Achterhoekse boeren en loonwerkers laten zien dat het goed mogelijk is dat je vanggewassen – die ingezaaid worden na de teelt van mais – kunt onderwerken zonder de inzet van chemie.
Vanggewassen, groenbedekkende gewassen die je inzaait om stikstof vast te houden, moet je aan het einde van de teelt onderwerken. Vaak is daarbij glyfosaat ingezet, maar het kan ook zonder. Dat blijkt uit de experimenten op een demoveld in Laren (GLD). Op initiatief van zes Lochemse loonwerkers, LTO Noord afdeling Achterhoek Noord en De Innovatie Coöperatie zijn daar de groenbemesters mechanisch ondergewerkt zonder de inzet van glyfosaat.
Glyfosaat
Onder de naam ‘Groene Groenbemesters’ willen de ondernemers dan ook laten zien dat je de maisteelt kunt verduurzamen. Uit een bericht van de Innovatie Coöperatie blijkt dat dit heeft geleid tot halvering van het gebruik van glyfosaat in de gemeente. Op 23 maart 2021 organiseerden de loonwerkers een demo-ochtend op het demonstratieperceel aan de Ooldselaan in Laren. Van die ochtend is een videoregistratie gemaakt.
De loonwerkers werkten de vanggewassen, een mix van Italiaans raaigras en bladrammenas, onder met zeven verschillende bewerkingsmethoden. Vooraf werden de gewassen ook geklepeld. Volgens de loonwerkers is dat een voorwaarde voor het goed onder kunnen werken. Een van de conclusies van het experiment is dat er niet één methode is die het beste werkt. Er zijn dan ook meerdere mogelijkheden afhankelijk van de grondsoort en het gewas.
Factsheet
De effecten van de bewerkingen op hergroei, de onderlaag in de bodem en het effect op de maisgroei worden komend seizoen gevolgd door Agro-innovatiecentrum De Marke in samenwerking met de vereniging Vruchtbare Kringloop Achterhoek en Liemers (VKA). Dat het mogelijk is vanggewassen zonder de inzet van glyfosaat onder te werken, blijkt ook uit een factsheet die is opgesteld binnen de publiek-private Samenwerking Ruwvoer, Bodem en Kringlooplandbouw. Ook laat de factsheet zien dat er andere methoden zijn zoals niet-kerende grondbewerking en afsnijden.
Bron: Groen Kennisnet