Vlees van wilde runderen in de uiterwaarden bevatten verhoogde gehaltes aan schadelijke stoffen. Dit blijkt uit een onderzoek van Wageningen Food Safety Research en de NVWA. Bij ruim twee derde van de onderzochte runderen was het dioxinegehalte hoger dan de wettelijke norm.
De onderzoekers hebben gekeken naar de gehaltes van schadelijke stoffen in vlees, vet en lever van wilde runderen uit de uiterwaarden van de Waal, Rijn, Maas en Merwede. Deze dieren zorgen gedurende het jaar voor natuurbegrazing, maar worden soms ook geslacht. Tot voor kort werd dit vlees voor consumptie aangeboden. Naast dierlijke producten zijn ook gehaltes in grond en gras gemeten om een beeld te krijgen van de besmetting en mogelijke bronnen.
Hoge gehaltes aan dioxines en PCB’s
Vooral in het vet en de lever van dieren die in het voorjaar zijn geslacht, werden op diverse locaties hoge gehaltes aan dioxines en PCB’s gevonden die de Europese normen overschreden. Omdat dit soort stoffen ophopen in vet, waren de hoeveelheden in mager vlees relatief laag. Ook werden PFAS-gehaltes gevonden boven de toekomstige Europese normen voor vlees en lever van runderen. Deze normen worden in 2023 van kracht.
“Ik ben verbaasd over de seizoensverschillen die uit het onderzoek naar voren komen. In de zomer zijn de overschrijdingen vaak een stuk lager.” – Ron Hoogenboom
De gehaltes van dioxines en PCB’s in de grond in de uiterwaarden blijken hoger te zijn dan elders. Vooral in de winterperiode hebben de dieren waarschijnlijk een hogere inname van grond en daarmee dus ook van schadelijke stoffen. Net na een overstroming is die inname nog groter, doordat gras en andere planten bedekt zijn met een laagje grond. Verder is het vetgehalte in de dieren niet altijd gelijk. In de lente en zomer neemt dat toe, maar gedurende de winter weer af. Ook dat verklaart mede waarom gehaltes van dioxines en PCB’s in vet van dieren geslacht na de winter hoger zijn dan in dieren geslacht in het najaar.
Er is ook gekeken of het verplaatsen van de dieren naar schonere locaties nog effect had op de gehaltes van zowel dioxines, PCB’s als PFAS’s. Dit lijkt soms heel effectief, maar niet altijd. Factoren als het moment van verplaatsen en de groei van de dieren zullen daarbij een rol spelen.
Bron: WUR