Hoe effectief is inkomenssteun van de Europese Unie voor Nederlandse boeren? De Algemene Rekenkamer onderzocht hoe € 426 miljoen EU-steun aan boeren verdeeld wordt in een jaar.
Dit blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer in het Rapport bij de Nationale Verklaring 2019, gelijktijdig met het verantwoordingsonderzoek 2018 gepubliceerd op 15 mei 2019. In deze verklaring verantwoordt het kabinet zich over EU-geld dat onder gezamenlijke verantwoording van ‘Brussel’ en ‘Den Haag’ in Nederland is besteed. Het beheer en de rechtmatige besteding van dit EU-geld in Nederland is over het algemeen op orde. De verantwoording daarover is deugdelijk.
Grafiek 1: Bron: Algemene Rekenkamer
Wat is ‘redelijke levensstandaard’ van boeren?
Een van de beleidsdoelen van de EU is via inkomenssteun boeren te voorzien van een ‘redelijke levensstandaard’. Wat daaronder verstaan wordt heeft de Europese Commissie noch lidstaat Nederland uitgewerkt. In Nederland is ruim € 750 miljoen aan EU-inkomenssteun in toetsjaar 2014 verdeeld. De Algemene Rekenkamer heeft daarvan € 426 miljoen kunnen onderzoeken. In het rapport wordt ook een doorkijkje gegeven naar de verdeling van de inkomenssteun voor 2019.
Met het huidige beleid komt ruim een derde deel van het onderzochte budget voor inkomenssteun terecht bij boeren met een bruto bedrijfsinkomen van twee keer modaal (€ 66.000) of meer. Inclusief de EU-steun stijgt hun aantal van 15% naar 24 %. Het aantal boeren dat nog steeds onder het bruto minimumloon zit, is met de Europese inkomenssteun van 52 % naar 36 % gedaald. Dus nog steeds heeft een op de drie Nederlandse boeren ondanks de EU-steun een inkomen onder het bruto wettelijk minimumloon. Verder blijkt dat boeren met een vleeskalverenbedrijf of een zetmeelaardappelbedrijf hun inkomen met name uit EU-steun halen.
Hoger netto inkomen dan andere werkenden
Ook is in het onderzoek gekeken naar het netto inkomen. Met de EU-steun hebben de meeste boeren in Nederland een hoger netto inkomen dan het doorsnee inkomen van alle werkenden. Dat is vaker het geval bij boeren met grotere dan kleinere landbouwbedrijven.
Nederland onderhandelt momenteel met andere EU-lidstaten hoeveel geld er voor de periode 2021-2027 uitgetrokken moet worden voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Het kabinet streeft ernaar minder geld aan directe inkomenssteun te besteden en meer aan innovatie, vergroening en maatschappelijke opgaven waar agrariërs een rol in spelen.
Reactie minister van LNV en nawoord Rekenkamer
In een reactie op het onderzoek stelt de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) dat bij grote bedrijven meer steun terecht lijkt te komen dan nodig is voor een ‘redelijk inkomen’. Het kabinet komt naar eigen zeggen met maatregelen om de positie van boeren te versterken en de Europese landbouwgelden effectiever in te zetten.
Volgens de Algemene Rekenkamer kan pas precies worden bepaald of de EU-inkomenssteun boeren effectief aan een ‘redelijke levensstandaard’ helpt als heldere afspraken zijn gemaakt wat dat is.
Bron: Algemene Rekenkamer