De media staan er vol mee: de almaar stijgende energieprijzen. Melkveehouders merken dit vooral aan de hogere stroom- en dieselprijzen. Hoe kunt u energie besparen of zelf opwekken?
Het verbruik
Zo’n 80 procent van de totale energiekosten van een melkveehouderij wordt besteed aan elektriciteit. Gemiddeld ligt het stroomverbruik op zo’n 50 kWh per 1.000 kilo melk. Bedrijven met een sterke focus op energiebesparing kunnen maximaal de helft hierop besparen.
Uit cijfers van ABAB blijkt dat de kosten voor elektriciteit bij een miljoen kilo melk circa € 1 per 100 kilo melk bedragen. Op kleine bedrijven en bij gebruik van melkrobots liggen de kosten per eenheid melk meestal wat hoger. Vooral de melktijd per koe is een belangrijke factor.
Loont het wel de moeite om te besparen op de stroomrekening? Stel dat de elektriciteitsprijs verdubbelt. Dan gaat het op een gemiddeld bedrijf om € 1 per 100 kilo melk aan extra kosten. Natuurlijk kunnen andere bedrijfsaanpassingen een grotere besparing opleveren, maar door te schaven aan alle onderdelen, kunt u de marge verhogen.
Daarnaast zijn energie besparen, duurzaam ondernemen en de klimaatdiscussie momenteel belangrijke onderwerpen voor ondernemers en hun afnemers.
Melkveehouders hebben verschillende mogelijkheden om minder afhankelijk te zijn van de stroomleverancier:
- Zelf energie opwekken,
- investeren in energiebesparende maatregelen
- het nemen van directe maatregelen.
Energie opwekken
U kunt op verschillende manieren zelf energie opwekken. Dit heeft vaak wel een lange aanlooptijd en de aansluiting en netwerkcapaciteit moeten in orde zijn. Voor een constante stroom aan energie kunt u bijvoorbeeld zonnepanelen combineren met een kleine windmolen. Zonnepanelen kunt u zelf aanschaffen, maar er zijn ook bedrijven die daken leasen om panelen op te plaatsen. De opbrengst en terugverdientijd zijn afhankelijk van onder andere dakhelling, oppervlakte en soort aansluiting. Kleine windturbines van 15 tot 25 meter hoog zijn populair, maar u moet hiervoor wel toestemming van de gemeente krijgen. Het rendement is afhankelijk van de locatie.
Voor het produceren van biogas zijn vooral monovergisters in beeld. Voor voldoende rendement is dagverse mest nodig. Grotere installaties kunnen ook groen gas leveren.
Investeren in energiebesparende maatregelen
De meeste investeringen om energie te besparen bevinden zich in het tanklokaal of technische ruimte. Kijk kritisch naar de leeftijd van elektrische installaties. Moderne apparatuur verbruikt veel minder energie. Ook kleine aanpassingen kunnen helpen. Zo kan een frequentieregelaar op de melkpomp het stroomverbruik met de helft verminderen. Plaats ook energiezuinige verlichting met veel lumen per Watt.
Maatregelen korte termijn
Ook kleine aanpassingen leveren besparing op. Voorkom bijvoorbeeld veroudering van installaties en verkeerde afstellingen. Regelmatig onderhoud voorkomt onnodig verbruik. Installeer een centrale lichtschakelaar of aanwezigheidsdetector zodat lampen niet onnodig blijven branden. Controleer bij een automatisch melksysteem de plaats en werking van de compressor; dat is de grootste verbruiker van de installatie.
Subsidies
Subsidieregelingen kunnen een extra stimulans zijn voor een duurzame investering. Sommige grote installaties op een grootverbruikaansluiting komen in aanmerking voor SDE; de subsidie duurzame energie. Die geeft ook gedurende vijftien jaar een gegarandeerde kWh-vergoeding. Ondernemers voor wie dat vanwege te weinig capaciteit niet mogelijk of interessant is, komen in aanmerking voor Energie-Investeringsaftrek (EIA).
Bron: ABAB