Vanaf half oktober komen de meeste koeien weer op stal en worden de eerste winterrantsoenen berekend en gevoerd. Het is altijd een uitdaging om een rantsoen samen te stellen waarop de koeien goed produceren. Veel is afhankelijk van hoe het ruwvoer gewonnen en opgeslagen is en de beschikbaarheid van bijproducten.
Tijdens de aanloop naar volledige stalvoedering halen de koeien een belangrijk deel van het rantsoen uit de wei. Het is dan een hele uitdaging om de productie op peil te houden. Door wisselende graskwaliteit m.b.t. VEM, RE en smakelijkheid schommelt de ds-opname van weidegras.
Snelle en langzame graskuilen
De eerste snede heeft dit jaar gemiddeld een historisch hoge energiewaarde en een goed RE gehalte. Desondanks heeft maar 31% van de eerste snede een optimale samenstelling. 23% van de eerste graskuilen zijn te laat gemaaid en daardoor te langzaam. Hierdoor komt de VEM en het RE een stuk lager uit en zijn deze kuilen gevoeliger voor broei en mycotoxinen. De overige 46% van de kuilen is te snel waardoor de kans op pensverzuring toeneemt.
Twee maiskuilen
Zodra de koeien op stal komen wordt de laatste hand gelegd aan de maiskuilen. Voor een goede conservering is het belangrijk dat deze kuilen minimaal 4 – 6 weken dicht blijven. Wanneer de oude mais op is, wordt vaak overgeschakeld op verse mais. Ideaal is dit niet. Verse mais bevat veel suikers en de maiskorrels zijn nog niet goed ingeweekt. Dit geeft vaak problemen met wisselende mest en onverteerde maiskorrels. Het is belangrijk dat het aandeel verse mais geleidelijk opgevoerd wordt en de pens extra ondersteund wordt. Daarnaast is een nog niet uitgeconserveerde kuil zeer bevattelijk voor broei. Daarom adviseren we om meerdere maiskuilen te maken waarbij de kuil die vers gevoerd wordt een voersnelheid van minimaal 2 meter per week heeft. Hierdoor wordt broei voorkomen.
Mycotoxinen
Door een matig en stressvol maisjaar bevat de snijmais meer veldschimmels en is daardoor extra gevoelig voor broei en mycotoxinen (gifstoffen geproduceerd door schimmels). Broei verlaagt de voerderwaarde en de opname van het voer. In eerste instantie wordt broei veroorzaakt door gisten en in tweede instantie door schimmels. Schimmels kunnen tijdens het uitkuilen mycotoxinen vormen waardoor de weerstand, vruchtbaarheid en penswerking extra onder druk komen te staan. Met als gevolg een lagere (melk)productie, cysteuze koeien en meer uiergezondheidsproblemen.
FarmPEQ Complete
FarmPEQ® Complete is een ideale aanvulling voor een stabiele overgang van een weide- naar een stalrantsoen. YEA-SACC®1026 levende gisten in FarmPEQ Complete stabiliseren de pens pH waardoor het rantsoen beter wordt verteerd. Dit geeft een betere mestconsistentie en minder onverteerde delen. FarmPEQ Complete bevat de mycotoxinebinder Mycrosorb A+ die de schadelijke effecten van mycotoxinen neutraliseert. Voor een extra ondersteuning van de weerstand zijn organische spoorelementen toegevoegd.
Ingenieursbureau Heemskerk BV heeft een uitgebreid assortiment aanvullende diervoeders. Laat u informeren door één van onze rundveespecialisten.