017 een laag saldo had op de rekening-courant bestaat voornamelijk uit bedrijven die ook eind december al laag scoorden.