Klimaatdoelstellingen: een begrip dat steeds weer de topposities in het nieuws weet te vinden. De Nederlandse landbouwsector die op dit gebied niet altijd begrepen lijkt te worden. Twee werelden die tegenover elkaar lijken te staan. Maar de klimaatdoelstellingen omvatten toch meer dan alleen de agrarische sector? Lees hierover meer in deze blog!
Zoals iedereen weet wordt het nieuws, de media in de afgelopen maanden beheerst door nieuws die een aanstoot geven aan de Nederlandse veehouderijsector. Over maatregelen die genomen moeten worden om de gestelde klimaatdoelen te behalen. Neem hiervoor bijvoorbeeld het zogenaamde Urgenda-akkoord.
Het Urgenda-vonnis
Op 24 juni 2015 won Urgenda, samen met 900 mede-eisers, de Klimaatzaak tegen de Nederlandse Staat. De Haagse rechtbank heeft de eisers hierbij in het gelijk gesteld en de overheid moet nu meer en effectievere klimaatacties ondernemen om het aanzienlijke Nederlandse aandeel in de mondiale uitstoot te verminderen. In 2020 moet de CO2-uitstoot met minimaal 25% zijn gereduceerd ten opzichte van 1990.
Urgenda directeur Marjan Minnesma heeft laten weten: ‘Alle eisers zijn heel blij met deze uitspraak. Die maakt heel duidelijk dat klimaatverandering een groot probleem is dat veel efficiënter moet worden aangepakt en dat staten zich niet meer kunnen veroorloven onvoldoende te doen. Ze dienen hun burgers te beschermen. Als de politiek dat niet uit zichzelf doet, dan kan de rechter de burger te hulp schieten.’ ‘De Staat is nu aan zet, de duurzame oplossingen liggen gelukkig voor het oprapen’, aldus Minnesma.
Afgelopen week (eind januari 2019) kwam het Urgenda-akkoord weer boven water in het nieuws. Partij van de Dieren fractielid van Raan riep de Kamer op tot een inseminatieverbod voor het Nederlands melkvee, als opmaat richting het Urgendavonnis, het vonnis dat de Nederlandse Staat verplicht om de uitstoot van broeikasgassen te reduceren. Hierbij was van Raan stellig: ‘Een drastische krimp van de Nederlandse veestapel is daarmee onvermijdelijk.’ Daarom wil het PvdD-fractielid op kort termijn een debat met de ministers Wiebes (EZ en Klimaat) en Schouten (LNV). ‘Het is nu dus tijd om de massale kunstmatige inseminaties aan banden te leggen. Dit om de massale slacht van dieren als gevolg van deze hoeveelheden inseminaties te voorkomen.’
Dit is een voorbeeld van een onderwerp dat nu actueel is. Van Raan komt met dat voorstel simpelweg om de Nederlandse veestapel te laten inkrimpen. Maar de vraag die nu heerst: ‘Is dit allemaal nog steeds nodig ondanks de vele maatregelen die al worden getroffen voor de agrariërs?’
Echter kopt de Volkskrant in een artikel op 28 januari dat er in de kringen rond het kabinet wordt gefluisterd dat het voldoen aan het Urgenda vonnis, alleen zou kunnen door de kolencentrales te sluiten, de energierekeningen te verhogen of de maximumsnelheden op de snelwegen te gaan verlagen. Maatregelen die stuk voor stuk op bezwaren stuiten binnen de coalitie en daarom maar niet worden doorgevoerd. Er komen weer verkiezingen aan en elke coalitiepartner heeft zo zijn eigen belangen, aldus de Volkskrant.
Vlees het meest milieu-belastende onderdeel in voedselpakket
Wat ook opvalt in het artikel van de Volkskrant is dat staatssecretaris Pieter van Geel heeft aangegeven dat vlees het meest milieubelastende onderdeel van ons voedselpakket is, maar dat hij als voorzitter van de klimaattafel weinig energie lijkt te steken in het vinden van oplossingen in omvang van de Nederlandse melkveestapel.
Van Raan geeft hierbij aan dat 70% van de productie door de Nederlandse veehouderij voor export bestemd is. ‘Laten we daar om te beginnen eens mee stoppen. De veehouderij kan minstens 70% worden ingekrompen via een goed ingericht fokverbod’. Maar bij deze stelling staan vraagtekens. Dit is namelijk niet het eerste, en zeker niet de laatste berichtgeving over het aan banden leggen van de Nederlandse veehouderijsector. Groeperingen als dieractivisten, milieu-activisten, economen… iedereen heeft zo zijn mening over dit inmiddels toch wel gevoelige onderwerp.
Neem bijvoorbeeld het bericht van afgelopen maand van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) waarin de Nederlandse burger werd voorgehouden dat een halvering van de Europese vleesconsumptie een klimaatwinst van 25 tot 40% zou opleveren. Het hek was toen van de dam. De Nederlandse burger kreeg een verhaal met cijfers onder ogen en baseerden vervolgens hun eigen meningen op. Op zich is dat geen rare gedachte, gezien de kerntaken die het PBL heeft. Het PBL verricht zijn analyses, evaluaties en verkenningen primair als input om de kwaliteit van de besluitvorming van kabinet en parlement te bevorderen. Je mag er dus vanuit gaan dat het PBL juiste gegevens verstrekt… Toch?
