Kalverdiarree wordt op negentig procent van de melkveebedrijven gezien. Diarree in de eerste levensweken verhoogt de kans op andere ziekten en geeft vermindering van de groei. Dit heeft gevolgen voor de melkproductie en vruchtbaarheid op latere leeftijd. Kalverdiarree proberen te voorkomen is dus belangrijk voor een gezonde veestapel. Maar wat kunnen we er tegen doen?
“In een normale situatie nemen kalveren vier tot acht liter biest per dag op. Dit is een bron aan voeding en vocht voor de dieren. In het lichaam worden hier andere sappen van gemaakt, waardoor het lijf kan functioneren. Aan de achterkant komt het eruit als circa driehonderd gram vaste mest. Het vocht wordt uitgeademd en uitgezweet door het kalf. Het meeste vocht wordt uitgescheiden als urine”, legt dierenarts Linde Gille van MSD Animal Health Benelux uit.
“In het geval van diarree blijft de hoeveelheid opgenomen vocht gelijk, maar verliezen de dieren heel veel vocht. Dit kan al gauw oplopen naar dertien tot achttien procent van hun totale lichaamsgewicht. Hierdoor drogen de dieren uit en verliezen ze vocht en elektrolyten.”
Dit kan twee soorten ziektebeelden geven volgens de dierenarts. De kalveren kunnen ziek worden door uitdroging of D-lactatemie, een vorm van verzuring. “In het tweede geval zijn dit vaak de kalveren die plat liggen, maar niet uitgedroogd lijken. Dit komt doordat voedingsstoffen niet worden verteerd in de dunne darm en worden getransporteerd naar de dikke darm. Hier treedt fermentatie op en worden zuren gevormd, waar het dier klachten van krijgt. De zuigreflex neemt af en ze lopen in een dronkemansgang.”
Oorzaken van kalverdiarree
Verschillende ziekteverwekkers kunnen diarree veroorzaken in de eerste levensweken van een kalf. In de eerste week wordt met name besmetting met E. coli gezien. In de tweede week is er ook kans op Cryptosporidium parvum, rota- en coronavirus. Na twee weken komen hier nog Giardia en Eimeiria spp. bij. Op deze manier kan aan de hand van het moment waarop het kalf diarree krijgt al een vermoeden ontstaan naar de bijbehorende ziekteverwekker. Andere oorzaken van diarree zijn niet-structurele voeding, zoals bijvoorbeeld het verkeerd aanmaken van melkpoeder of door producten die mensen hebben toegediend. Denk hierbij aan een overdosis van antibiotica, of langdurig gebruik hiervan.
“De uitbraak van diarree is als het ware een weegschaal tussen de omgeving aan de ene kant en de weerstand van het kalf aan de andere kant. In een vuile omgeving krijgen ziekteverwekkers de kans om zich te vermenigvuldigen. Een kalf dat al wat zwakker is, is hier extra vatbaar voor”, vertelt Gille.
Daarom is desinfectie van de stallen erg belangrijk volgens de dierenarts. Net als contact met mest voorkomen, door kalveren niet van de grond te voeren. Aan de kant van het verhogen van de weerstand is goed biestmanagement essentieel. Dit zorgt ook voor betere ontwikkeling van de darmen en beter bestand zijn tegen andere ziekten. Een andere optie om de weerstand te verbeteren is vaccinatie, of het langer toedienen van biest, zodat de antistoffen ook kunnen werken tegen ziekteverwekkers in de darmen.
Tekst: Kim Sjoers