Mastitis kan ontstaan vanuit de omgeving of tijdens het melken. Tijdens het melken kan dit gebeuren via contact met de melkmachine (denk hierbij aan voorbehandelborstels of tepelvoeringen), via de handen van melkers of via de doeken die worden gebruikt bij de voorbehandeling. Wat kun je doen om overdracht van verwekkers van mastitis tijdens het melken te voorkomen?
1. Zorg voor schone uiers
Tijdens het melken lukt het nooit om vieze uiers echt goed schoon te krijgen. Het is daarom belangrijk om te zorgen voor een schone stalomgeving, zodat de uiers van koeien zo schoon mogelijk zijn voordat ze de melkstal of melkrobot in komen. In de melkput kun je nog wat extra aandacht besteden aan een wat vuiler uier, maar in een automatisch melksysteem krijgen de koeien allemaal dezelfde voorbehandeling. Hoe schoner de spenen zijn voordat het melkstel wordt aangesloten, hoe minder bacteriën er in de tepelbeker achter blijven na het melken. Als er toch een reden is waardoor de uiers vuiler zijn, kan het een optie zijn om in een melkstal te gaan voordippen.
2. Besteed aandacht aan het melkproces
Voorkom dat bacteriën van de ene naar de andere koe kunnen spreiden tijdens de voorbehandeling. Denk hierbij aan het gebruik van één koe per doek en het dragen van melkershandschoenen. Controleer verder de hygiëne en voorbehandeling van een automatisch melksysteem meerdere keren per dag.
3. Zorg dat de melkmachine goed werkt
Een niet goed afgestelde melkmachine is een belangrijke oorzaak voor het ontstaan van mastitis tijdens het melken. Onvolledige melkingen, een niet goed afgesteld vacuüm of bijvoorbeeld suboptimale instellingen voor afname kunnen reden zijn voor infecties.
4. Nabehandeling verlaagt de kans op mastitis
Een goede nabehandeling met een dip of zorgvuldig aangebrachte spray is essentieel in het voorkomen van mastitis . Het zorgt ervoor dat eventuele bacteriën die toch op de speenhuid terecht zijn gekomen worden afgedood. Daarnaast kan het ook zorgen voor een ondersteuning van de speenhuid door verzorgende componenten. Een intacte en goed verzorgde speenhuid is beter bestand tegen infecties.
5. Voorkom dragers van mastitis
Idealiter zijn er in een koppel weinig koeien die een (chronische) infectie in de uier hebben, doordat infecties zoveel mogelijk worden voorkomen en door geïnfecteerde kwartieren snel op te sporen en te behandelen. Als er toch dragers ontstaan is het belangrijk deze te herkennen en te voorkomen dat ze andere koeien kunnen besmetten. Dit kan door het melkstel extra door te spoelen of een reiniging in te stellen of door deze dieren als laatste te melken. Dragers in een aparte groep huisvesten heeft als extra voordeel dat ook overdracht via de ligboxen kan worden voorkomen.
Bron: GD Diergezondheid