Van marktontwikkelingen, export en verdienmodellen gaan we nu naar het vierde artikel van de melkveevisie. In dit artikel bespreken we duurzaamheid en wat het doet voor melkveebedrijven. Want presteer je financieel gezien beter als je bedrijf duurzaam is, of is een duurzamer bedrijfsmodel eerder binnen handbereik voor een bedrijf dat financieel onder controle is? De Rabobank heeft zijn financiële klantdata en duurzaamheidsscores van melkveehouders naast elkaar gelegd. Lees verder voor de eerste resultaten en onze verwachtingen.
Duurzaamheidsprestaties zichtbaar maken en verbetering stimuleren
Rabobank hanteert voor alle agrarische bedrijven een duurzaamheidsmatrix. Het belangrijkste doel is de zichtbaarheid van de duurzaamheidsprestaties van onze klanten hiermee te vergroten. Daarnaast willen we klanten motiveren om stappen te zetten het nog beter te doen. Het zou mooi zijn om bedrijven met een achterblijvende duurzaamheidsscore te stimuleren om deze te verbeteren. Door ons netwerk in te zetten kunnen we klanten verbinden om van elkaar te leren.
De duurzaamheidsmatrix is volledig gebaseerd op de in de melkveehouderijsector al bestaande duurzaamheidsdoelen. De thema’s die hierbij aan bod komen zijn:
- emissiebeperkende maatregelen;
- aanwezigheid Maatlat Duurzame Veehouderij stal (MDV-stal);
- verbinding met omgeving en maatschappij;
- mate van weidegang (volledig, deel- of geen);
- aandeel grasland;
- biodiversiteit en natuuronderhoud;
- grondgebondenheid.
Ook onderdeel van de duurzaamheidsmatrix zijn de aanwezigheid van duurzaamheidskeurmerken, samenwerking in de regio (aan- en afvoer van ruwvoer of mest, werken in een korte keten) en het gebruik van bijproducten en duurzame stroom.
Wat betekent duurzaamheidsscore A voor een melkveebedrijf?
Om zoveel mogelijk melkveebedrijven te helpen meer stappen te zetten richting een duurzamere bedrijfsvoering, is eerst inzicht nodig in de verschillen tussen melkveebedrijven met verschillende duurzaamheidsscores. Waarin verschilt een melkveebedrijf met de hoogste score A ten opzichte van bedrijven met score B of C? De resultaten van onze analyse zijn te zien in figuren 1 en 2. Deze analyse is op basis van de bij ons bekende data van gangbare melkveebedrijven over de boekjaren 2018 tot en met 2020.
Melkveebedrijven met duurzaamheidsscore A hebben gemiddeld meer koeien per bedrijf, meer landbouwgrond in gebruik en een lagere melkproductie per koe dan melkveebedrijven met een lagere duurzaamheidsscore. De beter presterende bedrijven zijn relatief extensief; zij hebben minder kilogram melk per hectare.
Score A scoort hoger
Een eerdere studie door Rabobank ‘Duurzaam ondernemen loont’ laat zien dat ondernemers die duurzaam ondernemen gemiddeld gezien beter financieel presteren en minder vaak in financiële problemen komen. Ook onze nieuwste analyse laat zien dat melkveebedrijven met duurzaamheidsscore A op vrijwel alle financiële indicatoren betere resultaten laten zien. Zo hebben zij niet alleen gemiddeld een hogere melkprijs, maar ook de laagste voer- en veekosten per 100 kilogram melk. Opvallend zijn de grote verschillen in overige opbrengsten, waarbij bedrijven met score A gemiddeld fors meer overige opbrengsten verkrijgen in vergelijking met bedrijven met een andere duurzaamheidsscore. De hogere teelt- en bewerkingskosten en ook de hogere kosten voor pacht/huur per 100 kilogram melk zijn te verklaren door de relatief extensieve bedrijfsvoering.
Melkveebedrijven met duurzaamheidsscore A laten in de periode 2018-2020 een verbetering zien: de (procentuele) duurzaamheidsscore binnen deze categorie wordt ieder jaar wat hoger. Binnen deze groep worden bedrijven dus ook duurzamer en scoren hierdoor hoger. In de categorieën B en C zien we in dezelfde periode een lichte afname van de gemiddelde score. Onderlinge verschillen tussen bedrijven worden dus groter.
Duurzame bedrijven hebben vaak een extra geldstroom en zijn hierdoor winstgevender en beter in staat om stappen te zetten op het gebied van duurzaamheid. Deze extra geldstroom kan voortkomen uit bijvoorbeeld wind- of zonne-energie, mono vergisting of natuurbeheer. Ook kan dit uit meer algemene verbreding komen. De extra geldstroom biedt mogelijkheden tot verdere verduurzaming; emissiearm (ver)bouwen, asbest saneren, grondgebonden worden of bijvoorbeeld een Maatlat Duurzame Veehouderij-stal realiseren. Rabobank onderstreept het belang van een bestendig rendement, óók voor duurzame melkveebedrijven. De overige opbrengsten of deelname aan concepten moeten zich op lange termijn duurzaam blijven ontwikkelen. Voor een melkveebedrijf met gemiddelde omvang en zonder extra inkomstenbronnen lijkt het relatief lastig om stappen te kunnen zetten op het gebied van duurzaamheid. Nieuwe concepten en marktproposities kunnen hier kansen bieden.
Testfase rentekorting: belonen van duurzame koplopers
Onlangs is Rabobank een testfase gestart waarbij melkveehouders 0,2% rentekorting kunnen ontvangen bij renteverlengingen en nieuwe financieringen. Het gaat om melkveehouders die bij Rabobank in de duurzaamheidsscore A vallen en een financiering hebben van meer dan 1 miljoen euro. Door de duurzaamheidsprestaties meetbaar te maken, kan er nu ook een beloning worden gegeven aan koplopers. We bieden daarnaast de Rabo Groenlening en Rabo Impactlening waarmee initiatieven voor verduurzaming in aanmerking komen voor een gunstiger tarief.
Daarnaast onderzoeken we momenteel hoe deze aanpak ook voor klanten met een financiering van minder dan 1 miljoen euro is toe te passen. Eén van de opties is om de duurzaamheidsmatrix te laden met data uit de Kringloopwijzer. Dit geeft de mogelijkheid onze gehele portefeuille op basis van data een duurzaamheidsscore te geven, ook aan melkveehouders met een financiering onder 1 miljoen euro. Hierdoor kunnen de prestaties van een grote groep melkveehouders nog beter inzichtelijk worden gemaakt en kunnen betreffende melkveehouders voor hun handelen worden beloond.
Stapelen van beloning
Rabobank wil duurzame koplopers belonen en andere ondernemers stimuleren om ook stappen te zetten op het gebied van duurzaamheid. Het is onze wens dat zoveel mogelijk partijen zoals; provincies, waterschappen, toeleveranciers, verpachters, zuivelverwerkers en retailers, duurzaamheidsprestaties van melkveehouders gaan waarderen en belonen. Op die manier ontstaat een aanvullend verdienmodel. Samen zorgen we dan voor een winstgevender resultaat en een toekomstbestendige melkveehouderij.
Bron: Rabobank