Het ligbed van de koe kent vele verschillende vormen. Een ligboxenstal met daarin diepstrooiselboxen of boxen met matrassen worden veel gezien. Het koecomfort, de hygiëne van de boxen maar ook het gemak voor u als veehouder spelen een belangrijke rol bij de uiteindelijke keuze voor het soort ligboxen en het gebruikte instrooimateriaal. Twee veel voorkomende diepstrooiselmaterialen zijn gescheiden mest en paardenmest. Lees hier meer over hoe deze vormen van biobedding het beste kunnen worden toegepast.
Diepstrooiselboxen goed gevuld met gescheiden mest geven een optimaal koecomfort. Gescheiden mest brengt echter ook risico’s met zich mee. Omgevingsgebonden mastitisverwekkers zoals E. coli en Klebsiella komen voor in mest. Als de omstandigheden voor bacteriegroei gunstig zijn, zoals bij warm en vochtig weer, kunnen mastitisverwekkers zich massaal vermenigvuldigen waardoor de kans op mastitis sterk toeneemt. Het is dan ook van belang dat een juist management wordt toegepast. Royal GD geeft de volgende managementtips om rekening mee te houden1:
- Een rantsoen van maïs en graskuil is het meest geschikt voor de uiteindelijke samenstelling van de mest.
- De mest moet voor het scheiden goed gemixt zijn.
- Zorg voor een drogestofpercentage van minimaal 33 tot 35 procent na het persen en breng de mest binnen 12 tot 24 uur na het persen in de boxen.
- Voorkom broei.
- Breng de mest meerdere keren per week in dunne lagen van 7 tot 10 centimeter per keer aan. Zodoende kan het drogestofpercentage snel oplopen tot 60%.
- Een goed geventileerde stal is een vereiste.
- Zorg voor een goede box afstelling, zodat voorkomen wordt dat koeien bij het opstaan urineren en mesten in de box.
- Haal dagelijks vuile plekken uit de boxen.
Gecomposteerde paardenmest als biobedding
Een andere vorm van biobedding die regelmatig wordt gezien is gecomposteerde paardenmest. Hiervoor geldt, net zoals bij gescheiden mest, dat omgevingsgebonden mastitiskiemen snel kunnen groeien bij een verkeerd management. Daarnaast brengt paardenmest met stro nog een extra risico met zich mee, aangezien Streptococcus uberis goed gedijt in stro.
Bij paardenmest is het belangrijk dat het een mooi homogeen geheel is, met niet te veel mestballen ten opzichte van de hoeveelheid strooisel. De mest mag niet te vochtig zijn. Een goede maat voor het optimale vochtigheidsgehalte is de knieproef. Wanneer u zich staand in de box op de knieën laat vallen mag er geen vochtige plek op uw broek achterblijven. Wanneer het product te nat is kan ervoor worden gekozen het product nog enige tijd te laten drogen of het te mengen met droog zaagsel, gemalen koolzaadstro of een vergelijkbaar product.
Managementtips om rekening mee te houden2:
- Zorg voor een droge goed geventileerde opslag. Paardenmest met zaagsel moet minimaal 2 a 3 weken composteren en paardenmest met stro minimaal 4 weken. Zo vallen de mestballen uiteen en vermengen zich met het strooisel. Bij dit composteringsproces kan de kerntemperatuur in een hoop gecomposteerde paardenmest oplopen tot 60-70 ˚C, waardoor de hoeveelheid bacteriën in de mest aanzienlijk wordt gereduceerd.
- De ligboxbedekking dient gemiddeld eens per week te worden aangevuld. Per keer moet gemiddeld zo’n 1 tot 1,5 m3 gecomposteerde paardenmest per 10 boxen worden aangevuld.
- Haal meerdere keren per dag natte plekken en mest uit de boxen.
Het succes van biobedding in de boxen valt of staat dus bij het dagelijkse management. In de strijd tegen mastitis door omgevingskiemen is een goede boxhygiëne namelijk van groot belang!
Wilt u meer weten over hoe u uw melkkoeien beter kunt beschermen tegen mastitis op uw bedrijf? Dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met een van onze dierenartsen: Jessica Hartjes, 06-3800 8533 (Nederland), Niels Groot Nibbelink (Zuid Nederland), 06-5167 4175, Ruth Meenks (Noord Nederland) 06-1370 2817, Sabine Hoogeveen (West Nederland) 06-8279 0165 of Anne-Lynn Geertshuis (Oost Nederland) 06-2046 9304.
Referenties:
1https://www.gddiergezondheid.nl/nl/Actueel/Nieuws/2021/08/Vaste-mestfractie
2“Diverse vormen van diepstrooiselboxen, gecomposteerde paardenmest, stro/kalk/water en papierkorrels.” David Speksnijder, Vetvice, september 2009.