Minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit heeft vandaag, mede namens minister Ollongren van Binnenlandse Zaken, bekend gemaakt de regio Foodvalley te steunen met een impuls van 20 miljoen euro. In totaal investeren het Rijk en de regiopartners in de Regio Deal Foodvalley ruim 70 miljoen euro in de regio.
De provincies Gelderland en Utrecht en de regiogemeenten uit de Foodvalley gaan met vele partners aan de slag met de versnelling van de transitie naar een gezond en duurzaam voedselsysteem. Zij doen dit in nauwe samenwerking met vele partners, waaronder de Universiteit Utrecht (UU), Wageningen University & Research (WUR), en belangenorganisaties VNO-NCW Midden alsmede Waterschap Vallei en Veluwe en LTO Noord.
"De Regiodeal Foodvalley geeft onze boeren goede handvatten om haalbare en betaalbare technieken te ontwikkelen voor vraagstukken rondom luchtkwaliteit, bodem en het circulair werken", zegt Fije Visscher, voorzitter LTO Noord afdeling Gelderse Vallei. "Het zet de boer aan het roer. Zodat boeren handelingsperspectief houden en met verdienmogelijkheden aan de slag kunnen om de verduurzaming te bekostigen. Dat is essentieel voor de omslag die we willen maken."
Bundeling van krachten
De Regio Deal Foodvalley is een meerjarig partnerschap tussen het Rijk en verschillende regionale overheden, ondernemers, onderwijs- en kennisinstellingen. “In 2050 wonen er ruim 9 miljard mensen op de aarde. Het is een enorme uitdaging om al deze monden te voeden in het perspectief van klimaatverandering en het verdwijnen van landbouwgronden. Met deze deal kunnen we onze krachten bundelen en een cruciale bijdrage leveren aan gezond en duurzaam voedsel voor iedereen”, aldus voorzitter van het Bestuurlijk Overleg van de Regio Deal Foodvalley René Verhulst.
Concrete resultaten
Het is de bedoeling dat de projecten in de Regio Deal binnen drie jaar tot concrete resultaten leiden voor de regio als geheel, maar ook voor de verschillende gemeenten en haar inwoners individueel op het gebied van onder andere gezondheid, werkgelegenheid, een betere leefomgeving en brede welvaart. De kennis en innovaties die opgehaald en gerealiseerd worden in deze intensieve samenwerking zijn bovendien door te vertalen naar andere regio’s en landen. Verhulst geeft aan dat hij de regiogemeenten zeer erkentelijk is voor de financiële steun en zeer verheugd is met het partnerschap van het Rijk: “Zo kunnen we aan de slag om echt te kunnen werken aan impact van belangrijke voedselvraagstukken.”
Pijlers transitie
De concrete vertaling van de versnelling naar duurzaam en gezond voedsel heeft drie complementaire hoofdpijlers met daarin de volgende uitwerkingen:
1. Versnelling van de transitie naar een toekomstbestendige landbouw
Er wordt ingezet op toekomstbestendige, duurzame, circulaire landbouw. Denk aan maatregelen voor emissiereductie, het sluiten van kringlopen en de ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen voor agrariërs. Er is tevens focus op een sterkere verbinding tussen boeren en inwoners in het gebied.
2. Voeding en gezondheid van prille start tot oude dag
Met innovaties willen we mensen verleiden tot het consumeren van gezonder en duurzamer voedsel. We willen daarom een gezonde voedselomgeving creëren om zo gemakkelijker te komen tot gezonde en duurzame keuzes. Tevens geven we gezonde voeding een belangrijke plek in curatieve en preventieve gezondheidszorg.
3. Versterken van kennis- en innovatiesysteem
In de Foodvalley brengen we wetenschap, praktijkonderwijs, starters en bestaande bedrijven bij elkaar om innovaties toe te passen in nieuwe en bestaande producten.
Regiodeal voor inwoners, boeren en bedrijven
De Regio Deal heeft een heel mooie lokale uitwerking voor inwoners, boeren en bedrijven. Voorzitter René Verhulst: “We zien meer werkgelegenheid in het bijzonder voor jonge mensen, zoals op de Food Academy en meer bewustzijn voor gezond en duurzaam eten door een WFC Experience, wat op termijn bijdraagt aan de gezondheid van inwoners. Daarnaast zien we ook baanbrekend onderzoek naar de cruciale voeding van jonge kinderen, dit samen met verloskundigen en consultatiebureaus. Op lange termijn zullen er meer inzichten en resultaten zijn in de gezondheid en voeding van jonge kinderen, evenals schonere lucht door innovatieve productietechnieken en stallen voor onze boeren. Verder investeren we in een toename van kennis bij alle betrokken partijen, doordat er actiever geïnvesteerd wordt in het delen van proeffaciliteiten. Dit doen we met oog voor het bedrijfsleven dat betrokken is bij logistiek, techniek, productie en ICT, waardoor er meer werkgelegenheid komt en het aantal nieuwe innovatie toeneemt. Kortom: een prachtige totaalimpuls voor leefbaarheid en brede welvaart.“
Bron: LTO Noord