Wat is de omvang van de Nederlandse veehouderij ? Hoeveel dieren zijn er? En Hoeveel bedrijven? Op verzoek van de minister is een rapport opgesteld met feiten en cijfers over de Nederlandse veehouderijsectoren.
Met het uitbrengen van de toekomstvisie ‘Landbouw, natuur en voedsel: waardevol en verbonden’ in september 2018 wil landbouwminister Carola Schouten inzetten op verduurzaming van de veehouderij, waarbij kringlooplandbouw centraal staat. Voor de uitwerking van heeft de minister aan Wageningen Research gevraagd een overzicht te maken met feiten en cijfers.
Cijfers
Het meer dan 100 pagina's tellende rapport 'Feiten en cijfers over de Nederlandse veehouderijsectoren', dat in december verscheen, geeft informatie over de omvang en karakteristieken van verschillende sectoren: melkvee, vleesvee, vleeskalveren, varkens, leghennen, vleeskuikens, eenden, kalkoenen, konijnen, schapen, geiten en paarden. Het rapport vermeldt niet alleen de aantallen dieren, oppervlaktes of bedrijfsomvang, maar geeft ook cijfers het aandeel biologische bedrijven, megabedrijven of marktconcepten. En je vindt er ook informatie over maatschappelijke thema's zoals mest, ammoniak, biodiversiteit of broeikasgasemissies.
Aantal bedrijven
Zo meldt het rapport dat in Nederland in 2016 17.910 melkveebedrijven waren. Dat aantal bedrijven neemt elk jaar af, maar bedrijven worden wel steeds groter. Een gemiddeld melkveebedrijf had in 2016 79 koeien en 60 hectare grond. Het totaal aantal koeien is lang constant gebleven omdat tussen 1983 en 2014 de productie aan banden was gelegd door de melkquotering. Na 2014 nam het aantal koeien toe, maar door de invoering van de fosfaatwetgeving in 2017 nam het aantal dieren weer af. Eind 2017 waren er in Nederland 1,7 miljoen melkkoeien.
Ook in de varkenshouderij zie je een ontwikkeling dat het aantal bedrijven afneemt, maar het gemiddeld aantal dieren per bedrijf toeneemt. In 2017 telt Nederland 4.300 varkensbedrijven met op jaarbasis in totaal zo’n 12,5 miljoen varkens.
Megastallen
Sommige bedrijven zijn flink groter dan het gemiddelde bedrijf. De 100 grootste melkveebedrijven hebben gemiddeld bijna 500 melkkoeien. Een bedrijf met meer dan 250 melkkoeien wordt gezien als megabedrijf. Het rapport meldt dat er in 2013 321 megastallen met melkvee geteld worden op een totaal van circa 800 megabedrijven voor alle veehouderijsectoren. In de varkenshouderij wordt een bedrijf met meer dan 1.200 zeugen of 7.500 vleesvarkens gezien als megastallen. In 2013 waren er 157 van zulke locaties in de varkenssector.
Biologische veehouderij
Het rapport geeft ook informatie over het aantal biologische bedrijven. Zo zijn er in 2017 490 biologische melkveebedrijven met gemiddeld 80 melkkoeien die gezamenlijk zo’n 1,6 % van de hoeveelheid melk produceren. De biologische varkenshouderij is een kleinere bedrijfstak, maar groeit. Volgens het CBS waren er in 2017 circa 49.600 varkens – 0,8% van het totale aantal varkens – op 148 biologische bedrijven gehouden. Dat is op 3,4 % van het totaal aantal varkensbedrijven.
Ammoniakemissie
Het rapport geeft veel cijfers over milieuaspecten zoals over de ammoniakemissie. De emissie uit stallen en bij de opslag van mest vormt het leeuwendeel van de ammoniakemissie. Sinds 2010 is die emissie stabiel op een niveau rond de 110-115 mln. kg. Dat is binnen de norm van maximaal 128 mln. kg die op Europees niveau is afgesproken. Ruim de helft van de ammoniakemissie van de veehouderij is afkomstig van de rundveehouderij. Het rapport meldt dat de de emissie uit de landbouwsector sinds 1990 meer dan gehalveerd is, maar per hectare landbouwgrond is de emissie met 60 kg nog wel de hoogste in de EU.
Bron: GroenKennisnet