De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit mocht vee uit Kootwijkerbroek in verband met mond- en klauwzeer (MKZ) ruimen. Dat oordeelt het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in de procedure die de veehouder in maart 2020 aanspande. Dat meldt Rechtspraak op 18 januari 2022.
MKZ in 2001
Vanwege MKZ zijn in 2001 honderdduizenden dieren preventief geruimd. Een groot aantal veehouders heeft zich in langslepende procedures tegen de ruimingen verzet.
Twijfelende lab-uitslagen
Die procedures eindigden met de uitspraak van 7 januari 2020, waarin het CBb de lab-uitslagen als juist aanvaardde. Later besliste de minister nog in deze vergeten zaak waarin het CBb al op 22 januari 2009 de minister opdroeg een nieuwe beslissing te nemen.
Volgens het CBb mag de minister aannemen dat een positief op MKZ-getest monster afkomstig was van een kalf op een ander besmet bedrijf in de buurt van zijn bedrijf. De op de zitting voor het eerst geuite twijfel aan de lab-uitslagen is te laat en daarmee houdt het CBb geen rekening. De minister kon zich dus op de lab-uitslag van het positief geteste monster blijven beroepen.
Schadevergoeding voor veehouder
Het CBb acht het ruimen van de dieren van appellant niet disproportioneel. Voor de lange duur van de procedure krijgt de veehouder een vergoeding voor de geleden emotionele schade.
Bron: Rechtspraak