De Kamer heeft meerdere keren aandacht gevraagd voor de positie van zeldzame runderrassen in relatie tot het fosfaatrechtenstelsel. Het gros van de runderen van zeldzame rassen wordt gehouden voor de productie van vlees.
De beschreven oplossing voor de vleesveehouderij brengt ook direct met zich mee dat houders van zeldzame rassen in deze sector hun bedrijfsvoering ongestoord kunnen voortzetten en zelfs kunnen groeien (lees voorgaande bericht 'Schouten komt met verrassende uitkomsten voor fosfaatrechten', van 30-03-2018 op melkveebedrijf.nl). Dat betekent dat de aanwas van zeldzame runderrassen in deze sector kan toenemen. De minister is verheugd te kunnen melden dat hiermee de problematiek voor zeldzame runderrassen grotendeels wordt opgelost.
Conform de toezegging aan de Kamer heeft de minister bekeken wat de mogelijkheden zijn vanuit het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) voor ondersteuning van zeldzame runderrassen. Binnen het nu lopende POP3 (2014 tot en met 2020) is hiervoor geen nationale subsidieregeling voorzien. Voor een dergelijke ondersteuning is dus een wijziging van het POP3 nodig. Deze wijziging zal moeten worden goedgekeurd door de Europese Commissie en kan daarmee niet eerder dan per 1 januari 2019 ingaan. Voor 2018 biedt het POP3 dus geen soelaas. Indien toch een subsidieregeling zou worden opengesteld, zou dit voor twee jaar kunnen (2019 en 2020). Daarbij geldt volgens het POP3 dan een maximaal subsidiebedrag van 200 euro per volwassen dier per jaar. Dekking zou gevonden kunnen worden in het overhevelen van een deel van de nog beschikbare middelen vanuit POP3 voor de vleesveesector (totaal 2,5 miljoen euro verdeeld over vijf jaar). Gelet op de financiële beperkingen en het feit dat een subsidieregeling voor 2018 geen soelaas biedt, acht de minister dit geen kansrijke oplossing.
Binnen het fosfaatrechtenstelsel wordt rekening gehouden met het gegeven dat runderen van zeldzame rassen veelal minder melk en daarmee ook minder fosfaat produceren dan runderen van de overwegend gebruikte melkveerassen, zoals Holstein vee. Dieren die minder produceren vallen namelijk in een lager forfait, wat maakt dat hiervoor minder fosfaatrechten per dier nodig zijn. Melkveehouders die hun veestapel willen uitbreiden ten opzichte van de peildatum 2 juli 2015 (op basis waarvan ze rechten toegekend hebben gekregen) hebben dan ook minder rechten per dier nodig als zij dat met zeldzame runderrassen doen. De wet maakt verder geen onderscheid in rassen runderen.
Carola Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bron: RVO