De (ruw)voerproductie valt nog heel wat te verbeteren. Daarmee worden de kosten voor aankoop van ruw- en krachtvoer in de hand gehouden of zelfs nog verder terug gedrongen, wat resulteert in een verbetering van het saldo.
Proefveldresultaten voor zowel silo- als ook korrelmaïs, afkomstig van onafhankelijke instanties, laten zien dat droge stofopbrengsten van meer dan 20 ton voor silomaïs en 13 ton voor korrelmaïs (bij 16% vocht) heel goed mogelijk zijn. Nu betreft het hier proefvelden met de nieuwste maïsrassen, die midden op percelen getest worden, waarbij schaduwwerking door bomen of structuurschade zoals op kopakkers niet te verwachten valt. Dat is dan het verschil met de teelt in de gangbare praktijk. De overeenkomst is echter dat de klimatologische omstandigheden en de bemestingsnormen waarmee gewerkt moet worden, dezelfde zijn. Het moet dus op basis van de genetische potentie van moderne maïsrassen mogelijk zijn om ook in de gangbare praktijk tot hogere opbrengsten te komen.
Bij het streven naar hogere opbrengsten is de kwaliteit van de grond in de vorm van een goede bodemvruchtbaarheid, kennis van de teelt en de juiste maïsrassenkeuze van belang. Het is nu, mede als gevolg van de mestwetgeving, meer dan ooit belangrijk om aandacht te besteden aan verbetering van de bodemvruchtbaarheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de fysische bodemvruchtbaarheid door behoud van een goede bodemstructuur, pH en organische stofgehalte. Maar ook de aanwezigheid van voldoende bacteriële activiteit zorgt voor een gezond bodemmilieu en daarmee goede biologische bodemvruchtbaarheid.
Voor kennis over de teelt van maïs, kan de teler die al van zo veel zaken op de hoogte moet zijn, zich beroepen op zijn/haar regio adviseur van KWS. Maar ook de KWS-Maïsmanager App, die ondertussen door ruim 3.500 personen is gedownload op smartphone of I-pad, levert op een moderne manier een heel belangrijke bijdrage aan de informatievoorziening voor telers van maïs. Wanneer de bodemvruchtbaarheid op orde is en de kennis er is, maakt het beste maïsras het verschil. Onafhankelijke proefveldresultaten, verzameld over meerdere jaren en locaties, laten dit duidelijk zien.