De Europese Unie heeft een omvangrijke veestapel. In december 2021 waren er volgens metingen van Eurostat 142 miljoen varkens, 76 miljoen runderen, 60 miljoen schapen en 11 miljoen geiten in de EU.
Grootste deel in grootste lidstaten
De grotere lidstaten hielden in 2021 ook het grootste deel van het vee.
- Spanje was goed voor 24 procent van de varkens in de EU, 9 procent van de runderen in de EU, 25 procent van de schapen in de EU en 23 procent van de geiten in de EU.
- Frankrijk was goed voor 9 procent van de varkens, 23 procent van de runderen, 12 procent van de schapen en 12 procent van de geiten.
- Duitsland was goed voor 17 procent van de varkens in de EU en 15 procent van de runderen, 3 procent van de schapen en 1 procent van de geiten.
Situatie in Nederland
Wat opviel in de cijfers is dat Nederland goed is voor 8 procent van de varkensstapel van de Europese Unie. In 2021 meette Eurostat 10.872.000 varkens, bijna 11 miljoen.
Nederlandse runderen vormen een populatie van 3.705.000 dieren. Dit aantal is goed voor 4,9 procent van het totale aantal runderen in de Europese Unie.
Evolutie van de veestapel in de Europese Unie in de loop van de tijd
Tussen 2010 en 2021 zijn er schommelingen in de populatie van de vier belangrijkste diersoorten. De varkenspopulatie in de Europese Unie bereikte in 2020 bijna 146 miljoen, maar nam daarna weer af. In 2021 was het aantal varkens echter nog 2 procent hoger dan in 2010.
In dezelfde periode bereikte de runderpopulatie in 2016 bijna 80 miljoen (een stijging van 2 procent ten opzichte van 2010), om vervolgens weer af te nemen in de komende drie jaar. 2021 had ongeveer 3 procent minder runderen dan in 2010.
De populatie schapen en geiten vertoonde tussen 2010 en 2021 een dalende trend en daalde in 2021 met respectievelijk 10 procent en 13 procent ten opzichte van 2010.
Bron: Eurostat