Het vertrouwen van boeren en tuinders in hun onderneming, is in het tweede kwartaal van 2023 met 2 punten gedaald ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023. De index daalde van 7 punten in het vorige kwartaal naar 5 punten in Q2 en ligt hiermee een stuk verwijderd van het langlopende gemiddelde dat op bijna 12 punten staat. De index weerspiegelt hiermee het blijvend lage sentiment in de sector door onzekerheden rondom grote beleidszaken, zoals stikstof, derogatie, landbouwakkoord en waterkwaliteit.
Vertrouwen melkveehouderij toegenomen
Het vertrouwen van melkveehouders heeft zich in het tweede kwartaal van 2023 hersteld en bedraagt circa 5,5 punt (+5 punten) en ligt hiermee op het niveau van het laatste kwartaal van 2022. De stemmingsindex en de index van de verwachting voor de komende 2 à 3 jaar vormen samen de Agro Vertrouwensindex voor de melkveehouderij.
Stemming iets minder goed
De stemming onder de melkveehouders, die in het eerste kwartaal al flink was gedaald, daalt in het tweede kwartaal nog iets verder (-1 punt). Deze daling is wel minder sterk dan in het eerste kwartaal het geval was (-8). De index komt daarmee uit op 28,5 punten en is nog wel hoog. Deze ligt al vijf kwartalen boven het gemiddelde van de totale land- en tuinbouw en het langlopende gemiddelde van de melkveehouderij.
Volgens sectordeskundige Jakob Jager van Wageningen Economic Research is de nog relatief hoge melkprijs belangrijkste reden voor deze optimistische stemming: ‘De melkprijs is in de loop van het eerste kwartaal wel gedaald, komend van een historisch hoog niveau in 2022. Maar deze prijs bleef in het tweede kwartaal redelijk stabiel en daalt ook niet verder in de maand augustus bij de melkverwerkers die hun prijzen al bekend hebben gemaakt. Ook de prijzen van kunstmest zijn bijna weer terug op het oude niveau. Andere kosten zoals voer en energie liggen nog wel op een hoog niveau en ook de rente stijgt, maar omdat veel melkveebedrijven hun eigen stroom opwekken en de salderingsregeling nog van toepassing is, ondervinden ze minder nadeel van de hoge energieprijzen’.
Middellange termijn verwachting melkveehouders minder negatief
De verwachting van melkveehouders voor de middellange termijn werd in de vier vorige kwartalen steeds negatiever. Maar in de meest recente meting over het tweede kwartaal van 2023 was de beoordeling een stuk minder negatief (+9 punten).
Melkveehouders hebben, in tegenstelling tot de huidige situatie, een negatieve kijk op de verwachte economische bedrijfssituatie over 2 à 3 jaar. Maar deze negatieve kijk is dus wel minder negatief geworden. Na dalingen in de voorgaande vier kwartalen, ligt de index nu op -13 punten. Het langlopende gemiddelde voor deze sector is 5 punten; de huidige index ligt hier dus nog wel fors onder. Duidelijk is dat de stemming op korte termijn onder melkveehouders en de verwachtingen die ze hebben op de wat langere termijn voor hun bedrijf, uit elkaar liggen.
Volgens sectordeskundige Jager komt dit door de onzekerheid rondom de vermindering van de stikstofuitstoot. Het brengt veel onvrede mee dat er zoveel onzekerheid is over welke bedrijven fors moeten reduceren of wellicht verdwijnen via opkoop of wie er zich met hulp van technische ontwikkelingen moeten aanpassen om te mogen blijven. Ook het (versneld) afbouwen van de derogatie, doelen voor klimaat, waterkwaliteit (bufferstroken) en grondgebondenheid spelen hierin een belangrijke rol.
Dit vertaalt zich rechtstreeks in een negatieve beoordeling voor de middellange termijn. De samenstelling van het nieuwe kabinet bepaalt in sterke mate of er in de verdere toekomst grote veranderingen mogen worden verwacht. Het is denkbaar dat sommige melkveehouders door dit uitstel wat minder negatief zijn gestemd.
Lichte daling van het vertrouwen van akkerbouwers in tweede kwartaal
Akkerbouwers hebben het tweede kwartaal iets minder vertrouwen in hun eigen onderneming dan een kwartaal eerder. In het eerste kwartaal van 2023 was de index 8 punten, dit is gedaald naar 6 punten. Het vertrouwen ligt iets onder het langlopend gemiddelde.
De stemmingsindex daalde met 2 punten naar 25. Ook nam de verwachte situatie op het bedrijf voor over 2 à 3 jaar met 1 punt af naar -9. De Agro Vertrouwensindex van de akkerbouwers is in het tweede kwartaal met 6 punten één punt hoger dan het gemiddelde in de totale land- en tuinbouwsector in het tweede kwartaal van 2023.
Kijkend naar de negatieve trend sinds 2019, is de stemming sinds 2021 zich juist positief aan het ontwikkelen in de akkerbouw. Na de sprong van 8 punten in het vorig kwartaal is deze nu met twee punten gedaald. De stemmingsindex van nu (25 punten) ligt, door de sprong in het eerste kwartaal van dit jaar nog wel boven het langjarige gemiddelde (2013-2023) van 22 punten. De afgelopen drie jaar was de stemmingsindex niet eerder boven het langjarig gemiddelde uitgekomen. Het gemiddelde lag toen op 14 punten. De stemmingsindex in de akkerbouw ligt nu gelijk aan het gemiddelde van de totale land- en tuinbouw dit tweede kwartaal van 2023.
Schaarste houdt stemming op hoog niveau in de akkerbouw
Hoewel de stemming onder akkerbouwers iets lager is dan in het vorige kwartaal, ligt de index historisch gezien nog op een hoog niveau. Een mogelijk verklaring is het uitdagende groeiseizoen. Het voorjaar was erg nat waardoor gewassen soms tot een maand later zijn gezaaid. Daarna kwam er een maand met droogte gevolgd door wateroverlast in juli. Men verwacht derhalve geen topoogst. Maar aan de andere kant is er door late start van de oogst tijdelijke schaarste op de markt. Aardappelen bereiken prijzen van boven de € 55 (per 100 kg) waar dit doorgaans € 25 is. ‘Ik verwacht dat daarom de stemming alsnog positief is in vergelijking tot het langjarige gemiddelde’, legt sectordeskundige Mark Manshanden van Wageningen Economic Research uit.
Akkerbouwers zijn iets negatiever (-1 punt) over hun economische bedrijfssituatie voor de middellange termijn (2 à 3 jaar). Hoewel de trend leek te stijgen heeft de positieve ontwikkeling dus niet doorgezet in het afgelopen kwartaal. Met -9 punten blijft de index negatief. Het langjarige gemiddelde (2013-2023) voor de akkerbouw voor deze index ligt op 7.
Sectordeskundige Mark Manshanden vermoedt dat dit komt omdat de gemiddeld hoge opbrengsten en prijzen van afgelopen jaar niet doorwerken in de toekomstverwachting. Het vallen van het kabinet en de daarmee komende langere periode van onzekerheid zal mogelijk ook hier bijdragen aan deze beperkte bijstelling. Hoewel met name de veehouderij onderdeel van discussie is, verwacht Mark Manshanden ook voor ondernemers in de akkerbouw een zwaardere druk door regelgeving.
Bron: a.s.r. real estate