De EU en Brazilië – twee van 's werelds grootste producenten van landbouwproducten – hebben bij de Wereldhandelsorganisatie (WTO) een gezamenlijk voorstel voor steun voor landbouwproductie en voedselveiligheidsmaatregelen voorgelegd. Het doel is de marktverstoringen te beperken, om een kwaliteit voor de boeren te waarborgen, rekening houdend met de specifieke behoeften van ontwikkelingslanden.?
Landbouwondersteuning is een belangrijk probleem in de onderhandelingen die leiden tot de 11e WTO-ministersconferentie (MC11) die in december 2017 in Buenos Aires wordt gehouden.
Cecilia Malmström
Commissaris voor Handel Cecilia Malmström heeft gezegd: "Samen met Brazilië en andere landen tonen we onze sterke steun aan een wereldwijde handelssysteem op basis van regels, in een belangrijke tijd voor de Wereldhandelsorganisatie. Ons voorstel is tegelijkertijd ambitieus en realistisch. Ervoor zorgen dat we vooruitziende en hopelijk succesvolle onderhandelingen over dit belangrijke probleem in Buenos Aires kunnen hebben. "
Phil Hogan
Phil Hogan, commissaris over landbouw en plattelandsontwikkeling, zei: "Ik ben verheugd dat de EU en Brazilië hun leidersrol kunnen voortzetten op de ministeriële conferentie van 2015 in Nairobi, waar ons gezamenlijk voorstel leidde tot de historische hervorming van de mondiale exportconcurrentie regels in de landbouw. Nu wij de aandacht vestigen op de binnenlandse landbouwsubsidies. De EU heeft zijn landbouwbeleid grondig hervormd. Dit voorstel zou ervoor moeten zorgen dat andere WTO-leden ons voorbeeld volgt en zo voor alle boeren op alle lokale, regionale en mondiale markten een gelijke competentie garandeert "
Rekening gehouden met ontwikkelingslanden
Het voorstel stelt voor om het speelveld tussen WTO-leden te vergemakkelijken. De Europese Unie en Brazilië staan achter het beperken van marktverstorende landbouwsubsidies. De hoogte van de subsidie zou moeten worden begrensd op basis van de waarde van de agrarische productie van elk land.. In het initiatief wordt rekening gehouden met de specifieke behoeften van ontwikkelingslanden: de minst ontwikkelde landen zouden vrijgesteld zijn van subsidiegrenswaarden om hun landbouwsector te kunnen ontwikkelen. Andere ontwikkelingslanden kunnen hun boeren ook op een meer royale manier ondersteunen en meer tijd aanbrengen om zich aan te passen. Gezien het belang van katoen voor veel ontwikkelingslanden, richt het voorstel ook op doelgerichte, tijdige en ambitieuze handelsverstorende subsidies voor die sector.
Wat betreft openbare voorraadopslagregelingen die voor voedselveiligheidsdoeleinden worden uitgevoerd, implementeert het voorstel het mandaat van de ministeriële conferentie van 2013 om bestaande openbare praktijken met de WTO-subsidieregels te combineren. Regels op dergelijke aandelenbezitregelingen zouden worden versterkt en vergezeld gaan van maatregelen ter voorkoming van negatieve en vervormende effecten op de markt.