LTO Nederland heeft tijdens de ALV van ZuivelNL ingestemd met de begroting voor 2021. Voor LTO is een sluitende begroting een absolute voorwaarde. Het huishoudboekje moet op orde zijn. De financiële begroting is echter bijzaak en het resultaat van een ingezette richting.
Gebrek aan draagvlak
Gezien de positie waar onze leden melkveehouderij zich bevinden, zowel maatschappelijk als financieel, is een sterke brancheorganisatie een harde voorwaarde. De oorzaak hiervan is te herleiden aan het gebrek aan draagvlak voor zelfsturing vanuit de sector. LTO geeft zichzelf en ZuivelNL voor 2021 de opdracht om de aangesloten partijen op één lijn te brengen.
Ambities moeten zijn herbevestigd óf herbenoemd. De vakgroep Melkveehouderij is van mening dat het tijd wordt om goed in de spiegel te kijken; kleur te bekennen en de daad bij het woord te voeren. ‘Je bouwt aan het huis ZuivelNL met meerwaarde, of je blijft thuis.’
Gebrek aan draagvlak en vertrouwen
Vanwege de sterke coöperatieve structuur in de zuivel had de sector na het wegvallen van het productschap snel een brancheorganisatie staan. Andere sectoren keken met bewondering naar de zuivelsector. Nadat de reserves uit het productschap conform de voorwaarden in zes jaar teruggevloeid zijn naar de sector door middel van het verlagen van de contributie en de bijdrage aan het diergezondheidsfonds, had ZuivelNL zich moeten herpositioneren. Vanwege gebrek aan draagvlak en onderling vertrouwen is de organisatie daar niet in geslaagd. In de praktijk is ZuivelNL nu om die reden uitgekleed.
Het uitgangspunt van het bestuur van ZuivelNL is dat een contributieverhoging onbespreekbaar is. Een gemiddelde melkveehouder draagt jaarlijks €400 bij aan de organisatie. Zijn verwerker per gemiddelde leverancier €200. Behalve dat dit niet evenwichtig is, ook gezien de statutaire stemverhouding tussen melkleveranciers en melkverwerkers, kan de hoogte van de afdracht naar de mening van LTO ondanks de financiële situatie van onze leden niet het probleem zijn.
Juist gezien de situatie waarin onze melkveehouderijleden zich bevinden, zowel de maatschappelijke positie als de financiële, is een sterke brancheorganisatie als aanvulling op een krachtige vertegenwoordiging van de primaire sector cruciaal voor onze toekomst.
Stress op boerenerf
De vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland kan niet anders dan concluderen dat de Duurzame Zuivelketen in essentie de aanleiding van het probleem is. Het gaat dan vooral om het feit dat de sector zichzelf bovenwettelijke doelen stelt. Volgens Jos Verstraten is het steeds duidelijker dat leden binnen ZuivelNL ‘ja’ zeggen terwijl ze ‘nee’ bedoelen en dat de DZK niet gezien wordt als de oplossing maar als het probleem en mede verantwoordelijk gehouden is voor de stress die melkveehouders ervaren op het boerenerf. Die stress is er, en dat is een trieste constatering.
Via de begroting is door sommige leden geprobeerd de middelen die mede ingezet zijn om de onszelf gestelde doelen te bereiken financieel droog te leggen. Dat is naar de mening van LTO niet de juiste weg en ook niet de oplossing.
De DZK is ooit opgericht als reactie op het ingrijpen van de overheid in de varkenshouderij. Door als sector zélf het initiatief te nemen om bovenwettelijke stappen te zetten om uit de klauwen van de Haagse politiek te blijven of juist de politieke besluitvorming te beïnvloeden. Vorig jaar zijn de doelen opnieuw vastgesteld, maar wat zijn ze eigenlijk waard, zonder draagvlak bij bestuurders, zonder draagvlak bij onze boeren?
Bron: ZLTO