En toch blijkt dit een onjuiste gedachte te zijn. Agrifacts tikte het PBL na het uiten van bovenstaande gegeven op de vingers, omdat een halvering van de vleesconsumptie niet leidt tot de genoemde 25 – 40% klimaatswinst, maar respectievelijk tot 2 á 4%. John Spitshoven, voorzitter van de STAF gaf aan: “Het maakt nogal wat uit of je politiek en samenleving voorhoudt dat halvering van de vleesconsumptie 25-40% op 2-4% minder broeikasgassen oplevert. Aan cijfers van het PBL wordt door politiek en samenleving veel waarde gehecht. We moeten er dan op kunnen vertrouwen dat ook de cijfers over de land- en tuinbouw zorgvuldig tot stand gekomen zijn. Dat was hier beslist niet het geval.’ Op basis van deze uitkomst heeft het PBL de gegevens aangepast maar het kwaad was al geschied.
Agrarisch Nederland werkt op wereldniveau
Maar buiten dat een verminderde vleesconsumptie, in grote sprongen, zal gaan leiden tot het behalen van de klimaatdoelen, er zijn nog meer zaken die meespelen. Is het namelijk niet vreemd dat in Nederland zoveel meningen en uitingen gedaan worden richting de veehouderij, terwijl Nederland wel tot de top van de wereld behoort? Waar andere landen in de wereld met betrekking tot voedselproductie tegen ons opkijken? Denk hierbij aan duurzaamheid, dierenwelzijn, diergezondheid?
Want stel, de veehouder in Nederland wordt voor een aanzienlijk deel aan banden gelegd, denken de voorstanders dan ook aan de situatie die dan waarschijnlijk ontstaat? Dat onder meer de vleesproductie vanuit het hoogstaande Nederland verschuift naar andere landen waar het er minder nauw aan toe gaat? Zo kwam vanmorgen, 1 februari, in het nieuws dat er grote zorgen zijn om misstanden in een Pools slachthuis. Het artikel, gepubliceerd door Metronieuws, meldde dat Polen geldt als een vrij belangrijke exporteur van rundvlees voor de hele Europese Unie. Undercoverjournalisten gaven beelden vrij die niet te zuinig bleken: aangevoerde dieren met doorligplekken, dieren die niet meer op de benen konden staan en met touwen het slachthuis ingesleept werden. Daarnaast vindt er bij de slacht doorgaans altijd een keuring plaats door een gediplomeerde veearts, die moet aangeven dat het geslachte dier voor consumptie geschikt is of niet. Ondanks dat deze kwaliteiskeuring in de hele EU verplicht is, werd dit in het Poolse slachthuis niet nageleefd.
Omdat een overgroot gedeelte van het Poolse (rund)vlees voor export bestemd is, is het niet ondenkbaar dat dit vlees dus ook in de Nederlandse schappen terecht komt. Dat het ook op jou en mijn bord beland. Willen wij, het land waarin zo op de dieren gelet wordt, dit serieus als alternatief? Want dit gaat écht wel gebeuren als de veehouderijsector in Nederland zal gaan afnemen. Misschien is het verstandig om daar eens aan te denken, voordat er van alles over de sterke, Nederlandse veehouderijsector geuit wordt.
Oké, het is natuurlijk niet zo dat in Nederland alles vlekkeloos verloopt. Dat wij het hier in Nederland allemaal op een rijtje hebben. Absoluut niet! Maar de ervaring en de kennis die er is leert ons wel dat wij als Nederland de situatie over het algemeen goed in de vingers hebben, zie hiervoor het onlangs verschenen bericht op Melkveebedrijf.nl, genaamd: "Naleving slachthuizen hoog, maar het kan nog beter". Dat de regelgevingen er strenger op toe kijken dat er in de sector op mens- én dierwaardige manier gewerkt en geproduceerd wordt.
Op basis van deze conclusies lijkt dit niet direct de meest logische denkrichting om de klimaatdoelen te gaan behalen. Of, nog meer, te gaan snijden in de agrarische sector. Er ligt een groter én directer probleem direct voor onze handen. Maar zien we deze wel met zijn allen?
Grootschalige broeikasgasproducenten
Links en rechts wordt het door tegenstanders van de zogenaamde 'anti-veehouderijbeweging' al wel eens genoemd. Wie menig, soms verhitte, discussies op facebook over desbetreffende onderwerpen volgt, weet waarschijnlijk waar hier op gedoeld wordt. Het gaat hierbij om veroorzakers/productenten van grootschalige broeikasgassen naast de veehouderijsector, de verwerkende industrie en het transport. Iets waar iedereen dagelijks aan deelneemt. Iets waar iedereen in plaats van een luxe goed anno 2019 haast een primaire eerste levensbehoefte van heeft lijken te maken. En dat baart zorgen.
