Eind 2022 stond er in Nederland 6.045 megawatt (MW) aan windvermogen op land. Daarmee is de landelijke doelstelling van 6.000 MW uit het Energieakkoord uit 2013 gehaald. Dat blijkt uit de nieuwe Monitor Wind op land van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Deze schetst jaarlijks de voortgang van windprojecten in Nederland.
In het Energieakkoord was afgesproken om het doel van 6.000 MW in 2020 te behalen. In 2017 werd duidelijk dat dit niet gehaald kon worden. Het doel werd uitgesteld tot 2023. Voorwaarde was dat het deel dat niét in 2020 werd gehaald, verdubbeld zou worden voor eind 2023. Dit mocht met zonne- of windenergie. Ook deze verdubbelingsafspraak is nu gehaald.
Verwachte groei in en na 2023
Er staan nog verschillende windprojecten op land gepland. De verwachting is dat het windenergievermogen in 2023 met 835 MW toeneemt. Daarnaast zitten er projecten in de pijplijn die pas na 2023 gerealiseerd kunnen worden. Deze kunnen nog eens meer dan 1.000 MW aan het potentieel toevoegen. Van een deel van die projecten is het nog niet zeker of deze er echt komen en wanneer. Zo heeft onder andere de uitspraak van de Raad van State van 30 juni 2021 (Nevele-arrest) op dit moment nog impact op de planning van nieuwe windprojecten.
In de monitor is te zien dat het aantal projecten in de pijplijn weinig toeneemt. De verwachting is dat er wel nieuwe projecten bijkomen. De RES-regio’s (Regionale Energie Strategieën) werken namelijk aan het concreet maken en het uitvoeren van hun plannen voor het behalen van de doelstellingen uit het Klimaatakkoord.
Doelstellingen Klimaatakkoord
Het Klimaatakkoord verving in 2019 het Energieakkoord uit 2013. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat we in Nederland in 2030 op land minimaal 35 terrawattuur (TWh) aan duurzame elektriciteit opwekken met grootschalige zonne- en windenergieprojecten. De doelstelling van 6.000 MW windenergie op land uit het Energieakkoord maakt daar deel van uit. Met het windvermogen eind 2022 van 6.045 MW is het verwachte aandeel van windenergie op land 17,9 TWh aan energieproductie bij een gemiddeld windjaar.
Bron: RVO