De fosfaatwetgeving stelt melkveehouders op de proef. Als de productie beperkt moet worden is ‘dikke melk’ interessant. Hogere gehalten leveren niet alleen direct meer melkgeld op, maar zorgen indirect ook voor een hogere fosfaatefficiëntie. Lees hieronder de argumenten en tips van enkele bekende bedrijven uit de melkveehouderij.
CRV geeft aan dat de stierenkaart ‘dikke melk’ een rijke selectie stieren tooont waarmee de vet- en eiwitproductie met gezonde en probleemloze koeien naar een hoger niveau kunnen worden gebracht. De dochtergeteste gehalte- en benenstier Solero is een mooi voorbeeld van een stier met outcross bloedvoering die laatrijpe dochters met prima gezondheidskenmerken en hoge gehalten levert. Delta Maia, de moeder van Moutard, laat zien dat hoge gehalten verankerd zijn in deze familielijn. Moutard vererft daarnaast gezonde kwaliteitsuiers en sterk beenwerk. Een goede melkproductie met mooie gehalten laat zien dat BETTER COWS | BETTER LIFE winst oplevert.
Afhankelijk van het huidige niveau kan uw veestapel in één generatie tot 0,15% vet en 0,15% eiwit stijgen. Voor een bedrijf met 100 koeien levert dit jaarlijks € 12.000 extra melkgeld op.
Bekijk hier de stierenkaart van CRV!
Veestapel belangrijk bij de juiste keuze
Alta Genetics speelt ook in op de vraag hoe kan de ingezette genetica bijdragen om binnen het fosfaattijdperk het rendement op melkvee te maximaliseren. Het antwoord op die vraag ligt in de veestapel zelf. Hoe selecteert u de koeien die u wilt gebruiken voor het maken van de volgende generatie? Rangschikking van uw koeien op basis van My Female Index (uw eigen bedrijfsselectie index) geeft u een juist inzicht in de genetische aanleg van uw dieren. Kijk daarnaast of uw dieren dit in de praktijk ook waarmaken. De vraag is: kijken we daarbij met de juiste blik naar ons MPR-formulier? Is een koe met 115+ LW ook werkelijk een producent van dikke melk? En hoe zit het met die 85- LW koe? Maar minstens net zo belangrijk: wat verwacht ik van mijn veestapel?
Het kengetal dat goed richting geeft is: de geproduceerde kilogrammen vet en eiwit per kg fosfaat. Om inzicht te krijgen in de individuele dieren, moet ik dus voor elke koe weten in welke fosfaatklasse haar productie valt en in welke mate ze bijdraagt aan het bedrijfsresultaat.
Fosfaatefficiëntie belangrijke meetgraad
De tabel geeft aan hoeveel kilogrammen vet en eiwit per kilogram fosfaat bij oplopende producties met 8% gehalten worden gerealiseerd op basis van de 305 dagen productie. Bij gelijkblijvende gehalten worden koeien steeds efficiënter bij stijgende fosfaatklasse. Om dit goed in beeld te krijgen zou dus een extra kolom op de MPRuitslag nodig zijn. U zult verrast zijn over de spreiding binnen de eigen veestapel. Vaarzen moeten wel gecompenseerd worden met 20%. Dat weerspiegelt de te verwachten stijging van de geproduceerde kilo’s vet en eiwit in de daaropvolgende lactaties. Het verband tussen de koeien met de hoogste efficiëntie en de LW zal ver te zoeken zijn. Koeien die hoog scoren op fosfaatefficiëntie zijn dié koeien, die het best aansluiten op het huidige beleid. In deze dieren zal de genetische aanleg van kg vet en eiwit beter verankerd zijn. Maar het werpt misschien ook een nieuw licht op welke koeien het bedrijf beter kunnen verlaten.
AltaBullsearch
En hoe kan de stierkeuze maximaal bijdragen aan de volgende generatie? AltaBullsearch vindt, passend binnen uw eigen fokdoel, de stieren met de hoogste vererving voor kg vet en eiwit. Want ook voor de stierkeuze geldt: Dikke melk is interessant, maar het maximaliseren van afgeleverde kilo’s vet en eiwit per aanwezige koe per dag levert het hoogste rendement op. En dat lukt alleen als ook de liters aanwezig zijn. Fokken alleen op gehalten is dus niet voldoende!
Belangrijke maatregelen bij het realiseren van dikke melk
Om ‘dikke melk’ te realiseren zijn er volgens Agrifirm een aantal voedingstechnische maatregelen die u kunt nemen met effect op de korte termijn. Daarnaast zijn er een aantal management maatregelen die op de lange termijn bijdragen aan ‘dikke melk’.
Gehaltes omhoog / kg melk gelijk of lager Voedingstechnische maatregelen op korte termijn
- Verhoog de ruwvoer/krachtvoer verhouding
- Voorkom broei
- Verhoog de opname van ruwvoer door een goede kuil, vaker te voeren en een voersnelheid van minimaal 1,5 meter per week
- Verhoog het aandeel NDF in het rantsoen door krachtvoeders/grondstoffen met meer energie uit celwanden, zoals Solide Excellent nP (code 361), Solide Rendement (code 369), Stabiel Rendement nP (code 365), Sojahullen, Palmpit, Bierbostel, Aardappelpersvezels of Corngold.
- Voer sacharose-rijke producten zoals voederbieten
- Voeg cacaodoppen toe aan het rantsoen, bijvoorbeeld Balans Melkcompact (code 4397)
Weidegang
- Voer voldoende structuur naast weidegang (NDF > 370)
- Schaar later in
- Verminder de stikstofbemesting
Management maatregelen op lange termijn
- Houd voor graskuilen een drogestofgehalte van minimaal 35% aan
- Voorkom broei in de kuil door inzet van broeiremmers en voldoende druk
- Zorg voor een ruime, frisse stal
- Voorkom hittestress
- Verbeter de klauwgezondheid
- Verhoog het aandeel mais in het areaal
- Stuur in de genetische aanleg van de veestapel
- Zorg voor een goede droogstand met de 100-dagenaanpak
- Voorkom pensverzuring
- Verbouw voederbieten
Bron: Agrifirm, CRV en Alta Genetics