Natuurinclusieve landbouw krijgt vaak het label ‘niet rendabel’ opgeplakt. Toch blijkt uit de praktijk dat melkveehouders een goede boterham kunnen verdienen met deze manier van bedrijfsvoering. Stichting Wij.land vond dat dit een wetenschappelijke onderbouwing verdient. Op 31 januari deelden zij op een online bijeenkomst de uitkomsten van het project ‘Onder de streep 2023’.
In het project ‘Onder de streep 2023’ werden 45 natuurinclusieve melkveehouders gevolgd gedurende het boekjaar 2021. Er werd gekeken naar hun saldo, dat bestond uit inkomsten en variabele en vaste kosten in de volledige bedrijfsvoering. Voorbeelden hiervan zijn voerkosten, kosten in de huisvesting en aan het machinepark. Ook werd door middel van Activity Based Costing kosten en arbeid toegerekend aan activiteiten op een melkveebedrijf.
Melkveehouders werden natuurinclusief genoemd als ze kozen voor minder input aan krachtvoer en kunstmest in hun bedrijfsvoering, zodat de natuur meer haar gang kan gaan. Ondersteuning van de natuur staat hierbij centraal.
De groep werd in drieën verdeeld: meest extensief, gemiddeld extensief en meest intensief. De resultaten van deze verschillende groepen werden vergeleken. De meest extensieve groep had als kenmerken: meer uren weidegang per jaar, een groter deel kruidenrijk grasland en minder gebruik van krachtvoer. De meest intensieve bedrijven hadden een grotere aantal koeien per hectare en een hogere melkproductie. Dit was zowel per koe al per hectare.
Goed resultaat mogelijk
Het gemiddelde inkomen van de intensievere bedrijven lag iets hoger dan dat van de extensieve bedrijven. Wel was er veel spreiding te zien tussen de extensieve bedrijven. “Een goede boterham verdienen als extensieve boer is zeker mogelijk”, vertelt Merlissa Diele, Analist en projectleider bij financieel adviesbureau De Natuurverdubbelaars.
“Er zijn veel verschillen te zien tussen natuurinclusieve bedrijven. Sommige bedrijven zijn zeer extensief en hebben veel pachtgrond. Door middel van een biologische melkprijs en labels als On the way to PlanetProof krijgen zij een hogere prijs voor hun melk. Andere bedrijven krijgen een financieel plusje met een neventak als een boerderijwinkel, waar ze de meerwaarde van hun producten kunnen verzilveren.”
De financiële uitdaging zit volgens Diele in de hoeveelheid beschikbare grond in Nederland. “Als extensieve boer heb je veel grond nodig. Daardoor heb je vaak relatief meer pachtgrond. Dit geeft onzekerheden in de bedrijfsvoering op de lange termijn.”
Hogere vaste kosten
Ook zijn de vaste kosten relatief hoog voor extensieve boeren. “De vaste kosten van bijvoorbeeld een accountant veranderen niet als je honderd of tweehonderd koeien hebt. Hier ligt een uitdaging voor bedrijven die willen extensiveren.”
De voeraankoopkosten zijn relatief laag voor extensieve boeren, doordat er minder gebruik wordt gemaakt van krachtvoer. Voerwinning is ook goedkoper, dankzij minder kunstmestgebruik. Ook schakelen extensieve bedrijven minder vaak een loonwerker in. “In plaats van de loonwerker laten wij onze koeien het voer ophalen”, laat Cor Verweij weten, natuurinclusieve melkveehouder in Weesp. Verweij heeft 120 melkkoeien en 65 hectare grond. De overstap naar natuurinclusieve landbouw is bij hem in kleine stapjes gegaan.
“Door te snijden aan de inputkant, verlaag je je kosten. We begonnen met vermindering van kunstmestgebruik en krachtvoer in combinatie met maximaal beweiden. Nieuw grasland zaaiden we in met grasklaver. Zo creëerden we een gezond bodemleven, wat ervoor zorgde dat op den duur minder input nodig was. Dit geeft direct positieve gevolgen voor de mineralenbalans in de bodem, dus ook voor het milieu.”
Vervolg op eerder project natuurinclusieve landbouw
Dit project borduurt voort op eerder onderzoek uit 2021, waarin dertien natuurinclusieve melkveehouders in het Groene Hart en Friesland werden gevolgd. Elf van de dertien boeren bleken een bovengemiddeld bedrijfsresultaat te behalen. Financieel gezien draaiden deze bedrijven ook goed. “Echter, dit was een kleine homogene groep”, vertelt Jan Maarten Dros, projectleider Innovatie & Inspiratie bij stichting Wij.land. “Veel van deze boeren zijn al lange tijd boer. De financiële uitdaging zit hem juist in de transitie maken naar natuurinclusieve landbouw. Deze kosten zijn bij deze boeren al naar de achtergrond verdwenen.”
“Er is niet één strategie om natuurinclusief te worden”, aldus Dros. “Dit hangt af van de aard van de ondernemer en de omgeving waarin hij werkt. Zowel de markt, consument als producent spelen hierin een rol. Het zit een stukje in vraag vanuit de consument en beloning in de prijs vanuit de markt.”
Natuurinclusieve landbouw in Nederland
Op het gebied van beleid vraagt natuurinclusieve landbouw de mogelijkheid om meer grond beschikbaar te kunnen krijgen. Dit is in een land als Nederland niet makkelijk. De maatschappelijke waarde van dit soort landbouwsystemen dient volgens de verschillende sprekers op deze bijeenkomst ook erkend te worden. Wanneer het aan de financiële kant stevig staat, kan deze manier van melkvee houden wellicht een uitkomst zijn voor boeren die interesse hebben in dit landbouwsysteem.
“De mogelijkheden liggen er zeker. Bouw de transitie van je bedrijf op in behapbare stappen. Welke stap kun je vandaag al zetten?”, aldus Diele. De projectleider voegt hieraan toe: “Vaak kijken natuurinclusieve boeren terug en dan zien ze pas dat al die kleine stapjes hebben geleid tot de manier van werken vandaag. Begin die stapjes dus te zetten”
Over het project
Het project ‘Onder de streep 2023’ is mogelijk gemaakt door verschillende partijen in de agrarische sector. Deze partijen bestaan onder andere uit Brabants Bodem, Living Lab Fryslân, De Natuurverdubbelaars en Platform Natuurinclusieve landbouw Gelderland. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) financierde dit project.
Wilt u meer lezen over dit project? Op 14 februari wordt het volledige rapport gepubliceerd op de website van Wij.land.
Tekst: Kim Sjoers