Intensief kweekwerk zorgt voor jaarlijkse vooruitgang in opbrengst
De tijd en het geld die veredelaars investeren in het verbeteren van maïsrassen levert jaarlijks een opbrengstverhoging in de teelt op van 1 tot 1,25%. De Nederlandse en Belgische Rassenlijsten noteerden in de periode tussen 1999 en 2016 om en nabij 2 ton meer korrelopbrengst (bij 15% vocht) per hectare. Dit is gebaseerd op onafhankelijke proefveldresultaten van de afgelopen 16 jaar in zowel Nederland als België en zijn de meest betrouwbare cijfers over alle maïsrassen. De gegevens rondom de snijmaïs omvatten een kortere periode en zijn bovendien onderverdeeld in vroege en middenvroege rassen. Al met al komt de vooruitgang de afgelopen 16 jaar ook bij de snijmaïsopbrengst op 9,5%. Omgerekend naar opbrengst op het veld betekent het 1 tot 1,5 ton meer korrelopbrengst per hectare.
Selectie op korrelopbrengst leidt ook tot hogere snijmaïsopbrengsten
Veredelen is vooral selecteren op korrelopbrengst. De korrel of meer nog het zetmeel uit de korrel levert de energie en is zo goed als 100% verteerbaar. Met het verbeteren van de verteerbaarheid in het algemeen en celwandverteerbaarheid in het bijzonder is geen vooruitgang te boeken. Uitgaand van het grootst gemeten verschil in celwandverteerbaarheid van 9% tussen 2 maïsrassen, een celwandaandeel in de maïs van 45% en een maïsaandeel in het rantsoen van 35%, wordt tussen de beide rantsoenen maximaal 1,4% (9×0.45×0.35) verschil in verteerbaarheid gemeten. Het is daarom geen wonder dat voederproeven met verschillende maïsrassen met enkel verschillen op basis van celwandverteerbaarheid dit niet significant weten te vertalen in verschillen in melk- of vleesproductie. De werkelijke prijs die veehouders betalen voor die weinig relevante verschillen in (celwand) verteerbaarheid is wel een ondubbelzinnig meetbaar verlies aan korrel- of zetmeelproductie van 8%. De Rassenlijst Korrelmaïs raadplegend komt zo’n opbrengsttekort van 8% overeen met ruim 1.000 kg korrel (16% vocht) per hectare! Kort gezegd: tegenover een maximaal voordeel bij het kiezen voor een ras met een hogere celwandverteerbaarheid staat een maximaal nadeel van ruim 1.000 kilogram opbrengst, afkomstig uit de korrel. Vandaar ook de terechte keuze in de praktijk voor snijmaïsrassen met een hoge korrelopbrengst.
Selecteren resulteert in vroeger en beter
Selectie betekent dus eerst ‘vroeger maken’ van het gewas, om het vervolgens ‘productiever’ te maken. Dankzij de veredeling naar nog vroegrijpere kolven is het goed mogelijk om in de noordelijke regio’s voldoende afrijping en daarmee voldoende zetmeelproductie te behalen. Wanneer de kweker aan de dwingende voorwaarde van voldoende afrijping binnen het geldende groeiseizoen heeft voldaan, ligt de weg open voor verdere selectie naar opbrengsttoename uit de korrel en daarmee extra zetmeel of extra krachtvoer van eigen bodem!
Veredelen is vooruitzien
Elk nieuw ras moet sterker presteren dan de gevestigde orde om kansen te krijgen bij maïstelers. De kunst is dus vroegere rassen met een hogere opbrengst te kweken. Een scala van nieuwe rassen ontwikkelen en uitgebreid testen onder verschillende omstandigheden kost ongeveer 7 jaar. Veredelen is dus vooruitzien. Naast opbrengst speelt bij de veredeling ook andere zaken rol. Bijvoorbeeld de gezondheid van de planten, een voorwaarde voor een langere fotosynthetisch actieve productieperiode in het veld met behoud van goede inkuileigenschappen van de restplant voor goede conservering en fris voer. KWS is al 15 jaar bezig met toleranties voor diverse bladvlekkenziekten. Vanaf omstreeks 2008 heeft KWS tolerante rassen in haar pakket die toen hoogdringend de plek hebben ingenomen van de oude gevoelige generatie maïsrassen. Voor kopbrand geldt eigenlijk hetzelfde en momenteel zijn stikstof en fosfaatefficiëntie belangrijke items bij de veredeling, alsook droogtestress. Zo wordt pro-actief gereageerd op strengere wetgeving en veranderingen in het klimaat.
Nieuwe generatie maïsrassen op de Aanbevelende Rassenlijst: Genialis en Megusto
Nadat Genialis zich in 2016 al met goede cijfers had gemanifesteerd op de Aanbevelende Rassenlijst korrelmaïs 2016, is dat nu ook het geval op de Aanbevelende Rassenlijst snijmaïs 2017 middenvroeg. Genialis valt met een rapportcijfer 8 op door haar goede landbouwkundige eigenschappen en een hoge opbrengst met een index van 103. Ook is het zetmeelgehalte bovengemiddeld. Tevens kan Genialis, omwille van haar vroegrijpheid in een groot gedeelte van Nederland geteeld worden. Ook Torres en de vorig jaar geïntroduceerde Juvento zijn zeer gewaardeerde snijmaïsrassen op de Aanbevelende Rassenlijst met veel tevreden gebruikers.
In het zeer vroege tot vroege segment vallen Kompetens als Aanbevolen ras en Havelio en Benedictio als meerjarig onderzochte rassen op door goede landbouwkundige eigenschappen en een goede tot zeer goede opbrengst en kwaliteit.
Nieuwkomer Megusto is met een korrelopbrengst van 108, met afstand het beste maïsras op de nieuwe Aanbevelende Rassenlijst korrelmaïs 2017. Telers die op zoek zijn naar een vroeg snijmaïsras met een zeer hoge korrelopbrengst zijn bij Megusto aan het goede adres. Daarnaast is het een ras met goede beginontwikkeling en een zeer goed resultaat voor ‘vroegheid bloei’.
In het segment van de vroege korrelmaïs is het ras KWS Stabil een veelbelovende nieuwkomer op de Rassenlijst met meerjarig onderzochte rassen. Dit ras, wat ook zeer geschikt is als zeer vroeg snijmaïsras, blinkt uit door haar goede opbrengst.
Goed teeltmanagement is belangrijk
Een juiste maïsrassenkeuze is allesbepalend voor een goed resultaat. Wanneer bijvoorbeeld de pH, als onderdeel van de bodemvruchtbaarheid niet optimaal is, heeft dit een negatieve invloed. Ook een, als gevolg van de afnemende mestgiften, steeds vaker voorkomend kaligebrek kan opbrengst kosten. Als het teeltmanagement ‘op orde’ is, wordt de meerwaarde van het beste ras nog beter zichtbaar.