Minister Staghouwer kondigde gisteren aan een heffing op vlees met terugsluis naar de producerende keten te onderzoeken. LTO Nederland wijst er graag op dat uit onderzoek blijkt dat zowel consumenten, producenten én uitvoerende overheid tegen zo’n vleestaks zijn. Goed en gezond eten is van groot belang voor welzijn, gezondheid en geluk; een nieuw onderzoek gefocust op een belasting op vlees draagt daar niet aan bij en is een onjuist signaal naar de samenleving.
“Het idee van een vleestaks is niet nieuw, en de conclusie is bekend; de consument wil het niet, de producent gelooft het niet, en de overheid kan het niet. Natuurlijk staan we als samenleving voor forse uitdagingen: overgewicht, hart- en vaatziekten en diabetes; klimaat- en natuuropgaven; steeds meer druk op onze voedselmakers, de boeren en tuinders. Dat moeten we integraal aanpakken, zoals minister Staghouwer terecht zegt. Laten we dus niet weer deze oude koe – een vleestaks – uit de sloot halen,” zegt Sjaak van der Tak.
Maatregel niet populair
Uit onderzoek van Direct Research blijkt dat een vleestaks geen populaire maatregel is; ook niet bij mensen die vinden dat er minder vlees moet worden gegeten. Voorlichting door het Voedingscentrum wordt als een veel betere maatregel gezien; 62 procent van de mensen die vinden dat we minder vlees moeten eten ziet dit als beste middel. Bijna de helft van de ‘zelfverklaarde vleesminderaars’ denkt dat een hogere prijs via een keurmerk (zoals bijvoorbeeld biologisch of Beter Leven) de beste route is. Gemeten naar alle respondenten ziet slechts 2 op de 10 Nederlanders iets in het invoeren van een vleestaks. Het overgrote merendeel van de Nederlandse bevolking voelt er dus niets voor.
Vleestaks niet uitvoerbaar
Uit reeds uitgevoerd onderzoek in opdracht van het ministerie van LNV blijkt dat een nationale verbruiksbelasting op vlees(producten) nauwelijks uitvoerbaar is; onder meer vanwege de problematische (ICT) systemen van de Belastingdienst. Bovendien blijkt dat een verbruiksbelasting op vlees(producten) – óók als de knelpunten worden overkomen – naar alle waarschijnlijkheid niet het beste middel is om de doelstellingen te bereiken. Het verlagen van de btw op eten, van groenten en fruit tot gezond vlees en zuivel, is een betere oplossing.
Producenten geloven er niet in
LTO Nederland is in beginsel nooit voorstander van heffingen en taksen op eten. Boeren en tuinders hebben zorgen over de manier waarop dit terugvloeit naar diegenen die het nodig hebben. Beloftes over dat de opbrengsten bij de agrariër terecht komen zijn precies dat: beloftes. Dat in de Kamerbrief is gesproken over het terugvloeien van ‘een deel’ van de heffing roept meer vragen dan vertrouwen op. Ook kunnen heffingen zorgen voor ‘eet-ongelijkheid’ tussen diegenen die het wel en diegenen die het niet kunnen betalen. Daarom zetten we volop in op het vergroten van bewustwording bij de Nederlandse consument en op het brede plan Waardecreatie in Ketens.
Tegelijkertijd zijn we realistisch. Te vaak verdwijnen de kiloknaller, fastfood en ongezonde producten in de boodschappenmand. Er moeten resultaten worden behaald. De tijd van zelfregulering of hopen op de goede intenties van keten en consument kan op een gegeven moment voorbij zijn. De burger vraagt meer van de sector dan de consument wil betalen. Als dat gat – tussen inspanningen van boeren en tuinders en de prijs die ze daarvoor krijgen – niet wordt gevuld dan kan een heffing op termijn een optie zijn. Niét om één gezond product, zoals vlees, van het menu te krijgen. Wél om duurzaam consumeren en produceren – in de breedste en wetenschappelijk onderbouwde zin van het woord – te stimuleren. En alleen als wordt voldaan aan de door de WUR gestelde randvoorwaarden wat betreft mededinging, staatssteun en samenwerking tussen overheid en ketenpartijen over zowel de vormgeving van de heffing (en de praktische uitvoerbaarheid ervan) als over een doeltreffende besteding van de terugsluis. Een vleestaks is in ieder geval niet de oplossing.
Bron: LTO Nederland