De berekening van de maatstaf voor Planet Proof, mbt broeikasemissies, is voor de vleesproductie gebaseerd op aannames en niet op werkelijke cijfers. Voor het gemiddelde gewicht van de dieren worden de twee meest melktypische rassen gebruikt nl Jersey en Holstein. Dubbeldoelkoeien wegen gemiddeld 30% meer!
Om in aanmerking te komen voor het leveren van Planet Proof melk aan Friesland Campina moet je als veehouder aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo gelden criteria voor de CO2 emissie per kilogram melk. Bij de emissie wordt middels een allocatiegetal (= een getal voor de inweging voor de vleesproductie) berekend welk gedeelte van de emissie aan dieruitstoot/vlees toegekend kan worden in plaats van aan melk. Hierbij wordt uitgegaan van een vast gewicht per afgeleverde koe en kalf. Hiervoor wordt een vast gewicht genomen binnen 3 rasaanduidingen. De rassen die hiervoor zijn gekozen zijn: Jersey, Jerseykruislingen en Overig.
30% hoger gewicht dan in Kringloopwijzer
Meerdere bedrijven met dubbeldoeldieren protesteren tegen deze berekening. Zij komen in deze berekening te kort omdat zij duidelijk zwaardere koeien en kalveren afleveren en komen daardoor ongunstiger uit in de CO2 berekening. Een van de veehouders heeft een berekening gemaakt op werkelijke cijfers en niet op aannames. Hij komt met de volgende verklaring: “Ik heb van alle afgeleverde dieren (slachtkoeien en stierkalveren) de gewichten opgeteld. Dan kom ik op een 30% hoger gewicht dan in de Kringloopwijzer wordt aangenomen. aeken ik dit door in de formule van de WUR, dan kom ik op een allocatiegetal uit dat 2.4% hoger is. Dit betekent dat de werkelijke CO2 uitstoot per kg melk voor mijn bedrijf 1n 2019 34 gram lager is dan aangegeven”.
Geen stimulans naar milieuvriendelijker koeien
Veehouders worden gestimuleerd om robuustere koeien te fokken die duurzamer zijn en minder onderhoud vragen. “Maar deze regeling stimuleert deze omslag naar consument- en milieuvriendelijker koeien niet. Het is een verkeerd signaal om met aannames te werken en daarbij de meest melktypische rassen als gemiddelde te gaan gebruiken”, aldus een veel gehoorde opmerking van deze groep melkveehouders.
bron: Bayern Genetik