Arbeid is een steeds lastiger vraagstuk in de melkveehouderij. Is de bedrijfsvoering die u nu hanteert toekomstbestendig of moet u al nadenken over hoe de invulling van arbeid er in de toekomst uitziet? Op veel bedrijven wordt er lang en hard gewerkt om alles rond te krijgen; het werk moet immers elke dag gebeuren. Het inzichtelijk maken van de arbeid op uw bedrijf zorgt ervoor dat u zich bewust bent van de huidige situatie, logische keuzes maakt en voorbereid bent op de toekomst.
Beste inzet van arbeid
Michelle Verschure deed bij ABAB een stageonderzoek naar arbeidsefficiëntie in de melkveehouderij. Het onderzoek draaide om de hoofdvraag: ‘Hoe kan de veehouder bedrijfseconomisch gezien het beste zijn arbeid inzetten?’. Hiervoor onderzocht zij of het ‘zinvol’ is om aan een bepaalde taak extra aandacht aan te besteden of juist niet.
Landwerkzaamheden
Uit het onderzoek blijkt dat de technische en economische resultaten binnen het bedrijf dalen als er meer werk op het land verricht wordt. Vooral het koesaldo is dalend, maar ook de melkproductie neemt af, zodra de landwerkzaamheden toenemen. Dit komt vaak door een personeelstekort, waardoor de veehouder zelf op het land gaat werken. Deze tijd besteedt hij op dat moment dus niet aan zijn koeien.
Kalversterfte
Bij de kalveropfok blijkt dat hoe meer tijd aan biest verstrekken wordt besteed, hoe beter het resultaat kan zijn. Dit geldt ook voor de kalveren tot veertien dagen oud: bedrijven die namelijk meer tijd besteden aan deze kalveren, scoren grotendeels lager bij de kalversterfte. Ook wordt er een hogere opbrengst verwacht en neemt de melkproductie per jaar per koe toe.
Voeren en kuilen
Uit het onderzoek met ABAB blijkt verder dat meer tijd besteden aan voeren een beter resultaat oplevert. Op het moment dat er namelijk meer tijd besteed wordt aan laden/mengen/lossen, stijgt de melkproductie. Door het voer aan te schuiven, stijgt de melkproductie en ook het koesaldo. Dit komt waarschijnlijk doordat de koeien meer beschikking hebben over voldoende eten. Ondernemers die secuur omgaan met de kuilen, hebben minder werk met broei in de kuil en uiteindelijk minder tijd nodig om de kuilen voor het voeren klaar te hebben.
Vaker voeren leidt tot een beter resultaat. Vooral voor de minder dominante koeien is er meer kans om genoeg voedsel te verteren. Hierdoor stijgt de gemiddelde melkproductie op het bedrijf maar ook het eiwitgehalte en het koesaldo nemen toe.
Conclusies onderzoek
Op basis van het onderzoek vermoedt Verschure dat het verstandig is voor melkveehouders om hun landwerkzaamheden uit te besteden, zodat zij zich meer kunnen focussen op de koeien en kalveren. Daarnaast is het vooral bij jongvee financieel aantrekkelijk om meer aandacht aan te besteden. Dat geldt ook voor enkele onderdelen van het voeren.
Bron: ABAB