Wie het productiepotentieel van de melkveestapel maximaal wil benutten moet op verschillende vlakken presteren. In de afgelopen 50 jaar heeft Ingenieursbureau Heemskerk zich ontwikkeld tot een partner die kennis over alle invloedsfactoren in huis heeft. Van genetica tot nutri-genomics: Ingenieursbureau Heemskerk wil de melkveehouder dienen.
Het verhaal van ingenieursbureau Heemskerk begint met een zoon van een bollenkweker die bij toeval op het melkveebedrijf van de familie Van Puijenbroek terechtkomt in Hilvarenbeek (Noord-Brabant). Zonder relevante werkervaring in de melkveehouderij ging Piet Heemskerk aan de slag op het bedrijf met 200 melkkoeien. Bedrijven van die schaalgrootte waren op dat moment bijzonder schaars in onze regio. Piet liep bij de dagelijkse werkzaamheden dan ook tegen problemen aan waar nog geen oplossing voor bestond. Neem de vruchtbaarheidscyclus van een koe; bij een klein koppeltje koeien was het vruchtbaarheidsmanagement eenvoudig. Bij 200 koeien was het overzicht behouden op dierniveau een heel stuk uitdagender. Piet – universitair geschoold in Wageningen – ontwikkelde daarop de koekalender, waarmee orde op zaken werd gesteld in het systeem. In één oogopslag was te zien waar een koe zich bevond in de vruchtbaarheidscyclus.
Voor de koekalender bleek veel interesse en het was de basis voor Ingenieursbureau Heemskerk. Naast zijn uren voor het melkveebedrijf Van Puijenbroek timmerde Piet als zelfstandige aan de weg, waarbij hij oplossingen zocht voor problemen waarmee hij op het melkveebedrijf geconfronteerd werd.
45 jaar partner van ABS
Begin jaren 70 wist Piet de hand te leggen op 50 rietjes van het Holsteinras van Amerikaanse komaf. Wat nu onmogelijk is, gebeurde toen wel. Van die 50 rietjes kreeg het melkveebedrijf Van Puijenbroek namelijk 20 vaarzen aan de melk die met kop en schouders boven de rest van het koppel uitstaken. De omvang van het koppel stond het toe om op individueel niveau voeropname en melkproductie te meten. Daaruit bleek de effi ciënte omzetting van voer naar melk van de Holsteiners ten opzichte van de traditionele melkveerassen die toen de stallen bevolkten.
Piet reisde af naar Noord-Amerika om de mogelijkheden voor import van deze genetica te onderzoeken. Zo kwam hij in contact met ABS, een partij waarmee Heemskerk inmiddels 45 jaar zaken doet.
“We delen dezelfde filosofie”, legt Eric Heemskerk, die het stokje in 1992 van zijn vader overnam uit. “De verantwoordelijkheid houdt niet op bij de inseminatie.
ABS investeert veel in onderzoek en managementondersteunende maatregelen. Dat doen wij ook bij onze klanten. We houden ons bezig met alles wat er in de koe gaat – voer, water – en wat er uit komt, dus melk en mest.”
In dienst van de koe denken
Daarmee vat Eric het hele gamma aan diensten en producten samen die Heemskerk anno 2018 levert. In de afgelopen 50 jaar heeft het bedrijf zich ontwikkeld tot een leverancier die op velerlei manieren waarde wil toevoegen bij haar klanten. Ingenieursbureau Heemskerk praat zelf over verschillende concepten: Fokkerij, Verzorging, Voeding, Gewassen, Begeleiding en sinds 2018 Geiterij, speciaal voor de geitenhouder. “De verschillende concepten hebben een verband met elkaar”, licht Eric toe. “Onze genetica heeft een potentie aan melkproductie. Om die potentie te benutten moet de juiste verzorging gegeven worden, door middel van management en voeding. Dat is altijd al ons uitgangspunt geweest.”
Eric refereert naar het stieradviesprogramma GMS dat Heemskerk samen met de ABS-genetica naar Europa haalde. “Dat paringsprogramma gebruiken we al meer dan 40 jaar, omdat dat er volgens ons bij hoort. Om de potentie van de veestapel te benutten moet je beginnen met de juiste paringen. Elke veehouder kent zijn 10 procent beste dieren en zijn 10 procent minste dieren. Daar heb je geen adviesprogramma voor nodig. Maar de 80 procent waarvan de veehouder niet precies weet wat eraan verbeterd kan worden, moet je systematisch benaderen”, is Erics overtuiging.
Na het GMS-programma startte Ingenieursbureau Heemkerk ook met het aanbieden van verzorgingsmiddelen.
