Een hoogproductieve koe die na afkalven direct veel melk geeft, heeft een verhoogd risico op melkziekte. Alle beschikbare calcium gaat naar de melk toe, waardoor er weinig overblijft voor de spieren. Gevolg: de koe gaat liggen en komt zonder infuus niet meer overeind. Steeds meer koeien lopen dit risico, aldus dierenarts Nele Gyselinck. “Wacht niet af, maar geef bij de eerste tekenen van afkalven meteen een bolus in.”
De melkproductie per koe gaat elk jaar omhoog. Zeker rond afkalven heeft dit een grote impact, want dat betekent dat de vraag naar calcium vanuit de koe ook steeds groter wordt. Wanneer de koe dan meteen veel melk gaat geven, kan het knellen. Er gaat veel calcium naar de melk, maar ook de spieren hebben calcium nodig om te functioneren. Anders valt de kracht weg en ontstaan de typische melkziekteverschijnselen.
De gevolgen van een tekort aan calcium
Calcium komt vrij uit de botten en via de spijsvertering. Veel koeien zijn echter niet in staat rond afkalven voldoende calcium vrij te maken en kampen daardoor met subklinische melkziekte. Dat betekent dat de koe gewoon kan staan, maar dat bepaalde spiergroepen niet goed werken, waardoor bijvoorbeeld de spijsvertering minder goed loopt of de koe minder goed opschoont.
Volgens Gyselinck is dit bij veertig procent van de melkkoeien het geval. “Melkveehouders zien dit niet altijd en dat is logisch. Zij zien alleen de vijf procent van de koeien die niet meer overeind komen zonder infuus. Daarbuiten is er echter een grote risicogroep, die groeit met het stijgen van de melkproductie”, aldus de dierenarts van additievenfabrikant Kersia. “Zelfs eerstekalfskoeien kampen al met een tekort aan calcium. Van die dieren weet je zeker dat ze in één van de volgende lactaties zonder ingrijpen tegen klinische melkziekte aanlopen.”
Aandachtskoeien bij melkziekte
De meeste melkveehouders weten redelijk op welke koeien ze rond afkalven moeten letten als het gaat om melkziekte. Het gaat dan doorgaans om koeien die de vorige keer bij afkalven melkziekte hebben gehad en koeien die genetisch gezien gevoeliger zijn voor een calciumtekort rond afkalven. Ook koeien die voor afkalven traag of wankel zijn en koud aanvoelen, moeten extra in de gaten worden gehouden.
Volgens Gyselinck is er een logische verklaring voor het feit dat koeien die eenmaal melkziekte hebben gehad, het zonder ingrijpen het volgende jaar weer krijgen. “Deze koeien kunnen te weinig calcium vrijmaken om rond afkalven in hun behoefte te voorzien. Iedere lactatie stijgt de productie met grote sprongen. Een koe die het ene jaar dertig liter geeft, kan het volgende jaar op 35 tot veertig liter zitten. De vraag naar calcium stijgt dus mee.”
Hoe te handelen bij (subklinische) melkziekte?
Gyselinck adviseert allereerst te voorkomen dat een koe met subklinische melkziekte klinisch wordt. “Voorkom dat die koe gaat liggen. Zolang ze blijven staan, gaan ze vreten en komt de melkproductie op gang.”
Een koe die risico loopt op klinische melkziekte, kan ondersteund worden in de calciumvoorziening met behulp van een bolus of drench. Een bolus is volgens haar het meest gemakkelijk. “Het ideale moment voor het toedienen van een bolus is bij de eerste tekenen van afkalven. De koe moet wel staan. Geef nooit een bolus aan een koe die ligt, want dan is er kans op verstikkingsgevaar. Maar het merendeel van de veehouders weet dit gelukkig wel. Ligt een koe al, dan moet je wachten met het ingeven van de bolus tot na afkalven als de koe weer rechtop staat. Kan de koe dan niet meer opstaan door melkziekte, dan is een infuus nog de enige oplossing.”
Calciumbolus van Kersia voor moderne melkkoe
De afgelopen tijd is Gyselinck nauw betrokken geweest bij de doorontwikkeling van de Boliflash® Calcium+-bolus van Kersia. Deze bekende combinatie van een bruisende en normale bolus heeft een flinke opwaardering gekregen om de moderne melkkoe nog beter te ondersteunen. “De koeien zijn anders dan pakweg tien, vijftien jaar geleden. Daar passen we ons product op aan”, vertelt ze.
