Heermoes, ook wel bekend als paardestaart of kattestaart, zorgt ieder jaar wel voor problemen bij rundvee. Dit vertelt Dirk van ’t Riet, adviseur Plant en Teelt van De Samenwerking. Hij adviseert melkveehouders het plantje goed in de gaten te houden en het te bestrijden door uitputting.
Heermoes komt vooral in en langs de slootkant en in teeltvrije zones voor. De plant gedijdt het best op schralere grond. Met strakker wordende bemestingsnormen krijgt heermoes dan ook steeds meer kans. Heermoes is giftig en leidt bij een te hoge opname tot verhoogde prikkelbaarheid, onzekere gang en soms verlamming. Ook zien melkveehouders een verminderde melkgift, diarree en vermagering. “Ik hoor van onze buitendienst ook wel eens verhalen dat het een koe gekost heeft”, vertelt Van ’t Riet.
Meeste risico bij balen
Zowel vers als ingekuild is de plant giftig. “In het land laten de koeien de planten wel staan. Maar bij ingekuild gras zien ze het onderscheid niet. Nu scheelt het dat bij hakselen of inkuilen de plant doorgaans wel dusdanig wordt verdeeld door het voer dat de concentratie niet gevaarlijk is. Maar in balen is het risico groter. Als je bijvoorbeeld net een baal uit een slootkant hebt, kan de concentratie heermoes zo groot worden dat het vee er last van krijgt.”
Bestrijden door uitputting
Heermoes is lastig te verwijderen. De plant vormt lange wortelstokken waaruit de plant snel verder groeit. Bestrijden kan het beste door de plant uit te putten: de plantjes kapot maken zodra ze boven komen. “Bijvoorbeeld met een weiderol met strips erop. Dan knakt het plantje af. Dit moet je wel vaak doen om van het probleem af te komen”, vertelt Van ’t Riet. “Spuiten wordt een lastig verhaal, omdat het probleem vooral speelt in slootkanten en in teeltvrije zones. Je kunt daar de plant ook niet weghouden door beter te bemesten. Het enige wat je preventief kunt doen is regelmatig doorzaaien en zorgen dat je de ontwatering goed op orde hebt, zodat onkruid minder kans krijgt.”
Tekst: Gerben Hofman