We bestellen als Nederlanders onze producten via internet van over de hele wereld. Als deze goederen, vaak niet eens voor onze primaire levensbehoeften, moeten via transport op de een of andere manier in ons land en bij ons op de deurmat terecht komen. Hiervoor worden zeeschepen, vliegtuigen, vrachtverkeer, treinen, etc. ingezet.
Laten we eens stilstaan bij wat Nederland nog meer is. We hebben al gezien dat Nederland met regelgeving strak bovenop onder meer de agrarische sector zit. Voor de sector en de daarin werkende agrariërs echt niet altijd even leuk en fijn, maar wat er wel voor zorgt dat wij de naam hebben die Nederland heeft: producent van kwalitatief en hoogstaand voedsel. Maar als je dan vervolgens een documentaire onder ogen krijgt over een ander deel van de Nederlandse economie, dan gaan daar de nekharen wel enigszins van overeind staan.
Nederland als chemisch afvoerputje
De documentaire 'De vervuiler betaald… om doodstil van te worden' van Kees Verschoor, werkzaam bij EcoTex Ecologisch Adviesbureau, vertelt onder meer het volgende:
We hebben hier nu over het Nederland, zoals die ook door de wereld gezien wordt. Het land waar de regelgeving niet zo strikt en nauw genomen wordt. Het chemische afvoerputje, of dumpplek van de wereld. Nederland als één van de weinige landen wereldwijd die het chemische afval overal vandaan inzamelt. Ieder land ter wereld weet het, de verwerking van chemisch afval is kostbaar. Maar omdat Nederland het enige land ter wereld is waar er géén adequate regelgeving is voor wat er in onder meer stookolie mag zitten, wordt het chemische afval voor het overgrote deel daarin verwerkt. En dat weten chemisch producerende bedrijven wereldwijd. Deze spotgoedkope chemische verwerking geldt voor anno 2019. Voor vandaag de dag. Voor dit moment. Voor nu.
Nederland produceert op deze manier zo goedkoop stookolie dat de grote vracht- en zeeschepen, die 70 tot 100.000 liter stookolie per dag (!!) gebruiken, vanuit de Middellandse Zee omvaren om in Rotterdam te kunnen komen tanken. Deze grootverbruikers vervuilen nog veel meer dan vliegtuigen. Sterker nog: Slechts 16 grootste zeeschepen vervuilen net zo veel als alle auto's op de hele wereld. Vandaag de dag tanken er zo'n 22.000 van deze grote zeeschepen in Rotterdam, iets wat bijna de helft van de totale wereldvloot is. De schepen die in ons land komen tanken verbranden dus 1.375x de totale uitstoot als de uitstoot van alle auto's op de wereld bij elkaar. Voor een deel voor het vervoer van primaire levensbehoeften, maar ook voor een deel dat niet persé nodig is. Voor producten waar wij als Nederlanders in het 'rijke westen' niet zonder willen en kunnen…
Nederlandse wetgeving
De klimaatdoelen zijn bij ons bij wet vastgelegd. Alle verkiezingscampagnes passen zich hierop aan. De een komt met nog betere ideeën dan de ander. Zeggen ze. Maar ondanks alle initiatieven verandert er niets. Krijgen andere sectoren, waaronder de agrarische, aan de lopende band slagen met de klimaatzweep, vaak ongegrond… Ondanks nieuwe innovatieve ideeën krijgt de fossiele industrie nog steeds 7,6 miljard euro subsidie per jaar.
"Helpt u nou die ondernemers om te ondernemen. Haal die regels weg!"
In de hierboven genoemde documentaire riep Mark Rutte in de Tweede Kamer op tot minder regels en minder controle's. "Kunt u dan niet gewoon tot uitvoering overgaan van datgene wat wij al weten want dat bedrijfsleven, dat zucht onder die files, dat zucht ook onder die regeldruk. Helpt u nou die ondernemers om te ondernemen. Haal die regels weg!"
De documentaire gaf vervolgens aan dat de milieu-inspectie inmiddels 75% van haar mankrachten heeft ingeleverd en dwarsboomd de overheid handhaving en onderzoek. Op deze manier kunnen frauderende afvalverwerkers min of meer zo zonder vergunningen aan de slag.
Is het nu niet vreemd dat deze eis van Rutte niet lijkt overeen te komen met wat de agrariërs in Nederland te horen krijgen? Gezien de regels, nieuwe wetten en alsmaar doorstouwende mediakritieken lijkt het tegendeel eerder waar te zijn… Rutte pleit hier voor vrijheid om te ondernemen, maar het lijkt er niet op dat dit ook afgestemd is op de agrarische sector. Helaas.
Hoogtijd voor een 'wake up call!'
En dan maken wij ons druk over de landbouw, met hun uitstoot… Mensen, het wordt tijd voor een wake up call! Als wij de wereld, als wij het klimaat écht willen redden, begin dan bij de échte veroorzakers. Het is misschien niet de leukste gedachtegang, maar dan snijdt het mes ook bij onszelf. Dat wij Nederlanders in ons rijke en in allesvoorzienend landje misschien met onze manier van leven toch meer bijdragen dan we willen aan dat ene complexe systeem, de klimaatverandering.
Auteur is bekend bij Melkveebedrijf.nl