Foto: Mark van Lieshout, Suzanne Robben en zoon Cas samen met Silverdochter Anke 25 (Silver x Shout x Legend) Foto: Anna Joosse
Er moet een bult voer in kunnen. Capaciteit in de koeien, dat heb je nodig om efficiënt te kunnen produceren. Als je er veel uit wilt halen, moet er ook veel in kunnen. Koeien waar geen voer in kan, kunnen ook niet produceren’, het is de uitgesproken mening van melkveehouder Mark van Lieshout.
‘Koeien moeten de drive hebben om elk jaar een stapje meer te zetten. Koefamilies die doorgroeien’, zo ziet Mark ze graag. In de ligboxenstal pikt hij ze er zo uit. Zoals de tweedekalfs Nirvanadochter. Een maand geleden kalfde ze van een Bourbon vaarskalf en nu realiseert ze al een productie van 60 kg melk zonder veel conditie in te leveren. Naast haar staat haar moeder, een Shout (v. Shottle) die een jaar na afkalven nog steeds 34 kg melk geeft. Aan de andere kant van de voergang staat haar halfzuster. Een Silvervaars die nog wat jeugdig oogt, maar wel vlot 48 kg melk produceert. En in de jongveestal loopt haar Balistodochter. De pink laat al veel capaciteit zien en is drachtig van Yoda Sexcel, waardoor deze sterke lijn de komende jaren haar stempel zal blijven drukken op het bedrijf in het Brabantse Heesch.
Er zat meer in
In 2010 nam Mark, toen nog in maatschap met zijn ouders, de nieuwe ligboxenstal in gebruik. ‘Hoewel ik graag melk, zag ik arbeid als beperkende factor in de bedrijfsvoering. De hogere onderhoudskosten worden gecompenseerd door een hogere productie’, beredeneert hij zijn keuze voor de twee melkrobots. ‘Indertijd molken we wel lekker, maar ik had het idee dat er wel meer in zat. Ik was het ook niet altijd eens met de bedrijfsinspectie’, vervolgt de kritische veehouder. Via een studieclub en een collega in de buurt werd hij gewezen op het paringsprogramma GMS. Na een GMS-bedrijf bezocht te hebben was de keuze snel gemaakt. Sinds 2012 legt GMS de basis voor de fokkerijbeslissingen die hij maakt.
Geen missers
De veestapel wordt gerangschikt op HPR1) waarna Mark aan de hand van de moederlijnen bepaalt welke dieren een British Blue stier als partner krijgen. Momenteel wordt zo’n 60% van de veestapel met een vleesras geïnsemineerd. ‘Ik wil in de fokkerij geen missers maken. Genetisch moeten de dieren de aanleg hebben om te kunnen produceren. Op de beste HPR-dieren wordt een goede fokstier of een hoge genomicstier gebruikt. De pinken insemineer ik met Sexcelsperma’. Zo werden Silver, Balisto en Nirvana al vroeg ingezet. Nu zijn een groep van 12 stieren, waaronder Yoda, Josuper, Spectre, Bourbon en Skywalker verantwoordelijk voor de drachtigheden. En die investering in goede genetica loont. ‘De spermakosten per afgeleverde 100 kilogram melk zijn lager dan gemiddeld’, heeft van Lieshout uit zijn jaarverslag opgemaakt. ‘Een blauw kalf levert toch al gauw zo’n € 100 meer op. Hiermee worden de hogere spermakosten ruimschoots gecompenseerd én ik hou er genetisch een beter kalf aan over’, benadrukt Mark.
De tank vullen
Kilogrammen vet & eiwit, benen, speenstand voor de robot en celgetal dat zijn de kenmerken waarop Mark stieren selecteert. ‘Ik hoef geen showkoe, maar wel een blijver. Laat ze de tank maar vullen’. En dat doen ze. In vijf jaar tijd steeg de gemiddelde productie van 9.800 naar ruim 12.000 kg melk. ‘Als je veel melkt, zakt het vetgehalte iets maar het eiwitgehalte is wel op peil gebleven. Het gaat om de afgeleverd kilogrammen vet en eiwit, daar word ik ten slotte op uitbetaald. Maar genetica moet gemanaged worden, dus je moet het er aan het voerhek wel voor gooien’. En daarmee slaat van Lieshout de spijker op zijn kop. Net als in zijn stierkeuze, laat hij in het TMR-rantsoen bestaande uit gras, mais, productiebrok, hooi en aangevuld met vetten, niets aan het toeval over.
Als je ergens op fokt, komt het er ook uit
De gebruikskruisingen in combinatie met hoge (G)TPI-stieren en Sexcelsperma heeft er op het bedrijf in Heesch voor gezorgd dat de genetische vooruitgang flinke sprongen heeft gemaakt. ‘De Genetic Audit2) laat duidelijk zien dat, wanneer je ergens op fokt, dit er ook uitkomt. Mark heeft veel stieren op kg melk geselecteerd. Zijn 25% beste melkgevende dieren laten een 305-dagenproductie van 14.365 kg melk zien. De vaders van deze dieren vererven gemiddeld 627 kg melk. De 25% minste dieren worden voorspeld op 13.205 kg melk waarbij de fokwaarde van deze vaders 38 kg melk noteren. Je zou op basis van fokwaarde verwachten dat de voorspelling van 25% beste dieren
zo’n 589 kg melk hoger is, dan van de onderste 25%. Maar het verschil is bijna het dubbele’, legt Jimmy Wolff, manager Fokkerij, uit. De genetische vooruitgang is in tabel 3) duidelijk zichtbaar. ‘Dit betekent dat de potentie volop benut wordt en het verschil wordt alleen maar groter bij een uitstekend management’, verklaart de fokkerijmanager die enthousiast wordt van dergelijke resultaten. Maar veel belangrijker; het zijn resultaten waar veehouders zoals Mark van Lieshout dagelijks de vruchten van plukken en daar draait het om!
- HPR: Herd Performance Ranking is een percentage rangschikking gebaseerd op onderbalkkenmerken, afstamming en productie
- De Genetic Audit is het nieuwste instrument van ABS om het genetisch profiel van uw veestapel in kaart te brengen. Het vergelijkt de genetische aanleg van uw veestapel met de daadwerkelijke productie-, vruchtbaarheid- en celgetalgegevens. Op basis van het fokdoel wordt een analyse gemaakt en worden aandachtspunten gesignaleerd zodat tijdig kan worden bijgestuurd.
Bedrijfsgegevens:
Melkveebedrijf van Lieshout Heesch
100 melkkoeien, 60 stuks jongvee
Rollend jaargemiddelde: 102 12.061 kg melk, 4,11% vet, 3,46% eiwit, 496 kg vet en 417 kg eiwit
Gemiddeld celgetal: 94.000