Een onderzoek van WUR naar stalemissies methaan, lachgas en ammoniak deed afgelopen week het nodige stof opwaaien. Er bleken geen significante verschillen te zijn tussen de ammoniakuitstoot op traditionele roostervloeren vergeleken met emissiearme varianten.
Op social media leidde dat tot voorspelbare reacties aan zowel boeren- als milieuzijde: innovatie is te duur en levert niks op. Waarbij de ene partij dit argument gebruikt om de zinloosheid van emissiereductie te verdedigen en de ander daarmee de krimp van de veestapel als enige resterende oplossing propageert. Het draagvlak voor technische innovaties als oplossing wordt daarmee verder ondermijnt.
Oudere vloertypes
Navraag bij de onderzoekers leert dat, naast dat het de oudere vloertypes betrof, een belangrijke oorzaak van het falen van emissiearme vloeren ligt bij de gebruiker. De boerenpraktijk is anders dan op het moment van het beoordelen van een vloer voor de RAV lijst. Daar zit dus een risico. Onderhoud (vervanging van onderdelen), management (frequentie van schuiven, versmering, etc.) en bedrijfsspecifieke omstandigheden zoals het rantsoen zijn belangrijk om de berekende emissiereductie te realiseren. Schiet dit tekort, dan kan de emissie soms zelfs hoger zijn dan bij een traditionele vloer!
Een emissiearme vloer wordt aangeschaft om een vergunning te krijgen. Zijn er problemen met koecomfort, dan is de veehouder gemotiveerd om dat te verhelpen. Loopt de emissiereductie terug, dan ontbreekt de motivatie om dat te verbeteren. Is dat terecht?
Onnodige vervluchting
Los van het afwijken aan de vergunning, de extra schade aan de natuur of het imago van de sector betekent elke kg NH3 vervluchtiging ook ruim 800 gram stikstof verlies voor het bedrijf. Als je een vloer hebt die berekend is op 7 kg emissie per koe, maar je realiseert 13, dan verlies je als melkveehouder dus ongeveer vijf kg stikstof per koe per jaar. Dat betekent dat bij een bedrijf van een gemiddelde omvang zo’n 500 kg stikstof onnodig vervluchtigd. Hierdoor moet je extra mest afvoeren vanwege lagere gehaltes en is er minder stikstof beschikbaar voor je eigen land.
De vraag is of het bewust zijn van deze kosten voldoende is om boeren te motiveren een dure stalvloer te ‘managen’. 500 kg stikstof afvoeren via mest omdat er per m3 minder stikstof in zit, is maximaal 125 m3 mest. 500 kg stikstof minder beschikbaar voor je eigen land kost ongeveer 7,5 ton droge stof grasopbrengst. Ook als je daar als melkveehouder van wél bewust bent; gaat dan voor grofweg 2.500,- euro aan kosten voldoende motivatie ontstaan om de puntjes op de spreekwoordelijke i te zetten? Het helpt zeker, maar we denken niet dat het voldoende is.
Draagvlak innovatie
Het is daarom dat als we innovatie serieus nemen als deel van de oplossing, borging en handhaving daar onlosmakelijk aan verbonden zijn. En dat dit zowel voor het draagvlak van innovatie in het algemeen maar ook in de afweging van de ondernemer voor wélke innovatie hij kiest voor het eigen bedrijf zwaar moet wegen. Kies voor innovaties die het beste bij jezelf en bij je bedrijf passen. Eerst de boer, dan pas de vloer.
Bron: LTO Noord – Herman Bakhuis & Jos Verstraten – Portefeuillehouders Stikstof en Bodem & Water van de LTO vakgroep Melkveehouderij