De melkveehouder moet vaak een keuze maken: is het rantsoen optimaal vandaag, wanneer ga ik het gras maaien, wanneer wordt de snijmais gezaaid en wanneer spreek ik met de loonwerker af om te hakselen, ga ik grond bijkopen of juist verkopen? Allemaal belangrijke zaken die nodig zijn om een melkveebedrijf met succes en plezier draaiend te houden. Een dagelijkse keuze is ook: een koe is tochtig en wat nu? Ga ik al insemineren, of is het nog te vroeg?
Wordt ze geïnsemineerd of is het nog te kort na afkalven? Vaak is het in de Belgische en Nederlandse melkveehouderij gebruikelijk en volgens adviseurs ook belangrijk om een korte tussenkalftijd (bijvoorbeeld < 400 dagen) na te steven voor een economisch optimale bedrijfsvoering.
Waarom later insemineren?
Koeien hebben een natuurlijke piekproductie in de melkgift op circa zes weken na afkalven en de maximale voeropname is – helaas – duidelijk later: 10 -12 weken na afkalven. Hierdoor is er een energie- en eiwittekort voor de hoogproductieve koe in grofweg de eerste drie maanden na afkalven. Om deze negatieve energiebalans te voorkomen wordt het ruwvoerrantsoen op de melkveebedrijven aangevuld met aangekocht krachtvoer of krachtvoer geteeld op het eigen bedrijf.
Rantsoen voor een tochtige koe
Toch is het zeker niet altijd mogelijk om een passend compleet rantsoen te maken voor de hoogproductieve dieren die veel melk willen produceren en ervoor te zorgen dat de dieren geen schade ondervinden van bijvoorbeeld voedingsstoornissen (pensverzuring, lebmaagverdraaiing en klauwbevangenheid) of een verminderde weerstand (klinische mastitis). Als de dieren door deze eerste fase na afkalven zijn dan kunnen ze gemakkelijk veel melk produceren met uitstekende melkvet- en melkeiwitgehalten op basis van goed en lekker ruwvoer en een kleine aanvulling van krachtvoer, losse grondstoffen of vochtige bijproducten. Als dit basisrantsoen passend is dan blijven veel melkkoeien langdurig veel melk produceren (= hoge persistentie) met hoge gehalten in de melk.
Wanneer dan wel insemineren?
Als je kiest om later te insemineren, wat is dan het criterium om wel te insemineren? Aan de Universiteit Wageningen is meerjarig lopend onderzoek gedaan naar de optimale droogstandslengte en naar het optimale inseminatiemoment in dagen na afkalven (50, 125 en 200 dagen). Voor de praktijk is dit onderzoek zeker interessant omdat het laat zien welke problemen optreden en welke voordelen behaald kunnen worden per koppel melkkoeien.
Tekst: Dick de Lange – Rundveedierenarts – adVee dierenartsen