Het stikstof- en natuurbeleid moet samen gaan met toekomstperspectief voor de landbouw. Die ambitie sprak Koning Willem-Alexander uit in de troonrede. In de LNV-begroting voor 2024 wordt ruim 1 miljard euro vrijgemaakt om aanvragen voor de beëindigingsregelingen te financieren.
Het is goed dat boeren die er vrijwillig voor kiezen om hun bedrijfsvoering te stoppen, daartoe in staat worden gesteld. Het is echter van cruciaal belang dat boeren die hun bedrijf voort willen zetten, daartoe óók in staat worden gesteld. Door te investeren in technische innovaties, door het bedrijf te verplaatsen, te extensiveren of om te schakelen. In de LNV-begroting wordt dit zogenaamde ‘trappetje van Remkes’ (keuzevrijheid voor de boer) echter buitengewoon ongelijkwaardig ingevuld: naast de 1 miljard euro voor stoppers, wordt er dertig miljoen euro vrijgemaakt om te investeren in technische innovaties en budget voor de andere vormen van toekomstperspectief ontbreekt. Daarmee zet het demissionaire kabinet vol in op het beëindigen van bedrijven en wordt amper perspectief geboden aan boeren die willen blijven.
Ecosysteemdiensten
Dat het kabinet slechts € 15 miljoen vrijmaakt om een start te maken met het aanvalsplan landschapselementen, is ronduit een gemiste kans. In de gesprekken voor een landbouwakkoord was becijferd dat structureel € 750 miljoen per jaar noodzakelijk is voor de versterking van zogenaamde ‘ecosysteemdiensten’: diensten waarmee boeren en tuinders bijdragen aan agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Politieke partijen van links tot rechts stemden dit jaar nog in met de motie Klaver die het kabinet opriep om voor Prinsjesdag met een regeling te komen voor ecosysteemdiensten. De € 15 miljoen die het kabinet nu eenmalig vrijmaakt, is een druppel op de gloeiende plaat. Dit budget levert géén materiële bijdrage aan de transitie waarin boeren meer investeren in natuur- en landschapsbeheer. Het feit dat het kabinet hiervoor slechts een symbolisch bedrag vrijmaakt, illustreert de knelpunten waar LTO tegen aanliep in de onderhandelingen over een landbouwakkoord.
Biologische landbouw, jonge boeren en doelsturing
Het is positief dat het kabinet € 50 miljoen vrijmaakt voor het versterken van de biologische landbouw in Nederland en € 100 miljoen voor jonge boeren die een bedrijf willen overnemen. Kijkend naar de ambitie om in 2030 op 15% van het landbouwareaal biologisch te produceren, is het beschikbaar gestelde budget een kleine stap, maar wel een stap in de goede richting. Bij de uitwerking van deze financiering is het essentieel dat wordt ingezet op het vergroten van de marktvraag naar biologische producten, zodat er geen prijsdaling op de biologische markt ontstaat.
Doelsturing
Positief is dat het kabinet € 10 miljoen beschikbaar stelt om te investeren in een omslag van middelsturing naar doelsturing. Vanuit de agrarische sector is er een grote wens om te investeren in een zogenaamde ‘afrekenbare stoffenbalans’. Met zo’n stoffenbalans worden boeren afgerekend op hun feitelijke, meetbare uitstoot in plaats van dat zij geconfronteerd worden met tal van regels en voorschriften.
Bron: LTO