Van een koe met mastitis, maar ook met een hoog celgetal neemt Johannes Weenink altijd een melkmonster zodat zijn dierenarts kan bepalen welke ziekteverwekker de uierontsteking heeft veroorzaakt. 'Bovendien krijg ik dan meteen advies welk antibiotica het beste helpt.'
Het doel van de melkveehouders is de koe snel te behandelen. 'Dan is de genezingskans groter. Wanneer je een dag later bent, is het vaak alweer veel erger.' Op kaasboerderij Weenink begint het met de aanpak van hoogcelgetal koeien. Met een tankmelkcelgetal van 80.0000 cellen/ml en een percentage klinische mastitis van 8% zijn de 110 koeien uiergezond. 'Deze strategie kost ook minder antibiotica', geeft Johannes aan. Het antibioticagebruik op de kaasboerderij is de afgelopen jaren gedaald van zo'n 6 in 2012 naar 1,5 dierdagdosering het afgelopen jaar, toen de nieuwe stal en de robots in gebruik werden genomen. 'Eerlijk gezegd keken we nooit naar het antibioticagebruik, we behandelden dieren die ziek waren. Het antibioticabeleid was voor ons een 'eye opener' en in de nieuwe stal hebben de koeien de beste omstandigheden zodat we met minder antibiotica toekunnen.' Met antibiotica droogzetten doen ze nu alleen nog wanneer de geleidbaarheid, het celgetal of de CMT (vierkwartierenschaaltje) test aangeeft dat de koe een hoog celgetal heeft. 'Daarbij kijken we ook naar de historie van de koe', geeft Johannes aan.. 'Dankzij de geleidbaarheid, de liters melk en de kleur van de melk hebben we veel informatie op kwartierniveau. Daardoor kunnen we gerichter behandelen.'