De gemiddelde agrarische grondprijs in Nederland is in het 1e kwartaal van 2024 uitgekomen op 78.800 euro. Dat is 4,4 procent lager dan in het 4e kwartaal van 2023 (€ 82.400), en precies gelijk aan de gemiddelde grondprijs over heel 2023.
Bouwland
De gemiddelde prijs van bouwland daalde in het 1e kwartaal van 2024 met 4,7 procent naar 88.700 euro per hectare. Dat is 2,4 procent onder de gemiddelde prijs van bouwland over heel 2023 van 90.900 euro per hectare.
Grasland
De gemiddelde prijs van grasland is in het eerste kwartaal van 2024 met 2,9 procent gestegen tot 73.300 euro per hectare. Dat is 5,6 procent boven de gemiddelde prijs van grasland in 2023. Deze lag toen op 9.400 euro per hectare. De gemiddelde prijs van snijmaisland is in het eerste kwartaal van 2024 met 1,4 procent gedaald tot 79.200 euro.
Grondmobiliteit
In het eerste kwartaal van 2024 is 7.600 hetare landbouwgrond verhandeld, ruim 1.300 hectare (21%) meer dan in hetzelfde kwartaal van 2023.
De relatieve grondmobiliteit – het verhandeld areaal afgezet tegen het totaal areaal landbouwgrond – over de vier laatste kwartalen bedroeg 1,60 procent, tegen 1,63 procent in dezelfde periode het jaar daarvoor.
Grondprijzen per provincie
De gemiddelde agrarische grondprijs loopt in het eerste kwartaal van 2024 uiteen van 60.800 euro in Friesland tot 82.700 euro per hectare in Flevoland. In de overige provincies ligt de grondprijs tussen 70.500 euro in Groningen en 90.400 euro per hectare in Noord-Brabant.
In de drie noordelijke provincies (Groningen, Friesland en Drenthe) is de gemiddelde agrarische grondprijs in het eerste kwartaal van 2024 gestegen, van ruim één procent in Groningen tot bijna vier procent in Drenthe. De gemiddelde agrarische grondprijs in de provincies Overijssel en Gelderland is met respectievelijk één en twee procent toegenomen. In de provincie Flevoland is de gemiddelde agrarische grondprijs met drie procent gestegen. De grondprijs in Utrecht en Zuid-Holland is met respectievelijk twee en drie procent gestegen. Terwijl deze in Noord-Holland met twee procent gedaald is. Ook in Limburg en Noord-Brabant steeg de grondprijs met één en twee procent. Terwijl de grootste daling met maar liefst zes procent in Zeeland was.
Verhandelde landbouwgrond
De relatieve grondmobiliteit – het verhandelde areaal afgezet tegen het totaal areaal landbouwgrond – varieert over de vier laatste kwartalen van 1,24 procent in Friesland tot 2,23 procent in Limburg. In vergelijking met een jaar eerder is de relatieve grondmobiliteit het sterkst gedaald in Utrecht en Drenthe met respectievelijk 0,5 en 0,3 procentpunt, en het sterkst gestegen in Overijssel en Zuid-Holland met ieder 0,2 procentpunt.
Bron: Kadaster