Het concept van de bruisende en de normale bolus is hetzelfde gebleven. De bruisende bolus geeft heel snel calcium vrij, dat meteen wordt opgenomen. Dat is het boost- of flash-effect, waar het product zijn naam aan te danken heeft. De normale bolus geeft calcium af binnen dertig à 45 minuten na ingeven. Het is dus een combinatie van een snelle en een gecontroleerde afgifte. Dit past goed bij de moderne melkkoe die direct na afkalven en in de uren erna veel calcium kan gebruiken.
Bestaande bolus sterk verbeterd
Nieuw is dat het aantal calciumbronnen in de bolus is uitgebreid. De bolus geeft nu, verdeeld over de bruisende en de normale bolus, calcium vrij via acht bronnen, dus acht verschillende calciumhoudende verbindingen. “De meeste andere calciumbolussen hebben er twee of drie. Bij ons op het etiket staan overigens niet acht bronnen, maar zeven. De achtste bron wordt namelijk gevormd tijdens het bruisen en dus aangemaakt in de koe. De reden dat wij inzetten op meerdere bronnen is dat je profiteert van meerdere opnamesystemen in de darmen. De één gaat via ionbinding, de ander via een aminozuurtransport, een derde kan direct via passief transport worden opgenomen in de bloedbaan, enzovoort. Zo heb je veel verschillende mogelijkheden.”
“Als je al je pijlen richt op één of twee bronnen, dan ben je afhankelijk van de capaciteit van twee opnamesystemen. Er zit dus een limiet aan de hoeveelheid calcium die tegelijk kan worden opgenomen. Heb je acht bronnen, dan profiteer je van de capaciteit van acht verschillende manieren van calciumopname. Dan heb je meer zekerheid dat de calcium die je aanbiedt ook daadwerkelijk wordt opgenomen. De acht calciumbronnen geven snel of meer geleidelijk de calcium af. Zo coveren we de gehele tijd waarin de koe het meest kwetsbaar is.”
Niet alleen calcium geven bij melkziekte
Naast calcium zit er vitamine D3 in de bolus. “Dit stimuleert de opname van calcium. Niet alleen de calcium uit de bolus, maar ook calcium uit het rantsoen en uit de botreserves. Je biedt de koe dus niet alleen meer calcium, maar ook ondersteuning in de opname hiervan. Om de botreserves te stimuleren calcium vrij te geven, zit er in de bolus ook magnesium. De receptoren in de botten die de afgifte van calcium reguleren, zijn namelijk afhankelijk van magnesium. Voor een goede calciumfosforbalans zit er ook een beetje fosfor in de bolus. Dit als bijkomende ondersteuning indien er gelijktijdig een sluimerend fosforprobleem aanwezig is in de koe.”
De calciumbolus van Kersia bestaat uit twee bolussen, die tegelijkertijd kunnen worden ingegeven. Een herhaling na bijvoorbeeld twaalf uur, wat in de praktijk vaak als lastig wordt bevonden, is niet nodig. “Met onze bolus geef je in één keer 52,5 gram calcium. Dit is voldoende voor een preventieve behandeling van melkziekte. Deze hoeveelheid zit in de bolus en dan praten we nog niet eens over de extra calcium die dankzij de bolus kan worden opgenomen uit het rantsoen. Zo kunnen we de koe in de eerste periode na afkalven zo goed mogelijk ondersteunen. Na 24 uur moet de koe zelf in staat zijn om verder te gaan in de lactatie zonder problemen.”
Tekst en beeld: Gerben Hofman en Kersia
Dit artikel stond in vakblad Melkveebedrijf. Wil je het hele artikel lezen? Of de mooiste artikelen en reportages thuis op de mat?
Met een abonnement op vakblad Melkveebedrijf ontvang je elf keer per jaar het laatste nieuws. Iedere editie heeft een nieuw, toepasselijk thema wat aansluit op de huidige praktijk. De uitgebreide bedrijfsreportages geven daarnaast een goed beeld van de sector. In deze reportages maak je kennis met ervaringen, toekomstvisies, vakmanschap en management van mede-melkveehouders.
Shop hiernaast direct een jaarabonnement of ga naar melkveebedrijf.nl/abonneren voor alle mogelijkheden.
Melkveebedrijf.nl is een uitgave van Prosu.