Stel je doet als veehouder mee aan de Lbv- of Lbv+-saneringsregeling. Kun je dan blijven wonen in het woonhuis zoals veel mensen het liefste willen? Welke mogelijkheden zijn er en wat moet er allemaal geregeld worden? ROM-specialist Marissa ten Hagen bij DLV Advies begeleidt ondernemers in dit toch wel complexe traject.
Het woonhuis van een boerderij geldt als agrarische bedrijfswoning. “Wanneer een veehouder deelneemt aan een van de saneringsregelingen dan mag hij op die locatie niet langer bedrijfsmatig vee houden”, legt Marissa uit. “Maar een andere agrarische activiteit blijft dan wel mogelijk, bijvoorbeeld omschakelen naar akkerbouw.” In dat geval blijft de bestemming agrarisch en kan de ondernemer in het woonhuis blijven wonen. Wel moet dan met de gemeente worden geregeld dat de vergunningen voor het houden van vee worden ingetrokken.
Bestemmingsplanwijziging: hoe eerder je begint, hoe beter
Als je een agrarisch bedrijf volledig staakt, wordt het een ander verhaal. Zodra de beschikking op de aanvraag voor deelname aan de saneringsregeling binnen is, hebben ondernemers zes maanden de tijd om te beslissen of ze definitief akkoord gaan met het aanbod. Marissa adviseert die tijd te benutten om alvast het vooroverleg met de gemeente op te starten en te kijken naar wat er mogelijk is op de bedrijfslocatie. “Hoe eerder je daarmee begint, hoe beter”, geeft ze aan. “Als het lukt, start dan met het vooroverleg zodra je de aanvraag voor de saneringsregeling indient.”
De eerste vraag die ze stelt aan veehouders die hebben besloten om te stoppen, is: Wat wil je daarna gaan doen? Wil je helemaal stoppen met werken, in loondienst gaan of blijven ondernemen op die locatie? Veel ondernemers denken dat ze vastzitten aan de grenzen van het bestemmingsplan, dat dat bepaalt wat er in de toekomst wel en niet mag op de locatie. Maar een omschakeling is juist een kans om te onderzoeken wat je zelf wilt in de toekomst en daar dan een bestemmingswijziging op aan te vragen.”
Vooroverleg met de gemeente is belangrijk
Na acceptatie en ondertekening van de beschikking hebben ondernemers 12 maanden de tijd om een aanvraag voor een bestemmingswijziging in gang te zetten. De gemeente is niet verplicht om mee te werken aan een bestemmingswijziging. “Daarom is dat vooroverleg zo belangrijk”, benadrukt Marissa. “Daarin onderzoek je samen met de gemeente wat de mogelijkheden zijn. Als je met een goed verhaal en plan komt, dan is er meer mogelijk dan je denkt. Het is mooi als je bij het indienen van een aanvraag voor een bestemmingswijziging eigenlijk al groen licht van de gemeente op zak hebt. Maar soms is nee ook gewoon nee”, stelt ze. “We kunnen niet toveren, maar wel de juiste argumenten op tafel leggen over hoe het plan past in het beleid of de ontwikkeling richting de gemeente en provincie.”
Ondersteuning nodig bij saneringsregeling
Ook boeren die met pensioen gaan of in loondienst zullen een bestemmingswijziging moeten aanvragen van ‘agrarisch’ naar ‘wonen’. Marissa vertelt dat er bij DLV Advies ook veel vragen binnenkomen over een combinatie met Rood voor Rood, waarbij veehouders die stoppen de mogelijkheid krijgen om op het erf een huis erbij te zetten. “Maar of dat kan, verschilt per provincie en zelfs per gemeente. Het is lastig om daar in algemene zin iets over te zeggen.”
Al met al is deelname aan de saneringsregeling een traject waarbij veel vragen op ondernemers afkomen. “Om dat proces als boer in je eentje aan te gaan, is eigenlijk niet te doen.”
Bron: DLV Advies