Door de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne steeg de melkprijs. Maar kan deze stijging de fors gegroeide toegerekende kosten wel volledig compenseren? ABAB duikt erin.
Stevig fundament
Het prijsniveau voor Europese basiszuivelproducten kende, door het beperkte internationale melkaanbod, na de zomer van 2021 een forse stijging. De lage voorraden, de beperkte groei in melkproductie en de grote Europese vraag naar zuivel zorgen voor een stevig fundament en positieve vooruitzichten. In deze visie zijn echter de gevolgen door de oorlog in Oekraïne nog niet verdisconteerd.
Hogere melkprijs, betere marge?
Op het eerste gezicht is de hogere melkprijs een positieve ontwikkeling, zeker als dit zorgt voor een betere marge. Dat schrijft ABAB. De gemiddelde melkprijs per 100 kilogram steeg van € 35,33 in 2020 naar € 39,31 in 2021. Dit is inclusief alle toeslagen. De huidige melkprijzen van de verschillende afnemers laten ook een stijging zien in 2022.
Daarnaast blijkt uit verschillende voorspellingen dat de vooruitzichten voor de melkprijs voor dit jaar positief zijn. Verder zien we een kleine groei qua aantal koeien per bedrijf. De productie per koe is, na jaren stijging, in 2021 met 104 kilogram gedaald ten opzichte van 2020. De gehaltes vet en eiwit daarentegen stegen samen met 0,10 procent kilogram per koe. Het resultaat hiervan is stabiel: 748 kilogram vet en eiwit per koe.
Koesaldo per melkkoe
Het koesaldo per melkkoe nam toe in vergelijking met 2020. Dit kwam door een gestegen melkopbrengst van € 311 per koe. Ook de omzet en aanwas per koe steeg met € 84. Doordat de krachtvoerkosten zijn toegenomen met € 94 en de veekosten met € 15, is het resultaat een gemiddeld koesaldo per melkkoe in 2021 van € 2.617. In 2020 was dit nog € 2.331.
Zoals uit het koesaldo bleek, leverde de omzet- en aanwastoename een positieve bijdrage. De verkoopprijs van nuka’s steeg gemiddeld met € 30. De verkoopprijs per koe steeg met € 130 naar gemiddeld € 741. Een mooie ontwikkeling, vindt ABAB, die zich door lijkt te zetten in 2022. Kantekening hierbij is dat de aankoopprijzen voor gebruiksvee ook erg hoog zijn en bij veel ondernemers vervanging door eigen jongvee de voorkeur heeft boven externe aankoop.
Voerkosten, energie en kunstmest
Oplopende kosten zijn momenteel aan de orde van de dag. Ook in 2021 stegen de prijzen, maar in veel mindere mate. In totaal zien we over 2021 een kostenstijging van bijna € 1,10 per 100 kilogram melk. Deze werd veroorzaakt door duurder krachtvoer, maar ook bijproducten, melkpoeder en mineralen stegen licht in prijs. Door de situatie in de wereld blijven de voerprijzen in 2022 doorstijgen, zo werd al zichtbaar in het eerste kwartaal van 2022.
De energiekosten lieten in 2021 al een stijging zien van 17 eurocent per 100 kilogram melk. Vooral de laatsten maanden van vorig jaar ging het hard met de energieprijzen. Parallel hieraan stegen ook de kunstmestprijzen. In 2021 ging het om een stijging van 10 eurocent per 100 kilogram melk en in 2022 gaat het om een historisch sterke stijging die nog niet tot stilstand is gekomen.
Kritieke opbrengstprijs
De kritieke opbrengstprijs ging in 2021 van € 35,56 naar € 37,11 per 100 kilogram melk. Dit is de melkprijs die een ondernemer minimaal moet ontvangen om aan alle betalingsverplichtingen en privéuitgaven te kunnen voldoen. De uitdaging zal in 2022 zijn om de (directe) kosten laag te houden en volop te profiteren van de gestegen melkprijs.
Het is hierbij de vraag of de hogere melkprijs voldoende is om de fors hogere toegerekende kosten te compenseren. ABAB houdt de ontwikkelingen voor u in de gaten.