“De productiestijging zette veehouders voor uitdagingen in het management. Om verlies van melk door mastitis te voorkomen, introduceerden we producten om de koe te dippen en zo de koe te beschermen tegen ziekteverwekkers.”
Gewas en (dier)gezondheid
De wetenschap ontwikkelde zich de afgelopen decennia fl ink en steeds meer is bekend wat er van invloed kan zijn op de melkproductie. Zo kwamen ook de gewassen onder de aandacht van Ingenieursbureau Heemskerk. Inmiddels heeft het bedrijf eigen rantsoenspecialisten in dienst, maar Heemskerk kijkt verder. Zoals naar de relatie tussen plantgezondheid en diergezondheid. Volgens Eric tonen proeven aan dat weerstandsondersteuning van de maisplant leidt tot 6 à 10 procent betere kolven. Ook richt het bedrijf zich op plantgezondheid omdat dat indirect de diergezondheid raakt. Eric noemt als voorbeeld productieverlies veroorzaakt door mycotoxinen. “Mycotoxinen hebben een effect op gezondheid, zoals dikke hakken, braakballen en onverklaarbare mastitis. Mycotoxinen vinden hun oorsprong in het gewas en komen via de voeding bij de koe. Via mycotoxinebinders in onze mineralenmengsels en onze producten om mycotoxinen in de gewasresten te behandelen, reduceren we de invloed van mycotoxinen op de melkproductie van de veestapel.”
Nutri-genomics
De wetenschap heeft de melkveehouderij in het algemeen veel vooruit geholpen de afgelopen decennia, maar volgens Eric Heemskerk is de koe nog lang niet ontrafeld. “Er is nog veel meer mogelijk, bijvoorbeeld met genexpressie en nutri-genomics. Via het rantsoen en toevoeging van bepaalde additieven kunnen genen geactiveerd worden die ervoor zorgen dat de weerstand verbetert of dat de productie stijgt. Waarom geeft de ene koe 12.000 kg melk en de andere niet? Dat is niet alleen erfelijkheid, want dan zouden we in staat zijn om meer koeien naar een hogere productie te krijgen. Dat zit in het DNA van de koe en om – grotendeels nog onduidelijke redenen – wordt dat gen bij de ene koe wel geactiveerd en bij de andere niet. Via nutri-genomics en genexpressie komen we erachter welke invloedsfactoren er zijn. We werken samen met partners die daar op brede schaal onderzoek naar doen. Ik verwacht er veel van in de toekomst.”
Groei geen doel op zich
Naast de ontwikkeling van het assortiment heeft Ingenieursbureau Heemskerk zich ook geografisch ontwikkeld. Het werkgebied is al sinds de jaren 90 niet meer beperkt tot Nederland. Het hoofdkantoor van Ingenieursbureau Heemkerk staat in Diessen, een deelgemeente van Hilvarenbeek, maar klanten bevinden zich in een straal van 350 kilometer. “We willen betrokken zijn bij de melkveehouder, niet alleen maar orders leveren. Natuurlijk laten we een interessante order uit het buitenland niet schieten, maar liever kiezen we ervoor om het verhaal achter het doosje uit te leggen”, legt Eric uit. “Onze slogan is ‘Serving the dairy farmer’. We kunnen onze klanten alleen dienen als we onze filosofie mogen uitleggen.”
Bij de groei van het bedrijf is de koppeling met de praktijk van de melkveehouder altijd blijven bestaan. Piet Heemskerk haalde zijn inspiratie bij het melkveebedrijf van de familie Van Puijenbroek; vandaag is het terugvallen op de kennis van de medewerkers. “Veel van onze medewerkers hebben een boerenbedrijf of zijn van boerenafkomst. We staan met de voeten in de praktijk en halen daar onze inspiratie vandaan. De melkveehouderij professionaliseert snel. Dus het is ook noodzakelijk om te weten wat er op het boerenerf speelt.”
Met professionalisering benoemt Eric ook meteen de grootste uitdaging voor zijn bedrijf. “Uitbreiding van ons werkgebied heeft niet direct de prioriteit. Binnen het werkgebied dat we nu bestrijken ligt er nog een gigantisch potentieel aan melkveehouders. Daar kunnen we nog wel 50 jaar mee vooruit. De uitdaging is om qua kennisniveau de veehouder te blijven ondersteunen. De veehouder van tegenwoordig is geschoold en heeft een flinke basiskennis. Daarom besteden we ook veel tijd en aandacht aan de opleiding van onze medewerkers. De sector verandert snel en daar willen we aan bijdragen. Wij denken dat een dag niet veranderd, een dag op achterstand is.”