De droogstand is een cruciale periode in de lactatiecyclus van de koe. Veel problemen bij de verse koeien zijn terug te voeren op de periode voor het afkalven. De Droogstandscheck geeft u via bloedonderzoek vóór het afkalven een goed beeld van de kans op problemen ná het afkalven. De uitslag helpt u om in uw droogstandsmanagement bij te sturen om zo de prestaties van uw verse koeien te optimaliseren.
In de periode rondom het afkalven wordt veel van het lichaam van een koe gevraagd. In zeer korte tijd kalft de koe af, komt de melkproductie op gang en wisselt het dier van groep en rantsoen. Na het afkalven is de koe extra kwetsbaar door de negatieve energiebalans. Hierbij worden haar reserves aangesproken om de stijgende melkproductie te compenseren. De meeste gezondheidsproblemen, zoals slepende melkziekte, mastitis en lebmaagverplaatsing treden dan ook op na het afkalven, aan het begin van de lactatie.
Optimalisatie van de droogstand is daarom de belangrijkste voorwaarde voor een goede start van de lactatie en van groot belang voor gezonde, langlevende en hoogproductieve melkkoeien. Uit onderzoek van GD is gebleken dat koeien die na afkalven ziek worden, vaak vóór afkalven al afwijkingen in een aantal bloedwaardes laten zien. Aan de hand van dit onderzoek is de Droogstandscheck ontwikkeld.
Wat doet de Droogstandscheck?
De Droogstandscheck is een unieke test die vóór het afkalven aangeeft of uw koppel droge koeien een verhoogd risico heeft op gezondheidsproblemen ná het afkalven. Via bloedonderzoek worden de gehalten haptoglobine, NEFA, BHBZ, magnesium en ureum gemeten. Voor de Droogstandscheck zijn vier tot tien bloedmonsters nodig van droogstaande koeien in de periode van 21 tot 2 dagen voor het afkalven. De uitslag vertelt u iets over uw droogstandsmanagement op koppelniveau.
De uitslag
De uitslag vertelt u of er (mogelijk) sprake is van problemen met de energievoorziening, de eiwitvoorziening, magnesiumvoorziening en/of de gezondheidsstatus van uw koppel. U ziet of de gemeten gehalten afwijken van de door GD vastgestelde referentiewaarden voor droogstaande koeien.
Afwijkingen in de gehalten haptoglobine, NEFA, BHBZ, magnesium en ureum geven aan dat er meer gezondheidsproblemen bij de verse koeien te verwachten zijn; zoals aan de nageboorte blijven staan, baarmoederontsteking, melkziekte en lebmaagverplaatsing. Bij de uitslag ontvangt u een advies op koppelniveau. Hiermee kunt u samen met uw voeradviseur of dierenarts bepalen of, en welke aanpassingen in de voeding, huisvesting en/of management van de droge koeien nodig zijn om de prestaties van de verse koeien te verbeteren.
Door regelmatig een steekproef uit te voeren, monitort u de gezondheid, voeding en het management van de droge koeien. Dit inzicht helpt u bij het verbeteren van de gezondheid, vruchtbaarheid en productiviteit van uw veestapel.
Het resultaat
- Minder gezondheidsproblemen na het afkalven
- Minder behandelingen bij verse koeien
- Beter dierwelzijn
- Meer werkplezier (minder verstoring van uw werkritme)
- Verbetering van de vruchtbaarheid
- Langere levensduur
Aanvullend onderzoek
Het kan zinvol zijn om aanvullend de mineralen- en vitaminenvoorziening van de droogstaande dieren te checken.
- Een mineralentekort bij hoogdrachtige droogstaande dieren kan onder meer de weerstand van het dier en het ongeboren kalf verminderen.
- Een suboptimale vitaminevoorziening, met name vitamine E en β-caroteen, geeft een verhoogde kans op problemen na afkalven, zo is bijvoorbeeld de kans op mastitis een stuk groter.
De Droogstandscheck is met name interessant voor:
- Bedrijven met voedingsgerelateerde problemen op koppelniveau, zoals te veel koeien aan de nageboorte, (acute) baarmoederontsteking, slecht opstarten (van de melkproductie), melkziekte, doodgeboren kalveren bij vaarzen of slecht tochtig/drachtig worden van koeien.
- Bedrijven die graag gezonde en hoogproductieve koeien willen melken, en periodiek het droogstandsmanagement of –rantsoen willen controleren en optimaliseren.
- Bedrijven die willen controleren of een wijziging in het droogstandsmanagement of -rantsoen (energie- en eiwitvoorziening) het gewenste effect heeft.
- Grote melkveebedrijven die protocollair werken en inzicht willen krijgen in hoe de droogstand verloopt. Zij kunnen bijvoorbeeld twee keer per jaar de Droogstandscheck uitvoeren, ruim voorafgaand aan de afkalfpiek, om zo problemen ná afkalven te voorkomen.
Bron: GD Diergezondheid, 10-10-2018