Toen haar dierenartsenpraktijk startte met het onderzoek van melkmonsters was melkveehoudster Trynke Buma meteen enthousiast. 'We wilden de veroorzaker van de mastitis weten én hoe we het beste kunnen behandelen. Je wilt zeker weten dat de koe beter wordt, medicijnen die niet werken is weggegooid geld.'
De boerin uit het Friese St. Jacobiparochie melkt zo'n 130 koeien met haar schoonzoon Jos en dochter Klaske, die ook dierenarts is. 'Klaske is nog consequenter in de uiergezondheid', vertelt Trynke die de uitslagen van de melkmonsters vooral gebruikt om de probleemkoeien in beeld te krijgen, ze intensiever te behandelen bij het droogzetten of eventueel af te voeren. 'Nu Klaske in het bedrijf werkzaam is, werken we meer gericht en assertiever', legt Trynke uit. 'Met de uitslag van de melkmonsters pakken we de hoogcelgetalkoeien ook echt aan. Zo voorkomen we problemen.'
Het betekende een verbetering van het celgetal. 'We hebben nu een tankmelkcelgetal van 150.000 cellen/ml. Daar ben ik wel tevreden mee, maar voor Klaske ligt de streefwaarde op 100.000 cellen/ml', vertelt Trynke enthousiast. 'Uiteindelijk betekent een lager celgetal gewoon ook minder gevallen van klinische mastitis en meer melk.'