Vanggewassen worden na de teelt van mais ingezaaid om de uitspoeling van mineralen naar het grondwater tot een minimum te beperken én om de bodemstructuur te verbeteren. Vaak bestaat een vanggewas uit een mono-teelt van Italiaans raaigras en/of speciale gewassen die voor dit doel geselecteerd zijn. ForFarmers onderzoekt in een praktijkproef wat de toegevoegde waarde van vlinderbloemigen (stikstofbinders) kan zijn als onderdeel van het vanggewas.
Hiertoe is in het najaar van 2016 een proef in drie herhalingen opgezet op KTC De Marke. In deze proef worden traditionele vanggewassen (winterrogge / Italiaans raaigras) vergeleken met mengsels van graan en vlinderbloemigen. Doel van deze proef is om de mogelijkheden van deze nieuwe mengsels als tussenteelt bij mais te beproeven.
Betere stikstofbenutting en bodemvruchtbaarheid
ForFarmers verwacht dat de combinatie van een vanggewas met een vlinderbloemige leidt tot een betere stikstofbenutting bij de volgteelt en een betere bodemvruchtbaarheid. Een vanggewas legt voedingsstoffen vast waardoor uitspoeling naar het grondwater wordt voorkomen. Een vlinderbloemige begint heel vroeg in het voorjaar met de binding van stikstof uit de lucht en draagt daardoor bij aan de stikstofvoorziening van het vanggewas. Dit betekent dat het vanggewas zich beter ontwikkeld maar ook dat het bodemleven positief gestimuleerd wordt. Om in beeld te krijgen wat de invloed is van het vernietigingsmoment op het eindresultaat, worden in de proef verschillende vernietigingsmomenten onderzocht. Tevens wordt vastgesteld wat het effect is van het onderwerken van het vanggewas of om het vanggewas te oogsten als ruwvoer.
Statistische toetsing
Om inzicht te krijgen in de snelheid en hoeveelheid stikstofnalevering van de diverse vanggewassen (of combinaties), is na het onderwerken van het vanggewas dit voorjaar gras gezaaid. Dit gras wordt regelmatig geoogst en bemonsterd op kwaliteit en opbrengst. Door uitvoering in herhalingen is ook een statistische toetsing mogelijk.
Bron: ForFarmers