Het kabinet wil € 1,54 miljard beschikbaar stellen voor zogenoemde koplopersmaatregelen in de regio. Het gaat om maatregelen voor bijvoorbeeld verduurzaming van veehouderijen of natuurherstel die snel uitgevoerd kunnen worden. De provincies hebben hier vorig jaar plannen voor ingediend. Die plannen zijn vervolgens meermaals getoetst en dragen bewezen bij aan toekomstbestendige landbouw en de doelen voor natuur, water en klimaat. Nu de toetsing is afgerond, kunnen de provincies – samen met alle betrokkenen – verder met de uitvoering.
Maatregelen voor landbouw en natuur
Het kabinet vindt het belangrijk om koplopersmaatregelen mogelijk te maken, zodat de provincies concrete voorstellen uit de gebieden kunnen realiseren en voortgang blijven boeken. De plannen zijn heel divers. Ongeveer de helft van deze provinciale maatregelen is gericht op toekomstbestendige landbouw. Denk bijvoorbeeld aan maatregelen gericht op innovaties, op extensivering, en op advies en ondersteuning voor ondernemers. Daarnaast zijn er ook maatregelen goedgekeurd die zich richten op natuur, water en klimaat, zoals het creëren van nieuw bos en natuurherstel, het aanpassen van het waterpeil in veenweidegebieden en beekherstel.
Het geld voor de koplopersmaatregelen is al gereserveerd op de LNV-begroting. Minister Van der Wal publiceert een regeling (SPUK) om € 1,23 miljard naar de provincies over te kunnen maken. Het resterende bedrag is opgenomen in de Voorjaarsnota, en kan na vaststelling daarvan via diezelfde regeling worden uitgekeerd.
Van voorstellen tot goedgekeurde plannen
Om tot een verantwoorde besteding van middelen te komen, is Wageningen Economic Research (WEcR) vorig jaar gevraagd advies uit te brengen over de ingediende koplopersmaatregelen. Alleen maatregelen die volgens WEcR een aannemelijk doelbereik en voldoende risicobeheersing hebben, worden gefinancierd. Dat wil zeggen dat de maatregelen een duidelijke bijdrage leveren aan het bereiken van de water-, natuur- en klimaatdoelen en toekomstbestendige landbouw. WEcR heeft verbeterpunten meegegeven voor de maatregelen, en ook het Rijk en de Ecologische Autoriteit hebben adviezen gegeven. De provincies hebben hun plannen hierop aanpast en hun verbeterde maatregelen begin april opnieuw ingediend. Aangezien het verbeteren van de plannen voorwaardelijk was voor de financiering, heeft er de afgelopen weken een laatste toets plaatsgevonden. Nu deze laatste stap klaar is, is financiering mogelijk. De provincies ontvangen zo snel mogelijk het geld, zodat ze verder kunnen met de uitvoering.
Bron: RVO